Vissers sluiten vrede
In de Leeuwarder Courant van zaterdag 2 maart jl. stond het volgende artikel.
VISSERS SLUITEN VREDE
Jarenlang lagen de Friese binnenvissers en het leger hengelsporters met elkaar overhoop. Nu is er voor het eerst een akkoord. Wat is er gebeurd? Een uitleg in zeven vragen en antwoorden.
Binnenvissers, sportvissers. Wat is het verschil?
De Friese binnenvissers (actief op het binnenwater) zijn professionals en inmiddels met niet meer dan veertien man. Het leger Friese sportvissers, allemaal hobbyisten, is de afgelopen jaren gegroeid tot zo'n 34.000 hengelaars. Deze twee groepen vormen in Friesland de visrechthebbenden: schubvis (snoekbaars, karper) is voor de sportvissers en de aal (paling) voor beroepsvissers.
Een heldere verdeling dus. Wat is dan het probleem?
Omdat de verdeling sinds 2006 niet meer zo helder is. Sinds dat jaar geldt in Friesland de zogenoemde bijvangstenregeling. Door de dalende palingstand liepen de inkomsten van de beroepsvissers sterk terug. Als ze die gewilde snoekbaars die hun palingfuiken steeds binnen zwemt nu eens niet hoefden terug te gooien... In 2006 kregen de Friese profs het voor elkaar: voortaan mochten ze tot 14 ton (dit quotum wordt elk jaar opnieuw vastgesteld) aan bijgevangen snoekbaars verkopen.
De sportvissers boos?
Nogal ja. In de jaren zeventig telden de hobbyvissers veel geld neer voor het recht om de schubvis te vangen. In zijn organisatie was het een enorme strijd om begrip te kweken voor de noodzaak de beroepsvissers een stukje van de snoekbaarstaart te gunnen, zegt Sake van der Meer, voorzitter van Sportvisserij Friesland, de overkoepelende organisatie van de 34 Friese hengelsportverenigingen. "De schubvis is ons recht, was de opstelling van een boel van onze leden. En nog altijd." De bijvangstenregeling zorgt op het water nog al eens voor scheve gezichten. Regelmatig melden sportvissers dat ze profs gericht hebben zien vissen op snoekbaars. De boa's (buitengewoon opsporingsambtenaren) van Sportvisserij Friesland die de binnenvissers controleren, hebben dit echter nooit kunnen constateren.
Dat visplan dat er nu ligt, wat is dat eigenlijk?
Van het rijk moeten de visrechthebbenden samen een plan opstellen waarin ze overeenkomen hoe ze ervoor gaan zorgen dat de visstand in de toekomst op peil blijft. Vier jaar lang vergaderden vertegenwoordigers van de beroepsvissers en de hobbyisten over de inhoud van het Friese plan, maar ze kwamen er niet uit. Er kwam druk op de ketel, toen toenmalig staatssecretaris Henk Bleker (economische zaken) dreigde de clubs hun visrechten af te pakken als ze in 2013 niet een door het waterschap goedgekeurd visplan zouden hebben liggen.
Vrijdag werd het Friese visplan in Grou gepresenteerd. Hoe is het gelukt?
Eerder zaten ook vertegenwoordigers van de landelijke organisaties aan tafel, die voerden vaak hun eigen onderlinge strijd. Die landelijke vergadertijgers mochten voortaan niet meer aanschuiven. In plaats van de tegenstellingen te benadrukken, begonnen de partijen met het formuleren van de standpunten waar ze het wel over eens waren. Ook klikte het veel beter tussen Sake van der Meer van Sportvisserij Friesland en Jon Visser, de voorzitter van de beroepsvissers dan tussen hun voorgangers. "Er is hier absoluut sprake van een gunfactor", zegt oud-burgemeester Theunis Piersma, die eind 2011 werd aangesteld als onafhankelijk voorzitter van de overlegclub.
Mooi dat de visbobo's het eens zijn. Maar hoe zit het met de vissers zelf?
Daar ontstaat ook steeds meer onderling begrip. Boa's van Sportvisserij Friesland controleren de laatste jaren op grote schaal de beroepsvissers. "En als je met elkaar in gesprek bent, dan kom je er achter dat de ander echt niet zo'n boeman is", zegt Jon visser, voorzitter van de binnenvissers.
En de bijvangstenregeling, daar is iedereen nu blij mee?
De beroepsvissers mogen dit jaar 14 ton aan snoekbaars bijvangen. Dit is nog altijd te veel naar de mening van een deel van de sportvissers. En te weinig naar de smaak van de beroepsvissers. Het is een compromis waarmee beide clubs akkoord konden gaan.
AFSPRAKEN UIT VISPLAN FRIESE BOEZEM 2013
- Beroepsvissers mogen niet meer dan 32,7 ton paling vangen
- De minimale lengte van de paling is 35 centimeter in plaats van 28 centimeter
- De profs zetten poot- en glasaal uit
- De binnenvissers mogen niet meer dan 14 ton snoekbaars bijvangen
- Sportvissers mogen alleen snoekbaars meenemen, maar niet meer dan 2 stuks.
- Hengelsporters zetten spiegelkarper uit
- Er komt een keurmerk voor zowel eerlijk gevangen snoekbaars als paling
- Vissers moeten minimaal 100 meter afstand houden van visvriendelijke gemalen
VISSERS SLUITEN VREDE
Jarenlang lagen de Friese binnenvissers en het leger hengelsporters met elkaar overhoop. Nu is er voor het eerst een akkoord. Wat is er gebeurd? Een uitleg in zeven vragen en antwoorden.
Binnenvissers, sportvissers. Wat is het verschil?
De Friese binnenvissers (actief op het binnenwater) zijn professionals en inmiddels met niet meer dan veertien man. Het leger Friese sportvissers, allemaal hobbyisten, is de afgelopen jaren gegroeid tot zo'n 34.000 hengelaars. Deze twee groepen vormen in Friesland de visrechthebbenden: schubvis (snoekbaars, karper) is voor de sportvissers en de aal (paling) voor beroepsvissers.
Een heldere verdeling dus. Wat is dan het probleem?
Omdat de verdeling sinds 2006 niet meer zo helder is. Sinds dat jaar geldt in Friesland de zogenoemde bijvangstenregeling. Door de dalende palingstand liepen de inkomsten van de beroepsvissers sterk terug. Als ze die gewilde snoekbaars die hun palingfuiken steeds binnen zwemt nu eens niet hoefden terug te gooien... In 2006 kregen de Friese profs het voor elkaar: voortaan mochten ze tot 14 ton (dit quotum wordt elk jaar opnieuw vastgesteld) aan bijgevangen snoekbaars verkopen.
De sportvissers boos?
Nogal ja. In de jaren zeventig telden de hobbyvissers veel geld neer voor het recht om de schubvis te vangen. In zijn organisatie was het een enorme strijd om begrip te kweken voor de noodzaak de beroepsvissers een stukje van de snoekbaarstaart te gunnen, zegt Sake van der Meer, voorzitter van Sportvisserij Friesland, de overkoepelende organisatie van de 34 Friese hengelsportverenigingen. "De schubvis is ons recht, was de opstelling van een boel van onze leden. En nog altijd." De bijvangstenregeling zorgt op het water nog al eens voor scheve gezichten. Regelmatig melden sportvissers dat ze profs gericht hebben zien vissen op snoekbaars. De boa's (buitengewoon opsporingsambtenaren) van Sportvisserij Friesland die de binnenvissers controleren, hebben dit echter nooit kunnen constateren.
Dat visplan dat er nu ligt, wat is dat eigenlijk?
Van het rijk moeten de visrechthebbenden samen een plan opstellen waarin ze overeenkomen hoe ze ervoor gaan zorgen dat de visstand in de toekomst op peil blijft. Vier jaar lang vergaderden vertegenwoordigers van de beroepsvissers en de hobbyisten over de inhoud van het Friese plan, maar ze kwamen er niet uit. Er kwam druk op de ketel, toen toenmalig staatssecretaris Henk Bleker (economische zaken) dreigde de clubs hun visrechten af te pakken als ze in 2013 niet een door het waterschap goedgekeurd visplan zouden hebben liggen.
Vrijdag werd het Friese visplan in Grou gepresenteerd. Hoe is het gelukt?
Eerder zaten ook vertegenwoordigers van de landelijke organisaties aan tafel, die voerden vaak hun eigen onderlinge strijd. Die landelijke vergadertijgers mochten voortaan niet meer aanschuiven. In plaats van de tegenstellingen te benadrukken, begonnen de partijen met het formuleren van de standpunten waar ze het wel over eens waren. Ook klikte het veel beter tussen Sake van der Meer van Sportvisserij Friesland en Jon Visser, de voorzitter van de beroepsvissers dan tussen hun voorgangers. "Er is hier absoluut sprake van een gunfactor", zegt oud-burgemeester Theunis Piersma, die eind 2011 werd aangesteld als onafhankelijk voorzitter van de overlegclub.
Mooi dat de visbobo's het eens zijn. Maar hoe zit het met de vissers zelf?
Daar ontstaat ook steeds meer onderling begrip. Boa's van Sportvisserij Friesland controleren de laatste jaren op grote schaal de beroepsvissers. "En als je met elkaar in gesprek bent, dan kom je er achter dat de ander echt niet zo'n boeman is", zegt Jon visser, voorzitter van de binnenvissers.
En de bijvangstenregeling, daar is iedereen nu blij mee?
De beroepsvissers mogen dit jaar 14 ton aan snoekbaars bijvangen. Dit is nog altijd te veel naar de mening van een deel van de sportvissers. En te weinig naar de smaak van de beroepsvissers. Het is een compromis waarmee beide clubs akkoord konden gaan.
AFSPRAKEN UIT VISPLAN FRIESE BOEZEM 2013
- Beroepsvissers mogen niet meer dan 32,7 ton paling vangen
- De minimale lengte van de paling is 35 centimeter in plaats van 28 centimeter
- De profs zetten poot- en glasaal uit
- De binnenvissers mogen niet meer dan 14 ton snoekbaars bijvangen
- Sportvissers mogen alleen snoekbaars meenemen, maar niet meer dan 2 stuks.
- Hengelsporters zetten spiegelkarper uit
- Er komt een keurmerk voor zowel eerlijk gevangen snoekbaars als paling
- Vissers moeten minimaal 100 meter afstand houden van visvriendelijke gemalen
Zolang je die enkele beroepsvissers maar steeds hun zin geeft, zijn ze gelukkig en is iedereen hun vriend.
Strijk ze tegen de haren en ze varen je letterlijk overhoop.
Leuke vrienden die beroepsvisser. En ondertussen stropen zij het hele water leeg.
En de sportvisser is weer maar eens de dupe.
Met dank aan SN.
Persoonlijk irriteer ik me nog het meeste aan de min of meer arrogante houding van SF/de VBC Friese boezem m.b.t. de controles op de bijvangstenregeling, ze verwoorden dit in de krant o.a. als volgt: "Regelmatig melden sportvissers dat ze profs gericht hebben zien vissen op snoekbaars. De boa's (buitengewoon opsporingsambtenaren) van Sportvisserij Friesland die de binnenvissers controleren, hebben dit echter nooit kunnen constateren."
In de praktijk - en dit heb ik zelf nogal wat keren op het water geconstateerd - vist een aantal van de beroepsvissers nog steeds gericht op snoekbaars met aaldoggers. Hoe verklaar je anders dat vanaf begin juni in ieder geval een aantal Friese meren bezaaid ligt met honderden aaldoggers op de paaigronden van de snoekbaars. En dat ze dan nogal wat snoekbaars uit het water trekken heb ik ook met eigen ogen gezien. Dat de BOA's van SF dit nooit hebben kunnen constateren zegt volgens mij meer over de controles (onvoldoende en op de verkeerde momenten) dan over het legale handelen van die beroepsvissers.
Dat SF/de VBC Friese boezem er voor heeft gezorgd dat het vistuig de aaldogger alleen nog maar in de zomermaanden (juni, juli, augustus) mag worden gebruikt door beroepsvissers, is een vooruitgang. Om echter de kans op de illegale vangst van snoekbaars door beroepsvissers te minimaliseren is het een must lijkt me dit vistuig geheel te verbieden. Dit temeer daar het vistuig grotendeels wordt gebruikt voor het gericht vissen op snoekbaars. Daarnaast lijkt het me verstandig dat SF haar BOA's met name op pad stuurt als beroepsvissers aaldoggers in het water hebben. Wij als sportvisser kunnen daarbij als "ogen en oren" op het water prima dienst doen als doorgeefluik.
Dat de beroepsvissers - alle in de fuiken gevangen - snoekbaars mogen behouden heb ik overigens totaal geen moeite mee, zelfs al zou dit betekenen dat ze boven het quotum van 1 kg/per hectare vergunningswater uitkomen. Er is dan immers geen sprake van het gericht vissen op snoekbaars.
Door het keurmerk is er wel een betere controle mogelijk op de hoeveelheid snoekbaars die verhandeld wordt. Zowel tussenhandel, horeca en beroepsvissers moeten daar een administratie van bijhouden anders is het redelijk kansloos. Het is op zeker een winst situatie voor de beroepsvisserij want vis voorzien van een keurmerk is meer waard.
Volgens het bovenstaande mag elke van de 14 Friese beroepsvissers gemiddeld 2,34 ton paling en 1 ton snoekbaars vangen en verkopen. Uitgaande van een gemiddelde verkoopprijs van 8 euro de kilo zou dit betekenen dat elke beroepsvisser gemiddeld 3340 x 8 = 26.720 euro bruto per jaar verdient. Persoonlijk lijkt het me niet dat je daarvan fatsoenlijk rond kunt komen. Mijn conclusie is dan ook dat er 2 mogelijkheden zijn: 1. De 14 beroepsvissers nemen genoegen met hooguit een minimum inkomen 2. Op één of andere manier wordt er toch meer vis gevangen en verkocht dan afgesproken. Wie het weet mag het zeggen!