Dat lukt niet, hangt n.l. van de diameter van de spoel af. Hoe groter die is, hoe meer cm.

Ik denk dat het 5.7 * omtrek spoel is.

Als je een touwtje rond de spoel legt en dat opmeet, weet je precies wat de omtrek is van je spoel. vervolgens kun je dat met 5,7 vermenigvuldigen en dan weet je hoeveel cm je binnendraait met een slingerdraai.

Pi (3,1416) maal d(oorsnede spoel) maal 5.7 (overbrenging).
Alleen is de diameter van de spoel niet gelijk.
Beter is om een merkteken te maken 10 maal aan de slinger draaien en dan de afstand meten en dan delen door 10 dat geeft een gemiddelde.

Leuke vraag.

Je kan de diameter van de molen spoel opmeten met een schuifmaat, eigelijk meet je de diameter van het opgespoelde nylon.
Bij een Mitchell 408 is dat 4,3 cm, een en ander afhankelijk hoe vol je hem hebt opgespoelt.

Maar laten we uitgaan van 4,3 cm diameter, dan is de omtrek van de cirel dus d * Pi = 4,3 * 3,14 = 13,5 cm.

Aangezien een Mitchell 408 een ratio van 5.53 heeft , haal je dus 5.53 * 13,5 = 74,6 cm per slinger slag in.

In de boekje van de Mitchell 408 staat 75 cm per draai dus het klopt uitstekend.

Uiteraard als je werpt en er komt minder draad op de spoel dan is de inhaalsnelheid bij het begin van het inhalen kleiner dan op het einde van het inhalen.

In theorie heeft dit een aantal voordelen. Zo zal je op afstand bij het drillen minder kracht hoeven te zetten bij het binnendraaien van een vis. Dichtbij zal je inhaalsnelheid oplopen wat weer gunstig kan zijn als je obstakels moet ontwijken. In de praktijk zal echter dit verschijnsel nauwelijks merkbaar zijn.

Groeten
Otto

de formule is 5,7x3,14 x diameter spoel,succes

Ik dacht dat de diameter van de spoel niet belangrijk was omdat deze niet de inhaalsnelheid bepaald maar het aantal omwentelingen van de molen.Als ik bv met 5 omwentelingen 1 meter lijn binnendraai blijft dat 1 mtr dacht ik zo.Als de spoel zelf zou draaien zou deze de inhaalsnelheid bepalen afhankelijk van het aantal omwentelingen en diameter.Deze wordt dan groter naarmate de spoel voller wordt.

Het is theoretisch wel uit te rekenen, maar hoe vol is de spoed enz. Ik doe het als volgt: zet de anti retour uit, zet de hendel in de bovenste stand, pak de lijn precies bij de beugel vast en trek
de hendel 1 volle slag terug totdat
je precies met de hendel bovenin staat, dan meet je gewoon de lengte van de lijn vanaf de beugel tot aan je hand. Kan volgens mij niet mis.

C@tfish heeft gelijk, je moet niet de spoeldiameter hebben, dat is zowieso te weinig ! De hoeveelheid lijn die je binnendraait met 1 omwenteling is namelijk de omtrek van de (theoretische) cirkel die je pick-up maakt bij een omwenteling rond de spoel. De lijn hangt 'vast' om eender welk punt op de spoel, diep of ondiep maakt niet uit. Wat je binnendraait is de omtrek-"afstand" die je pick-up maakt. Met de spoeldiameter te nemen heb je te weinig.
Neem als straal de afstand van de pick-up (de lijnroller)tot het midden van de spoel.
Dan gewoon de omtrek berekenen van de cirkel met die straal (2 x straal x 3,14), dat is de lengte van de lijn die je binnendraait bij 1 omwenteling. Dan kan je de snelheid nemen van je molen bijvoorbeel 1/5. D.w.z. 1 slingerslag is 5 omwentelingen van de pick-up rond de spoel. Bij 1 slingerslag heb je dan 5 keer de hierboven berekende omtrek.
Jean-Paul

volgens mijn bescheiden mening is het wel de spoeldiameter en het aantal omwentelingen van de pick-up die wat uitmaakt hoor.
vb: je steekt een dun paaltje in de grond waar je een touw gaat ronddraaien, al loop je in een cirkel van 100 meter rond het paaltje, je zal per omwenteling maar enkel de omtrek van het paaltje "binnenhalen".

volgens mij is de eenvoudigste manier,een zo groot mogelijke afstand afmeten, je lijn ergens aan het beginmeetpunt bevestigen, achteruit lopen en het aantal omwentelingen van je slinger tellen terijl je terug loopt.
hoe groter de afstand die je neemt hoe nauwkeuriger de meteing.
bij een shimano twinpower 6000 kom je zo gemiddeld op 1 meter per omwenteling.
geen ingewikkelde berekeningen en perfect juist, ik heb altijd al een hekel gehad aan wiskunde, houd het dus simpel.
groeten,
marc