levend aas
beste hengelaars
mag men op de zee of oosterschelde de westerschelde met levende aasvis vissen
grt
mag men op de zee of oosterschelde de westerschelde met levende aasvis vissen
grt
nee in heel Nederland verboden.
F. LEVEND AAS
In artikel 2 van het "Besluit verbod gebruik van levend aas" is het verbod op het gebruik van levend aas beperkt tot het vissen in de kust- en de binnenwateren.
Het gebied wat jij aangeeft valt onder kust water ,dus nee helaas.
grt
op zee doe je wat je wil
trouwens wie controleerd er op de oosterschelde op levend aas??
een zager leeft toch ook!ik heb nog nooit problemen gehad met levende zandspiering,prima voor zeebaars!
maar je houd ze echter niet lang levend omdat je met zwaarder materiaal aan de slag moet.
Beste Wim.
Lees even de visserij wet.
Grt Frans
REGELS VOOR HET VISSEN IN ZEE
A. GEBIEDEN
De Visserijwet 1963 maakt een onderscheid in verschillende gebieden: zeevisserij, kustvisserij en binnenvisserij.
In het “Besluit aanwijzing zeegebied en kustwateren 1970” worden de definities gegeven van het "zeegebied" en het "kustwater".
1. Zeevisserij:
Zeevisserij is het vissen in zee met inbegrip van het vissen in de visserijzone en in de daaraan grenzende als zeegebied aangewezen wateren:
1. havens van IJmuiden en de toeleidingskanalen naar het Noordzeekanaal tot de meest zeewaarts gelegen waterkeringen;
2. het Uitwateringskanaal te Katwijk tot de meest zeewaarts gelegen waterkering;
3. de havens van Scheveningen tot de meest zeewaarts gelegen waterkeringen.
2. Kustvisserij:
Kustvisserij is het vissen in:
1. de Waddenzee en het Nederlands gedeelte van de Dollard en de Eems binnen de volgende grenzen:
a. voor de Westereems: de lijn gaande van de lichttoren van Borkum naar de Emder- of Grote Kaap op Rottumeroog, voor zover die lijn over Nederlands gebied loopt;
b. voor het Schild, de Lauwers, het Friesche Gat, het Pinkegat, het Amelandergat, het Vlie, het Eierlandsche Gat en het Texelsche Gat: de basislijn van de territoriale zee van Nederland.
2.
a. de Maasmond;
b. de Nieuwe Waterweg tot de lijn gaande van het oostelijk havenhoofd van Maassluis naar het groene scheepvaartgeleidelicht no. 14;
c. het Calandkanaal, met de daaraan gelegen open havens, tot aan de meest zeewaarts gelegen waterkering; d. het Beerkanaal met de daaraan gelegen open havens.
3. Het zeegat van Goeree, landwaarts van een lijn getrokken tussen punt A (51°55'20"NB 03°59'23"OL) en punt B (51°50'00"NB 03°50'01"OL) tot de meest zeewaarts
gelegen waterkeringen in het zuidwesten begrensd door de lijn getrokken vanaf de vuurtoren Westhoofd op Goeree (51°48'50"NB 03°51'55"OL) in noordwestelijke richting (315° r.w.) tot punt B.
4. Het Brouwershavense Gat, landwaarts van een lijn getrokken van punt B tot punt C (51°44'48"NB 03°40'23"OL) tot de meest zeewaarts gelegen waterkering, in het noordoosten begrensd door
het Zeegat van Goeree en in het zuidwesten door de lijn getrokken vanaf de lichtopstand "De Verklikker" op Schouwen-Duiveland (51°43'34"NB 03°42'23"OL) in noordwestelijke richting (315° r.w.) tot punt C.
5. De Oosterschelde, landwaarts van een lijn getrokken van punt C via punt D (51°42'36"NB 03°36'40"OL) naar de kerktoren van de Nederlandse Hervormde kerk te Oostkapelle (51°33'59"NB 03°33'07"OL)
tot de Grevelingendam, Philipsdam en Oesterdam.
6. De Westerschelde voor zover gelegen ten oosten van de basislijn van de territoriale zee van Nederland.
7. De aan de onder 1 tot en met 6 bedoelde wateren gelegen open havens en de met die wateren in open gemeenschap staande inhammen, kreken, spranken, gaten en killen.
3. Binnenvisserij
binnenvisserij is het vissen in de overige wateren van Nederland.
B. GRENS KUSTWATER - BINNENWATER
Waar kustwateren in verbinding staan met “de overige wateren van Nederland” (het binnenwater) geldt als grens:
a. waar geen open verbinding is, de waterkering, welke het dichtst gelegen is bij het kustwater;
b. waar een open verbinding is, de lijn gaande over de uitmonding, met dien verstande dat in de Nieuwe Waterweg als grens geldt de lijn gaande van het oostelijk havenhoofd van Maassluis naar het
groene scheepvaartgeleidelicht No. 14.
C. TOESTEMMING (VERGUNNING) NODIG?
Binnenvisserij: als je niet zelf de visrechthebbende bent (eigenaar van de ondergrond of huurder van het visrecht) heb je in het binnenwater altijd schriftelijke toestemming nodig van de visrechthebbende.
De visrechthebbende bepaalt in zijn toestemming het aantal hengels waarmee in zijn water gevist mag worden.
Kustvisserij: als je niet zelf de rechthebbende bent (eigenaar van de ondergrond of huurder van het visrecht) heb je voor het vissen in het kustwater schriftelijke toestemming nodig tenzij je vist met
1 of 2 hengels (art. 7 Visserijwet 1963).
Waar het Rijk de rechthebbende is op het visrecht, mag in het betreffende deel van het kustwater zonder toestemming worden gevist met 1, 2 of meer hengels, het spieringtuig en de peur
(art. 7 Visserijwet 1963 en art. 1 Besluit beperking vrije visserij kustwateren).
Is het Rijk niet de rechthebbende dan is toestemming van de rechthebbende nodig voor het vissen met het spieringtuig en de peur.
Zeevisserij: voor het vissen in zee heb je geen toestemming nodig voor het vissen met hengels. Zie voor overige regels voor het vissen in zee het Reglement zee- en kustvisserij 1977.
D. ANDERE VISTUIGEN EN HET AANTAL HAKEN
In het zeegebied en het kustwater is het volgens artikel 2 van de "Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwater" verboden te vissen met:
a. de harpoen, de elger, de aalschaar, of enig ander vistuig, hetwelk geëigend is de vis te verwonden, met uitzondering van het hoekwant, de reep, de dobber, de zetangel of fleur, de hengel of spieringtuig;
b. een visnet waarvan het netwerk van metaalgaas is vervaardigd, met uitzondering van de kreeftenkorf en enig ander net, bestemd of mede bestemd tot het vangen van schaal- en schelpdieren, zeesterren
en zee- of koraalmos.
Volgens artikel 3 van de "Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwater" is het in het zeegebied en het kustwater ook verboden te vissen met:
een palingfuik, staand want, hoekwant, aalkub, aalkistje, ankerkuil of enig ander vast vistuig*.
In de kustwateren is het volgens artikel 3, lid 2 van de "Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwater" bovendien verboden te vissen met een zegen*.
* vergunning van de Minister is mogelijk
Naast een vergunning voor de daarvoor in aanmerking komende visserij, kan de minister van LNV ook ontheffing of vrijstelling verlenen van de verboden in de "Beschikking visserij visserijzone,
zeegebied en kustwater". Let op: zie voor de velerlei regels over de diverse soorten netten: artikel 2, lid 3 en volgende van de "Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwater".
E. DEFINITIES HENGEL EN SPIERINGTUIG
De definities van een hengel en het spieringtuig vinden we in artikel 1 van de "Visserijwet 1963":
hengel = het vistuig bestaande uit een roede - al dan niet voorzien van een opwindmechanisme - een lijn of snoer - al dan niet voorzien van één of meer dobbers - en ten hoogste drie een-, twee-
of drietandige haken.
spieringtuig = het vistuig bestaande uit een roede - al dan niet voorzien van een opwindmechanisme - een lijn of snoer - al dan niet voorzien van één of meer dobbers - en ten hoogste twaalf
al dan niet aan zijlijnen van ten hoogste tien centimeter bevestigde ééntandige haken, waarvan de bekopening ten hoogste acht millimeter bedraagt, voorzien van daartoe door Onze Minister aangewezen aas.
Op basis van de “Regeling aassoorten spieringtuig” mogen alleen de volgende aassoorten als aas worden gebruikt voor het spieringtuig, mits deze aassoorten niet groter zijn dan 2 centimeter:
een stukje vis, een stukje worm, een draad rode wol of een stukje zilverpapier.
Conclusie:
Uit het voorgaande volgt dat zowel voor het binnenwater, als het zeegebied als het kustwater geldt dat een hengel maximaal drie haken mag hebben en een spieringtuig met maximaal 12 haken.
Voor het vissen in de zee, voorzover die niet valt onder het zeegebied, gelden wat betreft de hengel of het spieringtuig geen speciale eisen. Het gebruik van het aantal haken is in de zee,
voorzover die niet valt onder het zeegebied dus niet aan een bepaald maximum gebonden.
F. LEVEND AAS
In artikel 2 van het "Besluit verbod gebruik van levend aas" is het verbod op het gebruik van levend aas beperkt tot het vissen in de kust- en de binnenwateren.
Vorig jaar zijn er op zowel de Waterweg als de Oosterschelde vissers bekeurd die met een levende wijting viste.
Boete per persoon 350 euro!
Leuk he, al die raadseltjes ?
Ook dit hoort nu eenmaal bij het sportvissen en ook hier is een sport van te maken..
Dit vraagt in mijn ogen dan ook om een reactie van de heer Ed S. te Bilthoven.
Groeten Frank.