Aannames in hengelsportartikelen
Ik weet dat hengelsportartikelen geen wetenschappelijke artikelen zijn, maar vaak zet ik wel mijn vraagtekens bij de vele aannames die worden gedaan.
Voorbeelden zijn:
- snoeken die zich volvreten voor de winter. Hoezo? Om het lekker warm te hebben? Het zijn koudbloedige dieren en hebben absoluut geen last van kou en kunnen zichzelf ook niet warm houden. Om op gewicht te blijven moeten zijn juist meer eten in de zomer dan in de herfst.
- Exacte jachtgedrag van snoek, soms zelfs door de dag heen inclusief hoe de werkdag van een gemiddelde school witvis er uit ziet (zie recente artikelen op deze site)
- Kunstaas imiteert altijd weer dat gewonde prooivisje en daarom pakt een roofvis het, hoe weet je dat?
- Alle vangende eigenschappen van nieuwe soorten kunstaas: ribbels, ratels, grote ogen: maakt dat echt wat uit?
Er zijn legio voorbeelden en niet alleen op deze site, ook op andere sites, artikelen, boeken, filmpjes, noem maar op. Auteurs wanen zich soms bioloog, ecoloog, hydroloog en meteoroloog. In mijn optiek kun je eigenlijk alleen maar vanuit je eigen ervaring praten waarom sommige zaken wel of niet werken (door de commercie moet je zelf maar heen prikken). De waarom-vraag, dus waarom iets wel of niet werkt, kun je alleen beantwoorden als je er wetenschappelijk bewijs voor hebt.
Wat vinden jullie van al deze pseudo-wetenschap en hebben jullie zelf ook van die standaard voorbeelden die altijd maar weer worden verkondigd?
Voorbeelden zijn:
- snoeken die zich volvreten voor de winter. Hoezo? Om het lekker warm te hebben? Het zijn koudbloedige dieren en hebben absoluut geen last van kou en kunnen zichzelf ook niet warm houden. Om op gewicht te blijven moeten zijn juist meer eten in de zomer dan in de herfst.
- Exacte jachtgedrag van snoek, soms zelfs door de dag heen inclusief hoe de werkdag van een gemiddelde school witvis er uit ziet (zie recente artikelen op deze site)
- Kunstaas imiteert altijd weer dat gewonde prooivisje en daarom pakt een roofvis het, hoe weet je dat?
- Alle vangende eigenschappen van nieuwe soorten kunstaas: ribbels, ratels, grote ogen: maakt dat echt wat uit?
Er zijn legio voorbeelden en niet alleen op deze site, ook op andere sites, artikelen, boeken, filmpjes, noem maar op. Auteurs wanen zich soms bioloog, ecoloog, hydroloog en meteoroloog. In mijn optiek kun je eigenlijk alleen maar vanuit je eigen ervaring praten waarom sommige zaken wel of niet werken (door de commercie moet je zelf maar heen prikken). De waarom-vraag, dus waarom iets wel of niet werkt, kun je alleen beantwoorden als je er wetenschappelijk bewijs voor hebt.
Wat vinden jullie van al deze pseudo-wetenschap en hebben jullie zelf ook van die standaard voorbeelden die altijd maar weer worden verkondigd?
Ik ben het met je eens! Veel wordt geschreven en gezegd op basis van aannames. Daarnaast Is het zolangzamerhand een groot commercieel circus. Het gaat enkel en alleen om de verkoopcijfers Van hengels en materialen en wij vissers zijn zolangzamerhand koopzieke schapen geworden!
Ik denk dat de verklaring vrij simpel is. Kijk maar eens naar de hengelsportbladen- en boeken van de afgelopen 20 jaar. Het gaat voortdurend maar in cirkeltjes. De mensen die in de bladen komen zijn onder geen beding specialisten op het gebied van vissen danwel schrijven. Ze zijn handig met social media, computers en camera's, maar kunnen verder niets dan anderen nablaten. Koppel daaraan dat ze spulletjes gratis krijgen en je hebt jaarlijks dezelfde 'lege' artikelen vol onzin, met als enige verschil dat de auteurs elk seizoen weer spulletjes krijgen om verkapt aan de man te brengen. Jij denkt dat je artikelen leest, maar het is in 99% van de gevallen niets anders dan branded content.
Zoals je al memoreerde is een vis een koudbloedig wezen. Daarom is zijn metabolisme van een geheel andere orde dan de onze. Hij hoeft zijn lijf net warm te houden en kan daarom met minder voedsel toe. Denk maar aan een python die weken kan overleven op één prooi. Omdat er dus hiaten zitten in hun aasgedrag wordt er in de commercie handig op ingespeeld met allerlei tricks en trucs...ratels, kleurtjes voedingssupplementen smaakstofjes. enz . Vissen is uren maken niets meer en niets minder, alle prostaffers ten spijt
Helemaal met je eens Karel!!!
Wat nu in de bladen staat... Wisten we 20 jaar geleden ook al.... Iedereen vist op zijn eigen manier... Maar het komt allemaal op het zelfde neer. Enkel materialen en aassoorten worden ontwikkeld en in bladen omschreven door verkapte prostaffers...niet om vis te vangen maar om vissers te vangen. Neem nu bijvoorbeeld de Vistechnische Dienst... Leuk om naar te kijken en informatie genoeg.... Maar eigenlijk wisten we dit 15 jaar geleden al... Immers Dietmar Isaiasch maakte toen al voor de bekende merken van deze filmjes. Dus ja, leuk maar overbodig.
Als afgestudeerd bioloog moet ik vaak lachen om wat er allemaal wordt beweerd in de hengelsportwereld. Vooral op YouTube en in de bladen weet de gemiddelde pro-visser alles van het beestje af, maar blijkt de basale kennis vaak te ontbreken. Hoe vaak ik mensen wel niet heb horen zeggen dat een snoekbaars een hybride tussen een snoek en een baars is in mijn leven.
Vissen komt hem uiteindelijk neer op het vinden van de juiste locatie, kun je zelfstandig een topstek vinden zonder hulp van anderen dan ben je in mijn ogen een echte pro-visser. Echter zijn de meeste Nederlandse pro-vissers mensen die het hele land door rijden naar reeds bekende stekken en daar de held gaan uithangen, en zichzelf dan wijsmaken dat het echt ligt aan hun vaardigheden. Met alle onzin argumenten van dien.
Toch moet ik zeggen dat sommige aannames in het roofvissen wel enigzins logisch zijn en vaak biologisch te verklaren. Wetenschappelijk wordt het echter niet omdat er geen controle groep is.
Op dagen dat je veel snoek vangt op een bepaalde rode plug wisselt men vaak alle pluggen naar deze kleur en voila het werkt alle snoeken moeten rood hebben vandaag! Maar wat was er gebeurd wanneer een groene plug voor dezelfde snoekenbek had gehangen? We zullen het nooit weten.
Uiteindelijk draait het allemaal om commercie en verkoop, en een hoop mensen vallen ervoor. Ook ik koop wel eens een nieuw stukje kunstaas en vang er dan mooie snoeken op, maar of het stukje kunstaas nou daadwerkelijk beter is dan het oude blijft een raadsel. Een ding is zeker, de prijs is wel toegenomen. Waar je vroeger voor 20 cent een goede shad kon kopen betaal je nu 1.80 voor hetzelfde stuk rubber, wat heftig gepromoot is door visser X.
Je moet het ook eens van de andere kant durven bekijken.
Als alleen datgene geschreven mag worden dat wetenschappelijk vast staat, dan zou er niet veel te schrijven vallen over de hengelsport. En wie moet er dan over oordelen of iets geschreven mag worden? Wetenschappers die het vaak onderling oneens zijn? Of moralisten die graag betuttelen of ecologisten die alleen maar groen denken, of al die andere puristen die graag censureren....?
Gelukkig zijn er mensen die hun ervaringen, hun theorieën en hun conclusies durven te delen want er staan nog heel veel meer mensen klaar om dat allemaal te lezen en ze zijn zelf groot genoeg om te oordelen/ervaren wat realiteit en wat fictie is.
Laat me eindigen met een persoonlijke ervaring van vandaag. Ik heb al tientallen jaren een grote voorkeur voor vissen in bewolkt en regenachtig weer omdat ik ervan uitga dat de vis dan minder passief is. Is dat wetenschappelijk bewezen? Neen! Wil dat zeggen dat ik ervan overtuigd ben dat er in zonnig weer niets te vangen valt?. Neen! Vanmiddag voor halftwaalf ving ik twee leuke roofvissen in zonnig en zwoel weer. Kort daarna werd het onweerachtig en begon het zelfs wat te druppelen; het koelde een aantal graden af. Ik hoopte onder deze ' gunstigere" omstandigheden nog een paar extra visjes te vangen maar dat werd één grote misrekening. Moet ik nu voor eeuwig mijn bek houden over de impact van het weer op vangsten?
Neen toch, hetgeen dat telt is wat ik over vele tientallen jaren heen heb ervaren! Zo werkt wetenschap toch ook??
@ Fons: ik ben het met je eens dat er dan heel weinig over zou blijven. Zodra je je hobby wetenschappelijk/empirisch gaat benaderen gaat het een vaak ten koste van het ander. Het zijn er maar zeer weinig die dat kunnen (volhouden). Uiteindelijk zijn dat wel degenen die de sport naar een hoger plan tillen. Denk maar eens aan een Richard Walker, Rod Hutchinson of Frank Warwick binnen de karpervisserij., of een Fred Buller binnen het snoeken. Dat zijn schrijvers die door veel denkwerk, onderzoek, testen en noteren écht steekhoudende boeken en artikelen hebben kunnen publiceren. Dergelijke auteurs zijn op één hand te tellen, want de meesten delen niet hun eigen ervaringen, theorieën en conclusies. Die maken zich er makkelijk vanaf door dezelfde onzin keer op keer te kopiëren, met als thema het seizoen op dat moment, overgoten met een sausje van commercie. In de kern zijn die artikelen slechts kruimels uit vervlogen tijden, achtergelaten door de echte pioniers en innovators. Dat betekent geenszins dat ze hun bek moeten houden, maar wel dat ze direct vergeten worden zodra ze dat doen.
Blijkbaar word alles wél gelezen, anders waren er niet zoveel meningen over.
Voor mij is het geen punt, ik kijk en lees wat ik nuttig of leuk vind en al het andere laat ik voor wat het waard is.
Ik ben het met jullie eens dat je niet alles wetenschappelijk kunt benaderen. Maar sommige dingen worden wel erg stellig gebracht, je kunt soms ook aangeven dat je ervaring hebt opgedaan, maar daar niet meteen een verklaring voor hebt?
Ja. Bijvoorbeeld het steeds weer terugkerende verhaal van kunstaas voor snoek dat veel 'lawaai' moet maken in het water - trillingen, waterverplaatsing, dat soort dingen - impliciet, of expliciet aannemend dat snoeken op hun zijlijn jagen en richten. Toen ik dat eens nader moest onderbouwen ben ik de literatuur (de wetenschappelijke literatuur) ingedoken, en wat blijkt, snoeken zijn puur zichtjagers. Plak hun zijlijn af, en ze vangen vrijwel evenveel vis, op vrijwel dezelfde manier als onbehandelde snoeken. Plak de ogen af, en ze komen om van de honger (kort door de bocht). De zijlijn is hooguit van belang bij de finale plaatsbepaling gedurende het 'schot'. Snoekvliegen moeten dus helemaal geen 'lawaai' maken onder water - ze moeten vooral goed zichtbaar zijn.
Klopt Henk, maar ook dat lees je geregeld wat je schrijft. Het is telkens een herhaling van zetten