Zorgen over ecosysteem Oosterschelde

Persbericht Sportvisserij Zuidwest Nederland

Zorgen over ecosysteem Oosterschelde 

Sportvisserij Zuidwest Nederland steunt de PvdA in hun oproep om meer duidelijkheid te krijgen over de oorzaken én mogelijke oplossingen voor de verslechtering van het ecosysteem in de Oosterschelde. Sportvisserij Zuidwest Nederland bezig met o.a. Stichting ARK, Rijkswaterstaat en Provincie Zeeland om samen met enkele wetenschappers de problematiek van de Oosterschelde in begrijpbare taal op papier te krijgen.

Momenteel maakt de PvdA-statenfractie zich ernstige zorgen over het functioneren van het ecosysteem in de Oosterschelde. De PvdA wil van het dagelijkse provinciebestuur weten wie er verantwoordelijk is voor dit probleem en of er maatregelen moeten worden genomen. Volgens de statenfractie hebben ook mosselvissers last van de voedselarmoede in de Oosterschelde.

Er verschijnen de laatste dagen veel artikelen in de media over het functioneren van het ecosysteem in de Oosterschelde. Sportvissers en hengelsportverenigingen constateren al jaren een negatieve ontwikkeling en een flinke daling van de vangsten in de Oosterschelde.


De bruinvisstand in de Oosterschelde loopt terug.

Uit onderzoek van Stichting Rugvin  naar de doodsoorzaak van bruinvissen in de Oosterschelde blijkt dat verhongering, vermagering en infecties de belangrijkste doodsoorzaken zijn. De verhongering zou komen door het tekort aan wijting, dikkoppen en kabeljauw in de Oosterschelde. Ook de aanwezigheid van onder meer de Japanse oester zorgt ervoor dat vislarven moeilijk kunnen overleven.

Sportvissers constateren al jaren een flinke afname van de visstand in de Oosterschelde. Sinds de jaren negentig zien wij al een daling in de vangsten vanaf zowel kant als boot. Echter, met name de laatste vijf jaar zijn de vangsten en daarmee zeer waarschijnlijk ook de visstand dramatisch ingestort.

Waar in de jaren ’80 en ’90 nog bijna 100 commerciële charterboten (waar sportvissers vanaf kunnen vissen) dagelijks uit de verschillende havens voeren, zie je tegenwoordig op een goede dag nog maximaal twee handjes vol van deze boten op de Oosterschelde.


Lege dijken langs de Oosterschelde.

Voorheen zat op elke dijk wel iemand te vissen en werden er jaarlijks vele honderden viswedstrijden georganiseerd waarvoor het animo zeer groot was. De laatste jaren komen sportvissers nog maar nauwelijks naar de Oosterschelde, neemt het aantal wedstrijden af en doen er steeds minder mensen aan wedstrijden mee. Tientallen hengelsportverenigingen zitten door de slechte vangsten in slecht weer en de jeugd komt al helemaal niet meer naar de waterkant.

Om de huidige toestand in cijfers uit te drukken: een deelnemer vangt tijdens een wedstrijd ten oosten van de Zeelandbrug gemiddeld 0,5 vis per wedstrijd van 3 à 4 uur. Minimaal de helft van de sportvissers vangt dan dus helemaal niets meer.

De laatste jaren wordt er door veel partijen nagedacht over de oorzaken van de achteruitgang in de Oosterschelde. In willekeurige volgorde komen de wetenschappers tot drie belangrijke factoren:
- Allle West-Europese wateren worden voedselarmer.
- Er is veel overbegrazing van schepdieren, waaronder Japanse oesters, maar zeker ook andere soorten;
- Diverse morfologische omstandigheden veranderen, zoals afname van platen en ondieptes (zandhonger) afname getij en stroming, enzovoorts.