Zomervakantiebarbelen
Deel 4: Techniek
Door Sijmen Majoor
Het is al laat in de middag als we aankomen op de camping. Snel de tent opzetten, een hapje eten en dan naar de rivier toe! Ik loop een heel stuk stroomopwaarts om de rivier te bekijken, om te zien waar alle hotspots zich bevinden en om eventueel vissen te spotten. Bij elke hotspot gooi ik een klein handje maïs neer.
Als ik weer stroomafwaarts loop kan ik bekijken of de maïs is verdwenen en of er vis aan het azen is. Overhangende begroeiing, diepe geultjes, grindstrookjes, allemaal interessante visplekken. Als ik in de schemer weer terugloop naar de camping zie ik vis springen. Forel, of toch barbeel?
Als ik wat dichterbij kom zie ik inderdaad een schooltje grote barbelen azen in een diep geultje waar ik wat maïs had neergegooid. Hier ga ik morgenavond vissen! Nu eerst terug naar de camping om nog een lekker koud biertje te drinken en om te genieten van de avond in Zuid-Frankrijk!
Om je vistactiek te bepalen is het nodig om eerst de rivier te verkennen. Dit kun je doen door langs/door het water te lopen en te zoeken naar hotspots en aanwezige vissen. Ook is een kano zeer geschikt, zoals ik in deel 2 al heb verteld. Een goede polariserende zonnebril is daarbij echt onmisbaar! Heb je de hotspots eenmaal gevonden, is het tijd om je tactiek te bepalen.
Kleine rivieren
Op kleine rivieren en beken probeer ik altijd struinend te vissen, dit is vaak de beste manier om grote vissen te vangen. Ik loop dan langs de oever op zoek naar hotspots en voer dan een klein beetje maïs. Als ik een 5- tot 10-tal voerplekjes heb gemaakt, vis ik deze in dezelfde volgorde af. Hierbij blijf ik niet langer dan 10 minuten op een stek.
Krijg ik binnen die tijd geen beet, dan voer ik nog een handje maïs bij en ga dan naar de volgende stek. Dit geldt ook als je een grote vis hebt gevangen of hebt verspeeld. Die heeft de voerstek dan zeer waarschijnlijk verstoord en de andere aanwezige vissen verjaagd. Ook een goede techniek is met een grote naaktslak aan een grote haak individuele vissen aanwerpen.
Vaak werp ik stroomopwaarts van de vis in en laat de naaktslak met stroming mee richting de vis drijven. Ook een drijvende korst/sprinkhaan kan soms een ‘dodelijke’ tactiek zijn. Dit werkt met name erg goed op stilstaande of langzaam stromende gedeelten van de rivier.
Trotten met een dobber is ook een goede optie. Hiervoor gebruik ik, afhankelijk van de stroming, stickfloats, avons en chubber floats. Hiermee kun je het aas perfect controleren. Je moet wel zorgen dat je het aas een beetje tegenhoudt in de stroming om een zo natuurlijk mogelijke aasaanbieding te krijgen. Hierbij gooi je bij iedere drift een klein beetje maden/casters of hennepzaad mee zodat je een mooi voerspoor krijgt.
Stickfloats, avons en chubber floats.
Feedervissen met een lichte madenkorf gevuld met maden/casters en hennepzaden kan ook zeer succesvol zijn. Je moet wel altijd zorgen dat je zo licht mogelijk vist. Met te zware korven verjaag je de vissen gemakkelijk.
Grotere rivieren
Op grote rivieren is het vissen met de feeder vaak de beste keuze omdat je dan een constant voerspoor maakt. Dit trekt de vis aan en je houdt ze dan ook goed op je stek. Omdat de omstandigheden ruiger zijn (dieper water, hardere stroming) verjaag je de vis niet snel met je voerkorf.
Het materiaal dat je hiervoor gebruikt moet wel een stuk zwaarder zijn dan op kleinere rivieren. Je gebruikt soms korven van 100gram om je aas goed aan te kunnen bieden. Ook ledgering met groot, sterk ruikend aas kan zeer succesvol zijn. Je vist veel verschillende, eventueel voorgevoerde stekken af en laat het haakaas langzaam over de bodem kruipen todat een vis het aas oppakt.
Heb je niet binnen 10 minuten beet, dan ga je naar de volgende stek. Ook kan je het aas heel statisch aanbieden. Dit kan ook zeer succesvol zijn. Door de ruigere omstandigheden is het vissen met de dobber niet gemakkelijk. Echte specialisten kunnen met zwaarder materiaal toch goed vissen op grotere rivieren.
Montages
Ik ben groot fan van Des Taylor. Dit is een heel bekende hengelsportjournalist uit Engeland. Des heeft altijd 1 stelregel: ‘Keep it simple!’ Dit is precies wat ik altijd probeer te doen. Ik vis niet met moeilijke montages, die kunnen toch alleen maar in de knoop raken.
- De feeder/ledge- montage
Hiervoor gebruiken ik het schuivende systeem van Korum, de Running Rig Kit. Dit is een simpel, compleet systeem dat nooit in de knoop raakt en waar je een zeer goede beetregistratie door krijgt.
Het systeem heeft geen glimmende onderdelen die de vis eventueel kunnen afschrikken. Als onderlijn gebruik ik vaak de kant-en-klare onderlijnen van Preston en Korum. Deze zijn van een prima kwaliteit en je hebt veel keuze in haakmaat/lijndikte en onderlijnlengte. Behalve als ik dingen terplekke aan wil passen (meer of minder lengte, andere haakmaat), dan maak ik mijn onderlijnen zelf.
- De freeline-montage.
Ik gebruik hiervoor een haak die past bij mijn aas. Bijvoorbeeld een haak 4/6 bij een naaktslak ,worm, brood en luncheonmeat en een haak 8/10 bij het vissen met mais en maden. Deze knoop ik rechtstreeks aan mijn hoofdlijn. Eventueel kun je wat loodhagels toevoegen op 10cm van je haak om je aas sneller en beter op de bodem te krijgen.
- De dobbermontage
Hiervoor gebruik ik een stroomdobber zoals hierboven vermeld, en gebruik ik 2 soorten loodverdeling:
- Al de loodhagels als bulklood, net boven de onderlijn. Deze manier gebruik ik als het hard stroomt en ik strak tegen de bodem wil vissen.
- De ‘shirt button’-manier waarin het lood over dezelfde afstand wordt verdeeld over de lijn om een zo natuurlijk mogelijke aasaanbieding te krijgen en zo ook vissen uit de hogere waterlagen te kunnen vangen.
Houd je ogen altijd open en leer van andere vissers. In Italië bijvoorbeeld vist men veel met de Bolognese-hengel, hiermee vangen ze erg veel vis. Ook in Frankrijk vissen de locals met de dobber en kunnen zo goed vis vangen. Andere Nederlandse, maar zeker ook Engelse vissers zijn vaak erg open over hun montage en techniek. Doe er je voordeel mee.
Ik hoop dat ik jullie de basis heb mee kunnen voor over het vakantievissen. De technieken toepassen moet je gewoon leren door te doen. Blijven proberen en uitzoeken wat het beste bij je past en wat op dat moment werkt. Veel plezier komende zomer en vergeet niet om van de natuur te genieten. Tight lines!
Groet, Sijmen.