Zomerse gecombineerde Ierlandvakantie (Deel 6)
Door Bart Debaes
De man uit de hengelshop had me verteld dat ik een behoorlijke kans op zeeforel had bij het bevissen van het surfstrand. Als dit niet lukte dan moest ik het proberen op de soorten platvissen die er veelvuldig voorkwamen.
Nadat ik de kids had afgezet bij TurfnSurf spoedde ik me er naartoe, de vrouw zou een kustwandeling maken. Ik wou nog voor de surfdrukte in de stroming, kort tegen de rotsen, mijn eerste zeeforel hebben geplukt. Het was een prachtige stek om te staan vissen, maar de zeeforellen gaven niet thuis. Nochtans leek alles aanwezig: helder water, wat kleine vis, stroming, kleine lepeltjes die zo verleidelijk door de branding kwamen, maar ja, het spelletje heet vissen.
In de stroming tegen de rotsen.
Eénmaal de surfers aankwamen leek het me veiliger om op te schuiven. Ik kwam verderop een Ier tegen die net was gestopt om de platvis te belagen. Het ging niet goed, en hij begreep echt niet hoe het kwam. Eerlijk gezegd zonk de moed me behoorlijk in het waadpak. Na anderhalf uur proberen met zowel een standaard onderlijn als met de platvislepel, gooide ik de handdoek in de ring.
Spinnen in de branding.
Vooral de veelvuldig voorkomende plantenslierten die in mijn lijn bleven hangen, verziekten de boel. De rest van de vistijd vol gemaakt met spinnen op de zeeforel, maar ook dit werd door de groene slierten verpest. Als bijna na iedere worp groen in je dreggen hangt, dan moeten de zeeforellen wel veel honger hebben om toe te slaan. In de namiddag trokken we dieper Yeats-country binnen.
Yeats country.
Daarom moesten we de zalmrivier, the River Drowes kruisen.
River Drowes.
Dat deze rivier ook goed voorzien is van bruine forellen geeft een raar gevoel aan iemand die deze vissen associeert met de sterker stromende watertjes in de Ardennen en Duitsland. We deden te voet een natural trail aan.
Natural trail.
Natuurlijk hielden we telkens halt als we riviertjes moesten kruisen om te zien als we vis konden spotten. Omdat dit telkens zo was, ligt nu al een lichte vliegenhengel klaar om hiermee de volgende trip overuren te kloppen. We trokken daarna verder naar Gleniff Horseshoe. Wat een spectaculair mooi omgeving was dat!
Spectaculair mooi.
Regelmatig waanden we ons in Canada.
Bijna Canada.
Ik had een kajak besteld voor de avond, en had afgesproken met Michael Patton dat de rest van het gezin bij hem in de boot kon. De moeder van mijn kinderen was er namelijk niet voldoende in gerust als dat allemaal wel zo veilig was met een kajak op zee.
Veilig bij Michael op de boot.
Michael ken ik ondertussen al een paar jaren, hij gidste ons indertijd ook al toen we hier voor het eerst vanuit de bellyboat de polakken kwamen belagen. (zie De Roofvis uitgave 75) Michael is een verwoed zeevisser en dat hij zijn stiel kent blijkt uit het feit dat hij onlangs werd verkozen tot kapitein van de Ierse ploeg. Het 'Ride' model van zijn boot Wilderness bleek een zeer stabiel model te zijn, waarmee je vlot door het water klieft.
Stabiele Ride.
Telkens te snel om te trollen, want mijn pilkertjes huppelde steeds in het wateroppervlak. Toch sloeg de hengel regelmatig dubbel en was een makreel even de klos. Overal rond konden deze felle rakkers gevangen worden, de jongens amuseerden zich rot.
Makrelen takelen is leuk.
Op mijn pilkertje kwamen ze per stuk, maar op een spinlat is dit zeker geen straf. Voor pollak, steenbolk en lipvis moesten we toch de rotspieken opzoeken met de dieptemeter. Eenmaal zo een stek gevonden was het dan ook snel prijs. Vooral als een strip makreel aan de paternoster werd gehangen hapten de polakken nog sneller toe. Ook een aantal kleine platvissen kwamen de binnenkant van de boot bekijken.
Kleine platvis op grote aasstrip.
De lijkresten van de aasvis aan de meeuwen voeren vond ook papa leuk om doen.
Makreelresten voeren.
We namen een klein deel van de makrelen mee als avondmaal, veel versere vis dan dit kon niet.
Makreelfilé à volonté.
Bart Debaes
Wordt vervolgd.