Zo moeder zo zoon
door Johan Caneel
Als je als visser getrouwd bent en kinderen hebt, hoop je er natuurlijk op dat er een visser tussen zit. Om je heen zie je die combinatie regelmatig en ook het samen optrekken dat daarmee verbonden is. Mij is dat niet gegeven. Als een vreemde eend in de bijt, maak ik deel uit van de familie. Ruim tien jaar geleden nam ik zoonlief nog vaak mee en dat vond hij best leuk. Maar al spoedig bleek dat de aandacht die hij kreeg, hem meer boeide dan het vissen.
Eén van de laatste keren schuifelde hij met me mee en vroeg ik hem de hengel met de aasvis een eindje te verslepen, terwijl ik met kunstaas bezig was. Alle kanten opkijkend nam hij de hengel op en sleepte deze een aantal meters volkomen ongeïnteresseerd mee. Toen ik vroeg waar de dobber gebleven was, kwam hij er achter dat de aasvis wel eens ten prooi zou zijn gevallen aan een snoek. En jawel, na een ferme dril, kwam er zo’n 80 cm snoek boven water. Op de foto ermee natuurlijk. Leuk hoor zo’n joch dat de vis alleen met handschoenen of een doek durft aan te raken.
Afspraak
Dan komt de dag dat hij zijn viskoffer aan je geeft, en zegt: ‘Pa, ik hoef dit niet meer, ik doe er toch niets mee, gebruik jij het maar’.
Niets heeft de vonk doen overslaan. Niet de forellen uit de Oostenrijkse beek, na afloop van een dag skiën. Niet de Luxemburgse kopvoorns die we staande in de rivier aan vliegen en broodkorsten vingen. Niet de karpers die hij kwam fotograferen aan de vijver waar ik in het donker bezig was. Ten einde raad heb ik een eenzijdige afspraak met hem gemaakt. Eén keer per jaar gaat hij met me mee om te varen en te vissen. Hij vaart dan uiteraard. Vorig jaar heb ik dat ingesteld, autoritair hè Op de IJssel probeert Pa snoekbaars te vangen tussen de kribben. Zoonlief staat nota bene ook met shads te gooien, maar helaas blijven de aanbeten achterwege. Gelukkig weet ik nog een snoekbaars van 70 cm te vangen en mag hij de gelukkige vanger fotograferen. Ach, als hij Pa daar een plezier mee doet, is hij daarvoor niet te beroerd!! Hoewel, met die 4 pk schiet het niet echt op.
Ik zal er mee moeten leren leven. Het leven is hard, zullen we maar zeggen. Anderzijds krijg ik wel alle ruimte om mij uit te leven in de verslaving die hengelsport heet. Zowel moeder als zoon gaan daar in mee. Het stoppen met de fietscross, na enkele flinke valpartijen, biedt mij ineens weer de ruimte om helemaal op te gaan in mijn eigen sport. Nu beide kinderen de deur uit zijn, vult mijn echtgenote haar tijd ook met andere zaken en komt het leven er ineens heel anders uit te zien. Dit verlangt wel inlevingsvermogen in elkaars drijfveren en de wil om tijdens de afwezigheid van de ander tot een zinvolle tijdsbesteding te komen. Niet verwonderlijk dus dat moeder en zoon, ook onafhankelijk van elkaar, heel druk zijn met alles wat met kleine wieltjes te maken heeft. Ikzelf doe daar iets minder fanatiek aan mee, net als mijn dochter. Een visser moet ten slotte iets meer voor de conditie doen, dan alleen maar vissen. Toch groei je op deze wijze niet helemaal uit elkaar. Voor moeder is er nu een extra bellyboat besteld, zodat we samen het water op kunnen, ook al vist de één en de ander niet. Zo gaat het dus ook met die ene visdag per jaar met mijn zoon.
Op een mooie zomerse dag in augustus hangen we aan het begin van de middag de boot achter de auto. We hebben besloten om een middag / avond te gaan en zien wel hoe het zal lopen. De geluiden over de vangsten zijn de laatste tijd erg slecht en de verwachtingen daarom niet hoog gespannen. Inmiddels is de 4 pk vervangen door een prachtig glimmende zwarte buitenboordmotor met een vermogen van 8 pk. Op de rivieren is dit toch een stuk steviger en veiliger dan de 4 pk motor, die er voordien aan hing. De trailerhelling die ik wil gebruiken ken ik alleen vanaf het water. Toch hebben we de betreffende jachthaven snel gevonden en de toestemming om te traileren blijkt geen enkel probleem te zijn. De helling is wel wat steil, maar door voorzichtig en doordacht te werk te gaan, levert dit geen enkel probleem op. Al snel varen we de rivier op en geef ik het stuur uit handen. We varen snel een eind stroomafwaarts om vervolgens tegen de stroom op te kunnen slepen. Dan valt mijn oog op wat waterplanten langs de oever. Ik vraag hem de elektromotor in te schakelen om dit stukje water, langzaam driftend met jerkbaits en shads te kunnen bevissen. Vooral de waterplanten die naast de plompenbladeren door de oppervlakte schemeren geven mij goede hoop dat er vis te vangen moet zijn en na enkele worpen is het al raak en hoe!! Ik zeg dat het een grote vis is en merk aan mijn zoon dat hij dit voor kennisgeving aanneemt. Tenslotte verkeert pa al gauw in een bepaalde staat van opwinding als het om vissen gaat. Wanneer ik hem het schepnet aanreik wordt de nieuwsgierigheid groter en wanneer de vis na enige tijd het net nadert hoor ik hem zeggen, ‘dat is een grote zeg’ en vervolgens draait de metersnoek voor het net weg en duikt voor de zoveelste keer de diepte in. Enige ogenblikken later schept hij de vis resoluut en is vol bewondering over de inhoud van het net. We mogen haar dan ook absoluut niet laten ontsnappen, geeft hij te kennen. Een blik in de (grote) bek ontlokt een uitroep van verbazing over de grote hoeveelheid tanden waarmee de bovenkaak is bezet. Terwijl ik het net in het water houdt varen we naar een strandje om de vis te kunnen onthaken, fotograferen en meten.
Mijn zoon gaat de kant op en brengt alles in gereedheid, terwijl ik de vis onthaak. Enkele koeien kijken loom toe, terwijl ik met de vis naar de kant kom. De mooie dame wordt meerdere keren op de foto gezet, terwijl ik haar liefdevol in mijn armen houdt. Wat er ook gebeurt, onze dag kan niet meer stuk. Maar dat de vis wel stuk kan, blijkt even later. Tot mijn knieën in het water staand heb ik de vis weer in balans gebracht en wacht tot ze op eigen kracht wegzwemt. Nog even zien we de staart en dan is ze verdwenen!! Dan ruimen we alle spullen weer op, totdat mijn zoon de vis plotseling weer aan de oppervlakte ziet drijven. Snel springen we weer in de boot om de reanimatie in gang te zetten. De vis vasthoudend varen we naar dieper en kouder water. Ondertussen heeft een koe het plan opgevat om de foto-apparatuur eens te bestuderen. Een studie waar wij met argwaan kennis van nemen. Gelukkig doet het koudere water de vis goed en plotseling duikt ze, met een krachtige zwaai van de grote staart, weg in de diepte. Wij weer snel naar de kant om de koe van een grondiger studie van onze spullen af te houden. De vis zien we niet meer terug.
Met blote handen
Wat is er nu mooier om zo’n belevenis met je zoon te delen. Geduldig vaart hij mij heen en op de manier zoals ik het graag wil. Er is van alles te zien op het water. Een zeilklas doet haar best om zonder wind toch voortgang te boeken. Enkele meisjes vatten het plan op de boot langs de oever te trekken, wat weer hilarische situaties oplevert. Prachtige jachten en sloepen passeren. Andere vissers geven pessimistische geluiden af over de vangsten, maar wij klagen niet. Toch blijft het urenlang rustig. Van alles wordt er in de strijd geworpen, maar niets levert resultaat op. Wel zien we een hermelijn langs de oever en een meeuw die na enkele pikken een aangespoelde vis afkeurt voor consumptie.
De avond kondigt zich al aan, wanneer ik stroming zie op een stuk rivier waar we nog niet zijn geweest en waar ik ook nog niemand heb zien vissen. De stuurman brengt mij er naartoe, terwijl ik de verticaalhengel voorzie van een slank shadje en voldoende lood om de stroom te trotseren. Een paar mannen zitten op de kant te vissen. Aangezien hun dobbers geen aandacht vereisen, richten ze die op ons. Ik gooi de shad in en laat hem afzinken naar de bodem. Een paar keer tik ik hem op een voel een dreun. Verwonderd volgen de vissers op de kant onze verrichtingen en zien even later 63 cm snoek in de boot getild worden. Dat de tijd niet stil heeft gestaan blijkt uit het feit dat ik deze keer niet zelf hoef te landen. In één keer wordt de vis in de nek gegrepen en binnengetild. Geen doek, geen handschoen, nee met de blote handen. Hoe anders was het tien jaar geleden ook al weer. Om het af te ronden vraag ik de stuurman de boot nog een keer op de stroomnaad te laten driften en jawel: tik, tik, boem! Een snoekbaars van 45 cm komt binnen, terwijl we de visser aan de andere kant van de rivier horen zeggen dat het vandaag helemaal niets is.
Beleving
Terwijl ik inpak, raast de boot nog even op volle toeren over het water en zoeken we met een voldaan gevoel de trailerhelling op. Het doet me extra goed te horen dat ik nu beter word begrepen.
Het blijven zoeken, proberen, doorzetten en uiteindelijk toch weer resultaat, is mijn stuurman niet ontgaan. Nu is het wachten op de foto’s om deze dag ook visueel in herinnering te kunnen houden. Thuisgekomen blijkt andermaal dat een negentienjarige niet voldoende heeft aan vissen met pa en al snel is hij weer gevlogen om andere uitdagingen op te zoeken. Gelukkig heeft hij al laten weten, volgend jaar nog wel eens mee te willen.
Ondertussen heb ik al weer een ander gewillig oor gevonden om mijn intense beleving van deze dag te delen. Toch heerlijk dat er mensen zijn die kunnen genieten van jouw plezier in een hobby die hen niet echt aanspreekt. Zo moeder, zo zoon.