Zig rig, de opzichtige verleider

Zig rig, de opzichtige verleider

door Steven Wielink

Karpervissers van deze tijd lijken open te staan voor allerlei nieuwe ontwikkelingen op hun terrein. Lijken, want er zit een addertje onder het gras. Als je drie of vier keer een nieuw aas, een andere haak of een alternatieve rig hebt geprobeerd en de resultaten vallen tegen, dan worden ze meestal afgedaan als waardeloos. Soms echt ten onrechte. Over een van zijn probeersels wil Steven Wielink het hier hebben; zijn ervaringen met de zig rig, een pop-up aan een lange onderlijn vanaf het lood.

Meestal wordt een pop-up zo’n vier tot tien centimeter vanaf de bodem gevist. Een enkele waaghals probeert het eens op twintig of dertig centimeter vanaf het lood, maar dan heb je het wel gehad. We kennen de karper als een echte bodemazer, maar soms kun je met drijvend aas aan de oppervlakte prima scoren. Een enorme watermassa tussen de oppervlakte en even boven de bodem blijft dus onbevist en dat terwijl we weten dat karpers vaak een stuk boven de bodem hangen of zwemmen. Daar zijn ze, behalve soms met een zwevende korst of een langzaam zinkende vlok wit brood, niet te vangen, denken we. Zelf ben ik er intussen wel achter dat dit lang niet altijd klopt.


De zig rig op de onthaakmat.

Eerste poging:Bingo!
Enkele jaren  geleden begon ik op een nieuw water van enkele hectaren groot met een  leuk bestand. De twee of drie toppers wogen tussen 32 en 40 pond. Na een moeizaam begin had ik tegen eind april al redelijk wat vissen gevangen, maar de twee hoofdprijzen had ik nog niet kunnen verleiden. Na een nacht met een mooie midden twintiger schub, zat ik zo maar wat te mijmeren.  Het was al tien uur en ik zou straks heel langzaam gaan opruimen. De tent en stretcher had ik al weggebracht. De put is niet zo groot, dus ook het A-team moest eens langs mijn voerplekjes komen.

Er wordt echter al jaren intensief gevist en daarom zouden ze misschien voorzichtig op een afstandje blijven, of argwanend hoog boven de voerplek zwemmen. Opeens schoten de verhalen over de zig rig uit vooral Engelse bladen me door het hoofd: een pop-up aan een lange onderlijn. In Nederland hoor je daar bijna nooit iets van, maar in  Engeland wordt er veel meer mee gevist dan bij ons en vaak met succes.
Met een stuk hoofdlijn van 35/00 van ongeveer anderhalve meter lang,  voorzien van een vlijmscherpe Ashima 900 (maatje 4) en een felrose pop-up van 16 mm was de onderlijn snel gemaakt. Ingooien iets links van de  voerplek en even een uurtje proberen. Waarom die lengte van anderhalve meter? Ik viste tamelijk dichtbij, onder aan een talud waar het ongeveer vier meter diep was. In het glasheldere water zag ik niets zwemmen, dus als er al vissen in de buurt waren, zwommen ze diep.

Een kwartier later begon een Delkim hevig te stotteren en na een stevige dril kon ik een dikke dertiger scheppen, de kroonprins van dat water. Een prachtig resultaat, want als ik toen geen beet had gekregen, had ik waarschijnlijk de zig rig voor een heel lange tijd afgeschreven.
De meeste beten op dit water kwamen op bodemaas en misschien is het desondanks stom dat ik de zig rig daar nog maar een enkele keer heb ingezet. Met mooi weer trouwens wat dichter naar de oppervlakte. Dat leverde nog een paar vissen op, maar zeker niet meer dan vissend op de bodem of met een normale pop-up.

Boven de waterplanten
Toen het na de paai steeds drukker werd, vluchtte ik naar rustiger wateren en ving op de oude vertrouwde manier prima. Zo verdween de zig rig weer naar de achtergrond, totdat ik weer eens langs ging bij een ondiep watertje met een leuk bestand. Het was een mooie septemberdag met weinig wind. Met hulp van mijn polaroidbril en een peilhengel ontdekte ik al gauw dat het water helemaal dichtgegroeid was met allerlei soorten wier en vooral waterpest. Hier en daar kwam het tot aan de oppervlakte en op het resterende deel tot zo’n halve meter onder de oppervlakte. Waar de karpers waren, hoefde ik niet te raden, want op enkele plekken zag ik staarten wapperen en lome wellingen. Ze aasden boven op de ondergedoken wiervelden, die wemelden van allerlei soorten larven en slakjes.

Hoe zou ik dit aanpakken? Drijvend vissen had daar geen zin. Brood en brokken had ik ze al vaak ruimhartig voorgeschoteld, maar ze beliefden het niet. In mijn kleine vistas had ik nog wat pop-ups en een restje hennep. Daar moest ik dan maar gebruik van maken. Omdat het water ongeveer 1,3 meter diep is, koos ik voor een zig rig van ongeveer 1,1 meter, zodat de pop-up net boven de waterplanten uit zou komen, als het lood er tenminste goed doorheen zakte. Voor de veiligheid zat het lood op een safety loodclip.

Na het ingooien verdween de pop-up keurig onder de oppervlakte. Geschrokken door de plons golfden enkele karpers weg, maar daarom niet getreurd. Met de katapult schoot ik enkele flinke cups hennep om de pop-up en vertrouwde erop, dat ze nieuwsgierig een kijkje zouden komen nemen. En of ze kwamen! Al na ongeveer tien minuten verraadden enkele lome golven en kleine wervelingen de terugkerende karpers. De ene hengel waarmee ik viste, lag op een paar geknakte rietstengels en strak daarachter zat ik op de grond met het hart in de keel en mijn rechterhand op de reelhouder om snel te kunnen reageren. De grote boeggolf waarmee de gehaakte karper er vandoor ging, zag ik nog eerder dan het kromtrekken van de top. De vis bleef hoog en kon even later veilig geland worden.
 

Haken en drijvend aas. Thuisgeknoopte onderlijnen voorzie ik van een dunne hair en line aligner. Aan het water werkt een no-knot het beste om snel een passende onderlijn in elkaar te zetten.

Nummer twee kwam een half uur later en hoewel die eventjes vast kwam te zitten, kon ook deze prachtvis, inclusief lood en een grote klomp wier, in het net gemanoeuvreerd worden. Je begrijpt, dat ik die rig na deze ervaringen wat meer ben gaan gebruiken, al is dat dan meestal maar op een hengel.
Als je het ook eens serieus wil proberen, geef dan de moed niet te snel op. Zeker als je vist op een zwaar begroeide bodem, of als je karpers onder de oppervlakte ziet zwemmen (en watervogels maken je het vissen aan de oppervlakte onmogelijk), of als je al een tijd lang zit te blanken, kan deze methode je zeker extra kansen geven.

Dit praktische artikel is één van de vele weer zeer lezenswaardige bijdragen die u kunt lezen in nummer 54 van Dé Karperwereld. Deze nieuwe uitgave is vanaf 31 mei 2007 voor € 8,75  te koop in de beter gesorteerde boekhandels en hengelsportspeciaalzaken. Klik hier voor nadere informatie over een abonnement.