Zeehengelsport nr. 7: Heimelijk verliefd op Wiesje… (deel 2)
door Cees Plomp
Hondshaaitje
Ad dacht even later de eerste te hebben gehaakt en na een eigenaardige dril kwam tijdens deze typische najaarsvisserij een mooi hondshaaitje van een centimeter of 60 boven water. Leuk, zo’n oude bekende uit Ierland! We hadden beslist niet verwacht op de Westerschelde zo’n doggy te zullen vangen en na gemeten en uitgebreid gefotografeerd te zijn, kon deze exoot weer terug het water in. Het was ondertussen elf uur geworden en bij de alleszins schappelijke all-inn prijs hoorde ook een lekkere bak chocomel de luxe.
Neen, we hoefden zo vóór de lunch geen alcohol, maar het stiekem toegevoegde puntje Stroh rum kon de goedkeuring van iedereen wegdragen. Dat ging er samen met een lekker gevulde koek wel in. En steeds meer ging de stroming eruit en steeds beter gingen we vangen. Vooral forse wijtingen en zo nu en dan kwam er een leuke gul tussendoor. Zonder uitzondering haalden die gullen de Belgische wettelijke minimummaat van 50 cm -15 cm groter dan in Nederland nodig is om zo’n vis voor de consumptie te mogen behouden.
Zo’n doggy zou je niet meteen verwachten op de Westerschelde.
Om een uur of één was de stroming er bijna uit en werd het volgens Hank tijd voor een aanpassing van de aasaanbieding. Hij toverde een eigenaardige driehaaks paternosters voor de dag, met op de staande lijn bij elke stalen afhouder een loodbol van zo’n 20 gram. Er was bijna niet mee te gooien, maar het spul lag wel als een huis. Gewoon laten zakken was op dat moment het devies. Daar werd de gul pas echt vrolijk van, want gedurende het eerste stukje van de kentering werd er uitsluitend gul gevangen.
Om niet om te komen van de honger (sic!) werd er een broodje worst of een uitsmijter geserveerd en daarna volgde een lekkere bak snert. Dat lekkers kwam op het moment dat de stroming er volledig uit was, evenals de beet. Zodra ons Lieve Wiesje weer een piepklein beetje op het minimale stroompje kwam te liggen, leek het alsof Neptunus op zijn startfluit blies.
Net zo plotseling als de aanbeten waren weggevallen, werd de vis weer volop actief. De semi-zomervisserij kreeg wederom een vervolg van onze Ad, toen hij een prachtige tong naar boven draaide. Die was overigens een ietwat ander lot beschoren dan zijn eerdere hondshaai…
Scharren meppen
Inmiddels begon het afgaande water flink aan te trekken en nam de tot dan nog stevige wind plotseling sterk in kracht af. Hank vroeg ons of we nu zin hadden om gericht nog wat scharren te gaan meppen. Die paar platvisjes die we tot dan toe tussen de wijtingen en gullen door bijeen hadden weten te sprokkelen, waren hem blijkbaar niet voldoende.
Dikke scharren lagen als het ware gestapeld!
Het verloop van de ochtend had ons doen inzien dat deze schipper drommels goed weet wat ie doet en er was dan ook niet veel voor nodig om ons te overtuigen. En dus werd er koers gezet naar het Nollenplaatje, op een mijltje of vier varen. Op de stek aangekomen, werd ons gevraagd om even op de dieptemeter te komen kijken. We zagen op het scherm een zeer scherp aflopend kantje, dat van een meter of vier afzakte tot een meter of elf. En daarboven veel vissignaal op de dieptemeter.
Dat moesten dus haast wel wijtingen zijn, zo dachten alle opvarenden. Volgens Hank werden die vissignalen echter veroorzaakt door niets minder dan massaal aanwezige schar. De vissignalen die soms wel tot drie meter boven de bodem zichtbaar waren, zouden dus veroorzaakt worden door die bescheiden platvisjes?
Zeker in het najaar maak je ook flinke kans op een tong!
Ik heb altijd gedacht dat die strak op de grond bivakkeerden, maar kreeg geen tijd om aan de verstandelijke vermogens van onze Grote Leider van de dag te gaan twijfelen… De driehaaks paternosters met nu wat kleinere haken lagen nog niet op de grond, of er begon wel ergens een hengel te rammelen. Geen postzegeltjes, maar mooie, dikke scharren die het ook bij de prijs inbegrepen aas niet konden weerstaan. Gedurende de leuke visserij kregen we uitleg over het toch wel wat eigenaardige karakter van dit visgebied.
Voor een leuke wintervisserij komt het gewoon zeer nauw aan op de plaats waar je vist en vooral de stroming die er staat. Rondom de Spijkerplaat maakt het niet zo erg veel uit of je met opkomend of met afgaand tij vist. Het is echter zaak de plaats te zoeken waar niet zo verschrikkelijk veel stroom staat. Als de vissen een anker nodig hebben om op hun plek te blijven, is het zaak om een plek op te zoeken waar minder stroming staat.
Met behulp van de extra loodballen op de staande lijn, ligt deze paternoster als een huis en is dan uiterst effectief voor de gul.
Het klinkt wat vreemd maar je zou zeggen dat er in de nauwe doorgang tussen Vlissingen en Breskens altijd evenveel stroom staat. Niet dus. Als er aan de zuidkant van de plaat (de Rode kant) nog flink wat stroom staat, kun je met veel minder stroom terecht bij de HSS boei. Ook wat verder richting Sloehaven liggen bijna droogvallende stukken die ervoor zorgen dat de stroom flink afgeremd wordt. En zo is er op dit water dus eigenlijk in alle omstandigheden wel een geschikte stek te vinden.
Op de Westerschelde is eigenlijk in alle omstandigheden wel een geschikte stek te vinden.
Het Nollenplaatje -en dan vooral dat scherp aflopende stuk- moet uitsluitend met afgaand water bezocht worden. Als het water daar op begint te komen, lijkt het wel of er op de welbekende fluit wordt geblazen en dan hoef je er niet te blijven liggen. Na deze korte uitleg tijdens een leuke scharrenvisserij, was de tijd aangebroken om terug te keren naar de haven.
‘s Ochtends ging het ons misschien niet vlot genoeg, maar ook ‘s avonds wordt er niet op een uurtje gekeken en onder een schitterend avondzonnetje voeren we aan op het sluisje van de Buitenhaven van Vlissingen. Op de weg terug hebben we de vis schoongemaakt en verdeeld. Iedereen had ruim voldoende schar, wijting en ook de nodige gullen om het thuisfront heel veel plezier mee te doen.
De sluis wordt een minuutje of 10 van tevoren aangeroepen en stond open om ons lekker vlot te schutten. Waar een emmertje schoongemaakte wijting al niet goed voor is… In de sluis namen we er met elkaar nog een ouderwetse oorlam op en na de schutting werd zeer tevreden afscheid genomen van schipper Hank. Zo’n dagje bootvissen is zeker voor herhaling vatbaar.
Wiesje XL
Deze visdag vond plaats in oktober 2009. Volgens het geldende principe: ‘Nieuwe boten varen sneller, maar oude weten de stekken’, heeft de gouwe ouwe Colvic Coastworker die dag prima haar best gedaan. Om zijn vele klanten nóg beter van dienst te kunnen zijn, heeft Hank zijn spaarpot omgekeerd en in plaats van de ‘kleine Wiesje’ heeft hij inmiddels een ‘Wiesje XL’ in de vaart genomen in de vorm van een fraaie 38 voets Aquastar Sportranger. Wij kunnen niet wachten op onze eerstvolgende trip met Hank en zijn Wiesje!
Cees Plomp
Een portret van Wiesje…
· Boottype: Aquastar Sport Ranger 38 voet
· Lengte: 11,58 meter
· Breedte: 3,63 meter
· Motor: 250 pk John Deere
· Maximaal aantal vissers: 10
· Opstaphaven: Vlissingen
· Dagtarief: € 75,- p.p. all-in, d.w.z. incl. eten, koffie, warme chocomel, gebruik van hengels onderlijnen, lood én aas
· Afhuur gehele boot: op aanvraag
· Contact: tel. (vanuit NL): 06-54938121 - www.wiesje.net - hank.perree@casema.nl
> Eerder verschenen: deel 1 van Heimelijk verliefd op Wiesje.
Bovenstaand artikel is een van de opnieuw weer uiterst informatieve en lezenswaardige bijdragen die zijn opgenomen in de eind deze maand verschijnende herfstuitgave van Zeehengelsport. Dit enige puur zoute hengelsportmagazine van Nederland en België is vanaf dat moment voor € 5,50 te koop in de boekhandel en kiosk.
Kijk voor een interessante abonnementsaanbieding op www.hengelsporthuis.com