Zalmbeleving in het hoge noorden – deel 1
door Jelle Westerhuis
Zit nog behoorlijk vol met adrenaline van de zalmtrip naar Noorwegen. We hebben genoten van een weekje vissen in het noordelijke deel van Noorwegen en de start was stroef. Stroef in die zin dat we pas zaterdags boekte om de dag erna al te vertrekken. Een latertje dus… het ging even niet anders.
We hebben een weekje genoten van Noorwegen… Als vanouds levend aan een rivier, lekker stukgaan op de prachtige visserij op zalm.
Na bijna de doorvlucht gemist te hebben konden we gelukkig toch nog mee en onze reis voortzetten richting eindbestemming. Ook hadden we nog een meevaller omtrent de ‘odd-size luggage’, deze keer kwam ie wel aan! Vorig jaar hebben we drie dagen kunnen wachten op ons materiaal en daar ben je dan flink ziek van! Dit keer gelukkig geen stilstaande bagageband waar maar geen welbekende hengelkokers op verschijnen… Ze kwamen er snel en vrolijk vanaf rollen. Yes!
Uiteraard was een gesmeerde start teveel gewenst en zo was het deze keer de huurauto van Europcar die het liet afweten, althans niet de auto, maar wel de verhurende tussenpersoon. Na enkele keren bellen werd gewoonweg de telefoon erop gegooid en daar moesten we het maar mee doen…
Zonder vervoer kun je in dit gebied niet geweldig veel…
Gelukkig was er nog een andere gedupeerde, een Noor die wat behendiger de weg in de telefoon wist te vinden en die de tussenpersoon - half dronken - toch via een omweg kon bereiken en zover wist te krijgen dat ie naar de luchthaven kwam… Met populaire woordjes en weggelachen excuusjes konden we uiteindelijk toch met z’n allen een auto pakken om verder te trekken naar de definitieve eindbestemming… zucht… “Gaat het toch nog een keer op normale manier gebeuren…”, dacht ik bij mezelf.
’s Avonds dus later aangekomen bij de vooraf besproken cabin en we konden eindelijk de vermoeiende reisdag afsluiten door de slaapzakken in te kruipen, de ogen te sluiten en te dromen over aankomende dagen. Wat zou het gaan brengen? Hoe ziet de rivier eruit? Wat zijn de condities? Komt er verse vis op? En al dat soort dingen. Ik geloof dat ik zelf al bij de tweede vraag lag te snurken na een tweetal glazen van de op de vluchthaven gekochte alcoholische versnapering in literfles.
De volgende ochtend bijtijds uit het stapelbed gekropen en met trillende vingertjes van haast kinderlijke spanning de spullen in orde gemaakt, vliegen geselecteerd, schietkoppen geknoopt, verbindingen netjes gemaakt en de vergunningen gehaald die ons legaal aan de rivier zouden maken vanaf zes uur die avond.
De vliegen gaan met enige vertraging door de vingers, een stilte valt en vervolgens wordt beslist of hij mee mag of in de wacht wordt gezet.
Vroegtijdig vertrokken we uiteraard naar de rivier, terug naar eenzelfde stek die we, of beter gezegd Wimsema, vorig jaar met succes had gevonden. Toen was er volop activiteit, maar nu? In geen velde of wegen een visje te bekennen, geen spatje van dattum, op een zachte aanbeet na - waarschijnlijk een proever - in de tweede run. “Nou… we staan in ieder geval weer met beide beentjes op de grond…”, aldus Wimsema aan het einde van de avond…
Hij had natuurlijk ook honderd procent gelijk en het was ook goed zo, het moest zo zijn. Even terug op aarde en beseffen dat het geen normale gang van zaken is dat je maar aan een zalmrivier verschijnt en je lang verwachte wens in vervulling laat gaan in slechts een paar geviste uurtjes… waanzin ook om dat in je hoofd te halen. Maar ja, je bent zó ‘eager’!
Eindelijk mag je dan en hoop je zo snel mogelijk een verlossende beuk op die dubbele te krijgen… toch nu eerst even weer terug op aarde.
We trokken terug naar onze kleine hut met krakkemikkig stapelbed, overdachten het gepasseerde en verdwenen weer in onze slaapzakken… morgen een nieuwe dag met…?
Een nieuwe dag met beide benen dus weer op aarde. Dit keer geen uitgebreide voorbereidingen, maar gewoon met de zooi kant-en-klaar richting rivier. Geen geneuzel meer aan lijnen of wat dan ook, hooguit een vlieg wisselen tussen de runs door, that’s all. Heerlijk… Gewoon vertrouwen hebben in je set-up.
Niks prettiger dan met vol vertrouwen de stroom af te vissen. Alhoewel… het moment dat het antwoord komt is toch wel het beste.
We startten de dag en besloten allebei een ‘eigen’ stukje water te pakken, wel zo lekker ook om een verse pool te bevissen en te weten dat je in ieder geval blanco start en vissen bevist die nog niet helemaal aan gort gevist zijn en haast panisch op de bodem liggen met een helm op voor de zoveelste overdrijvende kabel.
Vliegen worden zorgvuldig – voor zover je daarvan kunt spreken – uit de doos gepikt en aangeknoopt. Met een gezonde dosis vertrouwen worden ze delicaat te water geduwd op eerst kleine afstand, om vervolgens op langere afstand geswinged te worden. De eerste run brengt niets en ach, dat zijn we inmiddels wel gewend… De tweede run wordt gemaakt en halverwege een dof, maar duidelijk en massief antwoord. Een directe hanger.
De tweede run wordt gemaakt en halverwege een dof, maar duidelijk en massief antwoord. Een directe hanger…
Met de telefoon op de loudspeaker bel ik Wimsema: “Heb er één aan hangen!” “Oké, kom eraan!” De vis blijft in de pool en blijkt op een klein momentje na, niet de behoefte te hebben om de pool te verlaten. Gestaag blijft hij doorknokken in de knallende stroom voor mijn neus en het voelt weer fantastisch aan, die doffe knal en dat stompende geweld in die volle stroom… ’t Is zó immens verslavend.
Wimsema komt aangelopen en pakt de camera uit m’n op de kant liggende rugzak. De eerste plaatjes zijn geschoten en binnen niet al te lange tijd kan ik de vis landen. Een zilveren pijl ligt strak in de vuist en ben zo blij als een klein kind die zijn eerste speen krijgt. De man wordt rustig onthaakt, in het water gehouden en langzaamaan weer teruggezet. De spanning is grotendeels weggeëbd, weg uit m’n lijf en hoofd.
De man wordt rustig onthaakt, in het water gehouden en weer teruggezet. De spanning is grotendeels weggeëbd, weg uit m’n lijf en hoofd.
De inmiddels gebruikelijke high-five vliegt door de lucht en we staan tevreden maar stil op de kant. Het voelt als het begin… De eerste is eruit… de gedurende het gehele jaar opgebouwde spanning is weg. Nu Wimsema nog… en die kwam aan de beurt… en hoe!
Ik verliet tevreden de pool en Wimsema besloot nog even te blijven. Telefoon… Wimsema Mobiel… “Hangen!” De mobiel verdween weer in één van de waadjackzakken en ik ging met versnelde pas naar hem toe. Kwam een kromme hengel tegen, een hele kromme. De vis hing al een tijdje in de pool en had meermaals gesprongen, maar hield zich nu voorlopig nog eventjes gedeisd.
Enkel de flat beam hing uit de top, tot dusver niets spannends. Toch bleek het al snel uit de hand te lopen. De vis ging zenuwachtiger bewegen en trok meer richting de uitloop van de pool, kort in de richting van de volgende pool… en de volgende… en de volgende… Er zat niets anders op dan mee te gaan lopen, de vis op de vinnen te volgen. De backing liet zich inmiddels ruimschoots zien en we moesten stappen gaan maken… snellere stappen.
De backing toonde zich nu ruimschoots en het werd tijd om mee te gaan lopen.
We lopen de bocht om, uitkomend in een diep en snelstromend pooltje. De hengel wordt tussen de bossen takken doorgewurmd en het blijkt goed af te lopen. De hengel breekt gelukkig niet en de vis zit er nog aan… De hengel is terug in handen van Wimsema en we lopen rustig van pool naar pool naar beneden. De laatste pool is kansloos voor de Atlantische zalm; er zit een haast stille uitloop achter en daar moet ie het dan ook na een kwartiertje naknokken afleggen.
De vis kan uiteindelijk geland worden en verschijnt heerlijk op de digitale. Het is ronduit een prachtige, een fantastisch gekleurde dame die op zoek is naar de juiste man om op de juiste plek in de rivier voor het nageslacht te zorgen.
Iedere keer wanneer je de vis weer terugziet krijg je weer als vanzelf een glimlach op je gezicht. Zegt genoeg…
Wimsema is zo gegrepen door deze prachtige vis dat ie - volgens mij zonder dat ie het in de gaten had of erbij nadacht - zomaar in de rivier ging zitten om de vis op adem te brengen. Ook dat leverde mooie plaatjes op… genot ten top. De spanning is er nu voor ons beide af en we kunnen verder. Ik moet echter wel zeggen dat ik, toen ik de vis van Wimsema zag, wel de enorme wens kreeg om een keer zo’n vis te vangen. Zo mooi, zo kleurrijk, zo waanzinnig gevormd…
Kleurrijk, solide, hoog, zwaar, levendig, vechtlustig…
Een ander kleurrijk wonder verscheen niet veel later… Binnenkort deel 2.