Wrakbaars in de Oosterschelde?
door Peter Dohmen
Zeker weten zullen we het nooit!
In de derde week van april j.l. ontstond er enige beroering op de digitale snelweg. Vanuit diverse richtingen ontving ik mailtjes over een op de Oosterschelde gevangen ‘vreemde’ vis.
De eerste melding kwam van de secretaris van de Belgische B.C.S.A. – Boat Angling, Paul Phlips, gevolgd door berichtjes van Raffie ‘Zeevisland’ uit Noorwegen, Bennie Muizelaar en diverse anderen. Ik opende de eerste foto die als bijlage was gemaild en dacht in een flits: wrakbaars!
Maar op de Oosterschelde?
De vangst van zo’n wrakbaars (Polyprion americanus; Engels: Stone Bass) op de Oosterschelde zou namelijk ronduit opzienbarend zijn! Deze Atlantische vissoort is weliswaar een enkele keer in Nederlands water aangetroffen, maar dat was ver op de Noordzee. Ik weet daarnaast van vangsten in de zuid-Ierse wateren en ook wel van het Engels kanaal. ‘s Zomers wordt er namelijk weleens zo’n wrakbaars gezien onder een drijvend plakaat wier en/of vuil en als je die dan een stuk makreel aanbiedt, dan wordt zo’n vis ook zo af en toe wel gevangen. Maar nogmaals: op de Oosterschelde? De hoogste tijd voor enige diepgaande research, samen met mijn aloude vismaat en tevens voorzitter van de NCRZ, Hans van Loenen.
Haak no. 2
De vis bleek te zijn gevangen door Carlo van Rijen uit het Brabantse Zundert.
Carlo viste op vrijdag 11 april j.l. aan boord van het vanuit Colijnsplaat varende ms. Desiré van schipper/eigenaar Joop Zoeteweij. De schipper was voor anker gegaan in de nabije omgeving van het Goese Sas en Carlo viste daar op de bodem met een onderlijn met dwarrellijnen van Amesia rood en daarop een haak 2, beaasd met een cocktail van kweekzagers en zeepieren. Hij had zojuist ingegooid en was nog lijn aan het bijgeven, toen de vis het aas al greep. Carlo weet derhalve niet eens of hij de vis nu daadwerkelijk op de bodem heeft gevangen of dat het aas al werd gegrepen tijdens het zinken. In ieder geval was het onbekende visje mooi in de lip gehaakt.
Niemand aan boord wist echter om welke vissoort het hier nu eigenlijk ging, ook de schipper niet. De onbekende vis was naar schatting zo’n 20 cm lang, want de foto’s werden gemaakt op de deksel van zo’n bekende blauwe Shakespeare viskoffer en deze heeft tussen de verhoogde randen een breedte van 31 cm.
Hoe dan ook: na het maken van diverse foto’s werd de onbekende vis teruggezet. Een gebaar dat slechts valt te prijzen, maar dat tevens tot verwarring leidt bij de determinatie.
Het vreemde, krachtig gebouwde visje was zo’n 20 cm lang.
Deskundigen
Hans van Loenen mailde diverse foto’s direct door naar de wetenschappelijk adviseur van de NCRZ, dr. Henk Heessen van het Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies van Wageningen IMARES, het voormalige RIVO te IJmuiden.
Henk Heessen verbleef in het buitenland, maar op diens verzoek nam zijn collega Sieto Verver de handschoen op. De eerste indruk van deze deskundige was dat het vermoedelijk niet om een wrakbaars gaat, aangezien met name de tanden op het kieuwdeksel lijken te duiden op een andere soort. Welke soort het dan wel zou betreffen, probeerde Sieto Verver vervolgens te achterhalen door raadpleging van diverse internationale collega’s. Helaas waren ook die niet eenduidig in hun oordeel.
Phil Heemstra uit Zuid-Afrika mailde ervan overtuigd te zijn dat het hier een visje uit de familie van de Scorpaenidae betreft, het meest waarschijnlijk Sebastes marinus oftewel de roodbaars. Het aantal vinstralen en stekels in de rug- en anaalvinnen komt overeen met die van deze soort, al ontbreekt de kenmerkende rode kleur volledig.
Ook George Sedberry achtte een soort uit de groep der roodbaarzen het meest waarschijnlijk, al durfde hij geen harde uitspraak te doen over de precieze soort. In de tussentijd had Hans van Loenen ook contact opgenomen met onze oude vriend dr. Han Nijssen, voormalig conservator van de Afdeling Vissen van het Instituut voor Taxonomische Zoölogie van de Universiteit van Amsterdam en auteur van o.a. de Veldgids Zeevissen (2001).
Han Nijssen stelde op zijn beurt dat het zonder twijfel een wrakbaarsje betreft. Hij raadpleegde diverse literatuur, waaronder ‘The fishes of the Gulf of Main’, waarin veel informatie wordt gegeven over de harde kenmerken van deze soort, zoals de vele stekels op de kop, het aantal stekels en stralen in de vinnen en de kleurbeschrijving met veel crèmekleuring op het lichaam bij jonge exemplaren.
Al met al genoeg informatie om het visje als wrakbaars te identificeren.
De naam wrakbaars is overigens afgeleid van het feit dat veel jonge exemplaren aan de onderkant van wrakhout en losgeslagen wiervelden met de Golfstroom langs west-Europese kusten naar het noorden ‘drijven’. De verspreiding van deze soort is enorm: aan beide zijden van de Atlantische Oceaan zowel oostelijk als westelijk van Canada tot Brazilië en van Noord Noorwegen tot aan Kaap de Goede Hoop. Larven zijn aangetroffen in de Middellandse Zee.
En met deze informatie van Han Nijssen zijn we dus eigenlijk weer terug bij af. Hij trekt immers dezelfde conclusie als ik onmiddellijk deed bij de eerste indruk van de foto.
Ongewis
Zonder de vis daadwerkelijk op de snijtafel te kunnen ontleden, zullen we echter nooit met 100% zekerheid weten of Carlo nu daadwerkelijk een wrakbaars heeft gevangen of wellicht toch een roodbaars. De deskundigen komen immers niet tot een eenduidige conclusie en het visje dat alle rumoer veroorzaakte, zwemt weer lustig rond in de Oosterschelde.
De vis zwemt inmiddels weer lustig rond in de Oosterschelde…
Aangezien de soort niet kon worden vastgesteld en de vis ook niet nauwkeurig werd gewogen of gemeten, komt de bijzondere vangst van Carlo niet in aanmerking voor opname op de recordlijst van de NCRZ. Meer dan een bijzondere vermelding in het Jaarverslag over 2008 zit er niet in (zie: www.ncrz.nl)
De enige tastbare herinnering is dan ook de Noordzee Kanjer badge van ons magazine, die Carlo inmiddels heeft mogen ontvangen. En natuurlijk het feit dat hij een visje boven water bracht dat de deskundigen versteld deed staan…
Deze bijzondere vangstmelding en andere meldingen van Kanjers van Eigen Kust kunt u lezen in uitgave 4/2008 van het specialistische zoute hengelsportmagazine Zeehengelsport.
Daarin vind u verder ook bijdragen over het vissen op zeebaars van de strekdammen in Noord-Holland en op harder in het Europoortgebied, materiaaltesten, wedstrijdnieuws en nog veel meer zeevisinformatie.
Klik hier voor meer informatie!