Witvissen bij hoog rivierwater
Door Willem Stolk
Zowel in het voor- als in het najaar is het normaal dat de rivieren in ons land buiten hun oevers treden. De rivieren Waal, Rijn, IJssel en Maas moeten ruimte maken voor het vele smelt- en regenwater. Er ontstaat tijdelijk een prachtig maar totaal ander landschap. Veel dieren zoeken hun onderkomen bij hoogwater elders, dichter bij de dijken of zelfs erachter. De ganzen en eenden moeten het grasland verruilen voor het water. Voor de vissen echter zijn deze momenten welkom.
Zowel de roofvissen als de witvis maken gebruik van de situatie en zoeken de graslanden af, waar veel voedsel te vinden is. Vooral in het voorjaar is het een prachtig gezicht om te zien hoe karpers en brasems zich te goed doen aan al dat lekkers. Het voedsel dat genuttigd wordt bestaat hoofdzakelijk uit pieren. De vissen staan op hun kop om de beestjes tussen de grasstengels en planten te verorberen. Hun staarten komen daarbij boven water en aan het bewegen van de oeverplanten kun je zien dat ze volop hun buikjes aan het vullen zijn. De variatie aan vis die je kunt vangen is groot. Alle soorten witvissen trekken er op uit als met hoogwater de tafel is gedekt.Zeker in het voorjaar zijn de ondergelopen graslanden een walhalla voor de vissen. Dat wij vissers er gebruik van kunnen maken is zeker.
Het zal jullie niet verbazen dat ik hier in ieder geval gebruik van maak, ik woon immers in het land van Maas en Waal. Zowel de uiterwaarden van de Maas als die van de Waal zijn goed in deze periode. Je kunt door het volgen van de weersberichten en de informatie op teletekst een redelijke inschatting maken wanneer het water gaat stijgen. Belangrijk is het om van tevoren te kijken waar je wilt gaan vissen. De vis komt het grasland op op zoek naar voedsel. Langs de kanten waar planten staan is het voor de vis ook nog eens veilig. Het zijn plekken waar ze een redelijke beschutting hebben tegen roofvissen. Zodra het water opkomt bekijk ik vooraf waar ik wil gaan vissen. Ik markeer een aantal plekken met takken zodat ik ongeveer weet waar ik moet vissen. Zou je dit niet doen dan kan het gebeuren dat je op een plek zit waar je continu vast komt te zitten. Het bespaart je materiaal en ergernis. Kijk ook eens langs de oevers of je de vis ook echt kunt zien, en onthoudt die stekken. Als er op een bepaalde plek veel vist aast is het meestal de moeite waard om er een hengeltje uit te gooien.
Roofblei
Het vissen bij hoog water op de uiterwaarden verschilt nogal van de omstandigheden wanneer het water zijn normale peil heeft. Gericht vissen op brasem, voorn of karper is er niet bij. Dit komt omdat de vissen gek worden van het aanbod aan pieren waardoor ze verspreid azen en grazen. De variatie aan vis die je kunt vangen is daarom ook zo groot. Voorn, brasem, karper(tjes), winde en zelfs roofblei vang ik regelmatig. Over roofblei gesproken, twee jaar terug viste de OVB bij ons in de buurt van Beneden Leeuwen in de doorstroming van de Waal om te kijken wat voor jong broed er zit en hoeveel. Ze vingen er onder andere roofbleitjes. Vorig jaar (1999) ving ik ook met regelmaat roofbleitjes van rond de tien centimeter en dit jaar zijn ze alweer groter. Ik heb vernomen dat de roofblei tien centimeter per jaar kan groeien. Dat belooft dus wat. En omdat ik gehoord heb dat ze niet te eten zijn, zullen ze ook niet gauw worden weggevangen
Massa’s kleine roofblei
Techniek
De beste methoden om vis te vangen is naar mijn mening met de vaste stok of de matchhengel. Vissen met de feederhengel raad ik niet aan omdat het gewicht van de voerkorf ervoor zorgt dat alles tussen het gras verdwijnt of wegzakt in de modder. Je begrijpt dat dit niet werkt. Om met de vaste stok te beginnen, deze hoeft niet langer te zijn dan vijf meter, voorzien van een tuigje van ongeveer vier meter. De dikte van het nylon is 14/00. De vis aast voornamelijk langs de kanten dus een lange stok is niet nodig. Wel is de top van mijn stok voorzien van elastiek, die vangt de eerste run op. Vis ik met de matchhengel dan is mijn molen gevuld met 16/00 nylon. De redelijk dikke nylon is noodzakelijk omdat je er best grote vissen kunt verwachten. De keuze van de haak begint bij nummer 12 omdat hier piertjes op geschoven moeten worden. De dobberkeuze is afhankelijk van de stroomsterkte en de wind. Staat er stroming dan vis ik met een bol stroompennetje. Het gewicht pas ik aan de stroomsnelheid aan. Staat er geen stroming dan vis ik met slanke pennetjes van ongeveer 1 gram.
Eenvoud siert
Bij het gebruik van voer en aas beperk ik me tot alleen bruin broodmeel en pieren, veel pieren. Het is zonde van je geld om een uitgebalanceerd voer te maken of te kopen, omdat dit naar mijn mening geen nut heeft in deze omstandigheden. Eenvoud siert dus. De vis aast in deze periode op pieren en daarom is voer van ondergeschikt belang. Het voer maak ik in twee fasen nat zodat alle deeltjes zinken. Ik knip veel pieren door het voer zodat de vissen zo min mogelijk argwaan krijgen. Ik kan jullie verzekeren dat de pieren een optimaal voer, en tegelijkertijd ook aas zijn. Alle witvissen trappen erin en dat maakt het juist zo mooi. Voeren doe ik relatief weinig, ik gebruik in totaal ongeveer twee kilo nat broodmeel. Ik schiet eventueel met de katapult wat pieren rond de stek. Pieren laten zich perfect transporteren via de katapult.
Aasaanbieding
Tot slot is de aasaanbieding enorm belangrijk. Is de bodem bedekt met gras of planten dan kun je haast niet zwaar op de grond vissen. De pieren bewegen immers nog en wroeten zich met haak en al vast in de grond. Meestal vis ik net boven het gras zodat ik niet vast kom te zitten. Ik ken een aantal stekken waar de bodem langs de kant alleen uit modder bestaat en daar kan ik het aas wel op de grond aanbieden. Het vissen met hoogwater is anders dan normaal en je kunt van alles verwachten. Juist dit maakt het zo interessant om die paar weken dat het water hoog staat te gaan vissen.
Samengevat
Voordat het water omhoog komt doe je er goed aan eens te gaan kijken waar je kunt gaan vissen. Markeer je stek door een stok of tak in de grond te steken. Volg de weersberichten en kijk op teletekst, die verschaft veel informatie. De vaste stok en de matchhengel zijn goed te gebruiken omdat je niet ver uit de kant hoeft te vissen. De feederhengel is niet geschikt omdat de korf wegzakt tussen het gras of wegzakt in de modder. Gebruik nylon van ongeveer 14 tot 16/00 voorzien van een flinke haak (12). De keuze van de dobber hangt samen met de stroming en of wind. Maak een eenvoudig voertje en neem vooral veel pieren mee. De variatie aan vissoorten is groot waardoor het juist zo leuk is. Is het eenmaal hoogwater sla dan je slag, het water is gezakt voordat je het weet.