De hele week houd ik nauwgezet de waterstanden van de Grensmaas in de gaten. De website van Rijkswaterstaat wordt in mijn gsm gezien als een van de favoriete bezoekadressen. Ik ben vooral geïnteresseerd in de waterafvoer en de watertemperatuur, al jaren.
We hebben nu al een paar weken redelijk wat regen voor de kiezen gekregen…en daar waar velen van ons depressief worden van regen, betekent dat voor mij meestal de start van mijn favoriete visseizoen. Ik kan al dat extra water wel waarderen. Een stromende rivier vangt nou eenmaal veel beter dan een stilstaande bak water. Ik ben niet zo’n zonaanbidder als het om vissen gaat. Ik vertoef liever aan de waterkant als de meeste recreatieve Maasbezoekers besluiten om binnen te blijven. Enfin, ieder zijn meug.
Omdat we een afvoer hebben van rond de 100 Kuub per seconde bij Eijsden, overleg ik kort met Henkie, mijn vismaat. Het kan ook niet anders dan kort, want Henkie is via app een man van weinig woorden. Vaak moet een antwoord in de vorm van een verstuurde emoticon aangeven wat zijn gevoel is bij een van mijn voorstellen. Hetgeen vaak uitgedrukt wordt met een duimpje. Hij is de moeilijkste niet. We kennen elkaar al ons hele volwassene leven. Dus al zeker tien jaar.
Ik heb voorgesteld om komend weekend nog eens een dagje te gaan roofbleien en dan op een stuk waar we normaliter niet komen. Voor hem is het sowieso voor het eerst dat hij hier het water gaat bevissen. Ik ben hier opgegroeid, ik kom hier al zeker 45 jaar. Gezien de stevige waterafvoer van de laatste week zou dit een plek kunnen zijn die wel eens voor verrassingen zou kunnen gaan zorgen.
Handbouw aasjes van een poolse kunstenaar
Zo gezegd, zo gedaan. Die ochtend rijden we richting de Maas. Ik heb een mooie selectie kunstaas meegenomen waarmee ik op roofblei goed uit de voeten kan vandaag. Het is een samenraapsel van pluggen die niet diep lopen met een klein lipje, een aantal Sliders van Salmo, een stuk of wat shads rond de 10 cm, een scala aan handbouwaasjes die ik van een Poolse visser koop die die dingen bouwt. Ik heb ze heilig verklaard. Voor de zekerheid heb ik mijn favoriete model een keer of 15 in reserve op de plank liggen. Ook Polen kunnen tegen een boom rijden……
Voor mij is vissen of roofblei, naast barbeel – en kopvoornvissen, een van mijn favoriete bezigheden. Ik krijg maar niet genoeg van die agressieve aanbeten en dito dril in het hard stromende water. En ik weet het, soms moet je wel 500 x werpen om überhaupt een aanbeet uit te lokken, maar soit….dat hoort er nou eenmaal bij. Over het algemeen weet ik elke sessie wel weer minimaal 1 zo’n karperachtige rover uit de tent te lokken, wie weet vandaag ook weer.
De app gaf vanochtend 135 kuub per seconde debiet aan, dat betekent dat het ondiepe water van de Grensmaas hard stroomt, serieus hard. We kunnen ongeveer een meter of 25 het water in lopen en dan wordt het opeens ruim anderhalve meter, dat weet ik. Dus veiligheid boven alles, we blijven bij deze stroming iets van het taludje vandaan. Mijn waadpak lekt een beetje merk ik, dat is klote. Ik blijf echter gewoon staan. Dan maar nat. Ik start met een Salmo slider en dan een 6 cm uitvoering van 13 gram. Ja. Je leest het goed. 6 cm. Die vindt je in Nederland helaas bijna niet, maar geloof me als ik zeg dat het een ideale maat is voor de visserij op roofblei. De meeste sliders haal ik uit Oost Europa. Het aasje werpt in combinatie met de juiste hengel en molen/lijn als een speer. Mijn eerste worp maak ik dwars op de stroming. Van ver zie ik het goudgele aasje al mijn kant uit komen in het redelijk heldere water. Op een meter of twee van me vandaan spat het water uit elkaar. Ik blijf beteuterd naar een pracht van een kolk kijken en roep op Henkie die iets verderop staat. De roofblei mistte mijn aas helaas. Dat belooft nogal wat zeg. Actie op de eerste worp. Helaas is het vandaag zo’n dag dat je 500 x moet werpen voor een eerste vis. En dat getal is een gemiddelde. Vandaag lag het denk ik wel rond de 700 x.
een hele fraaie sneep van de grensmaas
Na ruim 3 uur volle bak werpen krijg ik dan uiteindelijk mijn eerste aanbeet die blijft hangen. Het voelde echter niet vernietigend hard aan, maar dat mocht wat mij betreft de pret niet drukken. Vis is vis. Ik sta op een nieuwe stek en heb mijn nep visje parallel aan de oever gegooid op een meter of 10 van de kant vandaan. Daar krijg ik nu dus mijn eerste zwaar verdiende aanbeet op een metertje water. Ik word getrakteerd op een vrij sterke vis die echter niet het ruime sop kiest, maar die vooral stroomafwaarts wil zwemmen. Ik dril de vis secuur omdat het zomaar eens zou kunnen gebeuren dat dit de enige kans van de dag wordt. De vis blijft zwaar in de stroming hangen en het geheel voelt raar aan. Als ik de vis voor het eerst in beeld krijg, wordt het me duidelijk dat ik deze vis vals gehaakt heb, in de rugvin. Wat me ook al snel duidelijk wordt, is dat dit geen roofblei is. “Dit is een fokking sneep” roep ik naar Henkie. En wat voor een!! Ik land hier gewoon een sneep van een ruime halve meter. Whow. Ik snap dat dit niet de bedoeling is, maar ik ben wel erg verheugd dat ik zo’n zeldzame vis hier vang. Op een plek waar ik deze niet snel zou verwachten. We schieten toch een paar plaatjes en zetten dit extreem dikke exemplaar weer netjes terug. Ongedeerd. Mijn volgende worp haak ik er weer een, maar deze komt los. Een schub ( van een sneep) blijft aan de dreg hangen. Niet veel later haak ik er weer een vals, ook deze komt los. ………Verrek zeg…..In mijn gedachte ben ik volgende week al op sneep aan het vissen. Dat idee is in mijn hoofd zeer snel geboren. Hier ligt een school dikke snepen en wie weet ligt die er volgende week ook nog. Ik besluit niet meer op dat stuk te gooien en verkas iets verder stroomopwaarts. De lijn moet van mijn centrepin en dat moet dunner, lichter…bedenk ik. De lijn moest er sowieso vanaf omdat deze verkeerd opgespoeld zat zoals jullie afgelopen keer hebben kunnen lezen.
missie geslaagd!
Mijn enthousiasme over deze ontdekking groeit met het uur. Ik ga ze voorvoeren. Hennep, gekiemde tarwe, casters. Ik krijg het nog druk. Al denkende blijf ik stoïcijns met kunstaas werpen. Worp na worp. Heel snel, langzaam , dieper , ondieper. Ze zijn vandaag niet te vinden. Maar net als ik bedenk dat ik de handdoek alvast uit de tas ga halen om die vervolgens in de ring te werpen, op dat moment komt die alles verlossende beuk op mijn hengeltop. Ik kan een klein vreugdekreetje niet onderdrukken. Iedereen die op roofblei vist weet dat zo’n aanbeet iets met je adrenaline gehalte doet. Bij mij toch zeker. Binnen een duizendste van een seconde spuit het hormoon door mijn aderen. Heerlijk!!! De harde stroming maakt de dril nog veel lekkerder en als de meetlat 71 cm aangeeft, dan kan er wat mij betreft een vinkje achter de dag bij het woord “ geslaagd”.
Henkie beleeft een onvervalste blank, hij heeft zijn armen als het ware uit de kom gegooid, maar kon er geen misleiden. Gelukkig weet ik dat hij net zo kan genieten van de vissen die ik vang. De dag erna sta ik bij mijn pa op de stoep. Pa staat al zijn hele vissende leven te boek als sneep specialist. In de tijd dat de Maas altijd stroomde waren snepen veel beter te vangen dan tegenwoordig. Hij ving ze allemaal met de bolo hengel van een meter of 7 en een dobbertje. Ik weet zeker dat, als ik hem vertel wat ik heb ontdekt, hij er vanzelf enthousiast over gaat worden.
Volgende week gaan we sneepvissen.
Tot volgende week
Leon Haenen