Witvisperikelen 80:
“Vroeger”
Door Leon Haenen
Een dagje Grensmaas is alweer van een tijd geleden. Ik heb er enkel helemaal aan het begin van dit jaar een keer gevist. Ik ben er niet meer geweest. Te druk. Teveel mensen. Van heinde en ver….. Ik houd er niet zo van. De stek net over de Belgische grens is gebombardeerd tot een soort van barbelenmekka.
Een hele hoop fanatieke barbeelvissers komt hierheen om barbelen te vangen, een bedevaartsoort voor de barbeelvisserij. Vaak ook de weg van de minste weerstand, niks mis mee overigens, ik kies er zelf ook geregeld voor. Als visser, als jager, wil je ook succes boeken.
Op enig moment heb je de ijsvogel wel gezien…….. Vaak is het hier zo simpel om een gezonde portie barbeel te vangen dat de lol er, wat mij betreft, snel van af gaat. In elk geval statisch is die lol er snel van af. Vissen vanuit de steun wordt nooit mijn ding, dat is zeker.
Dezelfde hoeveelheid vissen op dit stuk rivier vangen met een dobbermontage is vaak andere koek. Maar dat zit er nu even niet in. Omdat ik pas geleden aan mijn knie ben geopereerd wil ik zo goed mogelijk genezen en wil daarom vandaag kiezen voor de weg van de minste weerstand. Statisch vissen aan de grensmaas. ..maatje Rik gaat vandaag met me mee.
Statisch vissen……
Ik ga zelf met twee hengels aan de slag. Rik kiest er aanvankelijk voor om met een hengel te starten. Omdat maden het aan de grensmaas vaak heel goed doen, hebben we ruim voldoende van deze beestjes ingeslagen. Verder de gebruikelijke zaken, pellets en zaden.
De weg naar het water is voor mij een lijdensweg. Ik heb mijn Pegone spulletjes mooi op de omgebouwde stoel vastgemaakt en heb de wielen onder de stoel gemonteerd. Nu is het opeens een handige kar. De afdaling naar de stek is echter erg steil. Mijn knie sputtert enorm tegen. Ik zie even vijf minuten serieus af. Ik ben dan ook blij als Rik me te hulp schiet.
Als ik aan het water arriveer moet ik even serieus uitrusten. Mijn knie wil terug naar huis………
De plek is bekend. De procedure nog veel meer. Ik start, net als Rik, met een montage met een madenkorf. Hij met Drennan, ik met een prachtig exemplaar uit de stal van Korum. Topkorven.
De madenkorven van Korum zijn echt top!
Omdat er erg veel mossels op de rivierbodem aanwezig zijn, vissen we beiden met fluorcarbon. Ik vis echter enkel met een fluorcarbon tussenlijn. De onderlijn is van nylon. Op het gedeelte van de montage waar de voerkorf over de rivierbodem schuurt, heb ik het geheel serieus zwaar uitgerust.
Dit trek je niet zomaar uit elkaar. Nadat we de montage in het water hebben liggen, ploffen we beiden neer in onze stoel. Ik ben blij dat ik zit omdat ik echt last van mijn knie heb, Rik ook, omdat hij een hele korte nacht heeft gehad waarbij hij ook nog eens serieus aan Bacchus heeft moeten offeren. Hij heeft het zwaar vandaag.
Het duurt erg lang voordat er iets gebeurt dat lijkt op een aanbeet. Ik ben de eerste die een signaal krijgt. Je weet wel, zo’n aanbeet waarbij je hengel eigenlijk last krijgt van een soort verlatingsangst. Er wordt hard aan getrokken, maar de hengel wil eigenlijk niet en blijft krampachtig in de driepoot staan.
De los afgestelde slip geeft met een signaal aan dat er een barbeel aan de andere kant vertrokken is met de hele handel. Voordat ik goed en wel uit de startblokken ben vertrokken, is mijn vis dat ook. Pfffffff. Sukkel. Inmiddels komt de Maas al serieus op. Goh, het zou ook eens niet zo zijn op zondag.
Terwijl het water wast, krijgt Rik een enorme beuk op zijn stok. Hij hoeft ook enkel nog maar de hengel uit de steun te grissen. De vis hangt er aan. Yes! Hij heeft het aan de stok met een mooie barbeel die onder de oever veel tegenstand biedt. Van lange duur is het allemaal niet, want binnen een minuut of twee kan ik het schepnet al onder de barbeel parkeren. 1-0 voor ons.
Een mooie dikke zestiger die het zomerpak al vervangen heeft door de “winterjas”. Op deze stek verwachten we er wel een aantal van deze vandaag, dus snel terug met deze beauty. Zo zijn de vissen wel op hun mooist, zo vlak voor het echte najaar.
De dag start met een topvis.
Als de bladeren van de bomen gaan vallen dan raken vele mensen “ van de leg”. Blijkbaar zijn er mensen die er niet tegen kunnen dat die blaadjes op de grond vallen…..tja….. maar hoe paradoxaal het ook klinkt, ik kan me echt verheugen op het slechte najaarsweer met veel water en dikke barbelen.
Ik ben al meer dan eens raar aangekeken door mijn vrouw als ik handenwrijvend naast haar op de bank zit terwijl Piet Paulusma aankondigt dat er een flinke bak regen over het zuiden neer gaat storten. Piet en ik, vier handen op een buik. Vandaag zijn al die elementen echter nog niet aanwezig.
We hebben een rustige dag getroffen. Kwestie van uitzoeken. Alleen de Maas werkt weer niet mee. Binnen een mum van tijd staan we bijna met de stoel in het water. We hoeven nog net niet te verhuizen richting de helling. Met de stijging van ruim een meter verdwijnt de eetlust van de barbelen. Wij krijgen op onze stek geen enkele beweging meer.
Sterk wisselende waterstanden.
Een vriendelijke Vlaming die 100 meter verder stroomafwaarts zit, doet ons voor hoe het moet en vangt redelijk rap achter elkaar twee barbelen. Het is daar ondieper. Hij vist net iets meer in de luwte. Ik ben niet op zoek naar excuses, het is eenvoudigweg zo. Hij zit beter. Wij wachten op beter, lees lager, water, meer kunnen we nu niet doen.
Als het water een uur later eindelijk weer begint te zakken, stijgen onze vangkansen net zo hard als dat het water zakt. We beginnen weer van voren af aan. De voerkorven gaan er weer aan en de maden landen weer op de stek. We krijgen beiden nog een goeie aanbeet, maar helaas zijn dit niet van die vissen uit de afdeling Kamikaze…..we missen ze beiden.
Dan krijgen we visite. Net op het moment dat iemand heeft besloten dat er weer een bulk water extra door de stuw geperst mag worden. Tjonge jonge, we hebben een uur plezier gehad van een betere waterstand en daar komt het water weer. Nu zelfs met een hoop troep erbij. Binnen een mum van tijd hebben we die bewuste meter er weer bij. Ach ja.
Visite zei ik. En niet zomaar visite. We krijgen bezoek van een krasse knar die naar dezelfde voornaam luistert als ik. Ik ken hem al jaren en tref hem met regelmaat als ik aan de Grensmaas ben. 80 jaar is ie. Vist nog een keer of drie per week. Ik weet niet hoe jullie erover denken, maar ik zou er nu voor tekenen. Onmiddellijk. Zijn manier van vissen is voor een tachtigjarige innovatief te noemen.
Zeker als ik hem bijvoorbeeld vergelijk met mijn eigen vader. Leon vist met redelijk moderne barbeeltechnieken. Hij heeft onlangs nog een paar nieuwe hengels gekocht bij John Backers, speciaal voor de barbeelvisserij. Een heerlijke man met een nuchtere kijk op het leven en zeker ook op onze visserij.
Uitgerust met een heerlijk gevoel voor humor. Hij heeft vandaag zelfs een klapstoeltje meegenomen waardoor ik concludeer dat hij een tijdje gaat blijven zitten. Gezellig. Hij neemt ons mee naar de oorsprong van de visserij en stelt de filosofische vraag waarom we eigenlijk vissen. Hij heeft natuurlijk in zijn leven al tientallen keren moeten uitleggen wat er nou zo leuk is aan vissen.
Leon legt ons uit dat vissen iets is vanuit de oertijd. Mannen gingen in die tijd al op jacht en kwamen met de vangst richting huis. Vissen stonden gelijk aan overleven, het stond hoog op de lijst van eerste levensbehoeften. Wij, moderne mannen, hebben dat hele instinctieve jachtgedoe in ons bloed zitten, aldus Leon.
Een erfenis van onze voorouders….. Bij de een is dat eenmaal heftiger ontwikkeld dan bij de ander. De manier waarop hij zijn verhaal met ons deelt is bijzonder. We liggen met hem in een deuk. Zijn Maastrichtse dialect gaat door merg en been, uit het boekje!! Dan werpt hij in een blik in mijn “ apotheek”. Hij vraagt zich af waar al die potjes voor dienen. Ik leg hem uit waarom ik dit doe.
Met een bedenkelijke blik kijkt hij me aan terwijl ik uitleg dat wij denken dat barbelen van monstercrab houden en dat ze verzot zijn op spicy malay oil van Nashbait. Hij ruikt aan de pot met monstercrab pellets.
Op mijn verzoek poseert Leon met een flesje Juicer van Nashbait.
Heel even maar….dan krijg ik de pot terug en vraagt hij of ik van de pot gerukt ben? Of ik werkelijk denk dat er ook maar een vis is die deze stinkzooi kan waarderen? Dat kan ik toch niet menen? Bij hem roept de reuk referenties op van zweetvoeten……dus…….Dan komt er een heel pleidooi over vroeger.
Vroeger zochten hij en zijn maten naar mestpieren en daar gingen ze mee vissen. Voorns zo groot als een baksteen. Barbelen….jongen…..dat heb je nooit gezien……en die gingen allemaal mee naar huis. Dat werd allemaal opgegeten. In de jaren 40 en 50, waar hij het over heeft, waren vissen etenswaar.
Niet meer, en niet minder. Alvers, grondelingen, alles ging mee naar huis. Mam bakte de vis en het ging er in als koek. Leon vist tegenwoordig graag met maden of een stukje smac. Daarnaast is maïs een aas wat hij graag aan de haak hangt.
Ook stevig voeren met de baitdropper mag niet baten.
Samen met ons ziet Leon de Vlaming verderop in gevecht met een prachtige vis. Op zijn zelfgemaakte onthaakmat blijkt dit een winde te zijn die ook erg op een roofblei lijkt. Een hybride, zo lijkt het wel. Ik heb er geen foto van, maar met dik 60 cm een vis uit de categorie monsters. Als de Belg een uur later besluit in te pakken, verhuist Rik een tijdje naar de stek stroomafwaarts.
Ik schuif ook iets verder stroomafwaarts, maar het mag niet baten. Rik bombardeert de stek nog een tijdje met de baitdropper om er vervolgens met een madenkorf over heen te vissen, maar er gebeurt helemaal niets meer. Nul komma nul. Met slechts een vis op de teller gaan we naar huis. Ik krijg het voor elkaar om twee weken achter elkaar te blanken.
Ik snap het cliché dat het er allemaal bij hoort, maar ik was met een heel ander idee in mijn hoofd hiernaar toe gekomen……niets zo grillig als de Maas.
Bombardement!!
De doordeweekse dagen zijn hier toch echt veel beter. De week erna krijg ik te horen dat Jos Raaijmakers twee dikke tachtigers vangt op dezelfde plek. Zo zie je maar, de potentie is er wel degelijk……
Tot volgende week
Leon Haenen