TotalFishing

Witvisperikelen (8)

Door Leon Haenen

Een paar weken geleden kwam ik voor het eerst in aanraking met John Meijers. Via een mail van Marcel Pomp kwam ik met hem in contact. John is behalve een fanatieke sportvisser ook een vakman op het gebied van dobberbouw. De afspraak was snel gemaakt.

Hij woont nota bene op een steenworp afstand van me vandaan. De eerste kennismaking was super. Voelde direct dat ik hier bij iemand aan tafel zat met dezelfde bloedgroep. Een heerlijke prater die me binnen een half uur door zijn hele scala aan nostalgische hengelsportspullen leidde. Net als Marcel is John een enorme Hardy en Bruce & Walker fan. Hij zweert bij de “ouwe poken” die hij met veel liefde koestert. Terecht, want hij heeft echte beauty’s in zijn collectie.

Ook zijn molens zijn authentieke klassiekers. Hij is er enorm zuinig op, maar vist er wel mee. Ons gesprek gaat al heel snel richting de dobbers. John bouwt dobbers in allerlei soorten en maten. Niet zomaar dobbers, maar echte kunstwerkjes die alleen al mooi zijn om naar te kijken. Ik was echt onder de indruk van zijn vakmanschap.

Hij maakt de meest waanzinnige pennen voor bijvoorbeeld de karper en zeeltvisserij. Mijn interesse gaat vooral uit naar de dobbers die gebruikt worden voor stromend en sterk stromend water. John draait de dobbers in zijn schuurtje met heel eenvoudige middelen. Wel erg effectief. De basis bestaat uit een champagnekurk.

Een ganzenveer als bovenantenne en de onderzijde van de dobber wordt voorzien van een dikke onderantenne. Hij maakt de dobbers in verschillende gewichten. Aan de onderantenne wordt een oogje gebonden en verlijmd. De dobbers worden perfect afgelakt en voorzien van naam en gewicht.

Ik heb de indruk dat de man een passie binnen de passie heeft ontdekt.

Ik heb het voorrecht gekregen om er een aantal uit te testen en mijn bevindingen met hem te bespreken. Ik krijg een aantal modellen mee en we spreken af dat we elkaar aan de Grensmaas zullen ontmoeten om daar een en ander verder te bespreken. Zogezegd zo gedaan. Twee matchhengels heb ik thuis voorbereid. Een hengel met een 9 grams dobber, genaamd de “trotter” van John en een hengel met een nieuw model inline dobber van Timms, de zogenaamde “trotti” .

Deze laatste kreeg ik in een 8 en 10-grams uitvoering via Gyan van hengelsportzaak d’n Öpper in Maastricht mee om eens aan de tand te voelen. De Trotti leidt de lijn via een klein oogje door het drijflichaam van de dobber naar de flexibele onderantenne.

Ook deze dobber oogt goed en is mijns inziens geschikt voor het zware driftwerk aan de Grensmaas. We zullen het zien. De hengels zijn op dezelfde eenvoudige manier gemonteerd. Een loodje van 6 tot 8 gram als hoofdlood. Een BB bij de onderlijn en aan de onderlijn zelf bevestig ik een loodhagel nummer 1.

Dobbers van Timms, de zogenaamde “trotti” .

De Maas staat super als ik arriveer. Snel wat zaden voeren en aan de slag. Ik zie vandaag meer als testdag en zal deze dan ook als zodanig beschrijven. Na tien minuten vissen weet ik een ding zeker, het testmodel van John’s “trotter” is niet geschikt voor de klus, die gaat er af. Het is op zich een prima dobber, maar niet voor dit extreem hard stromende water.

De dobber zwalkt door het water en laat zich niet goed sturen. Ik ben er zeker van dat de lange onderantenne en de stand van het oogje hier voor verantwoordelijk zijn. Ik monteer snel een ander model trotter van John. Ook dit juweeltje draagt negen gram lood. Deze heeft een vergelijkbaar onderlijf, maar het oogje staat veel hoger op de dobber, dichter bij de antenne.

Bij de eerste drift al merk ik dat dit veel beter is. De dobbers van John hebben een ding gemeen met de dobbers die mij bij hoog in het vaandel staan: door de dikke bovenantenne die fel rood gekleurd is, zie je dobber ook nog goed op veertig meter afstand. Dat vind ik erg belangrijk. Ook de kabbel op het water kan er niet voor zorgen dat ik de dobber niet blijf zien. Echt goed! Ik vis er ongeveer een uur mee en schakel dan over naar de Trotti van Timm’s, speciaal gebouwd voor Hengelsportzaak “d’n Öpper”. Dat is ook een prima dobber.

Hij is perfect onder controle te houden in de stroming en voorzien van een dikke bovenantenne waar merkwaardig genoeg een zwart streepje op is aangebracht. Ik ben van mening dat dit de zichtbaarheid op grote afstand absoluut verkleint. De dobber is voor mij wel een blijvertje. Hiervan wil ik er op termijn meer van aanschaffen, zeker gezien het feit dat niet alle stekken zulke lange driften nodig hebben.

Het is een perfecte vervanger van het type dobber dat ik nu veelvuldig gebruik, maar dat door mijn dobberbouwer niet meer gemaakt wordt. Als ik een verbeterpunt op de Trotti zou mogen aandragen, dan zou ik de bovenantenne iets langer maken. Ik denk dat als de antenne dezelfde dikte houdt en iets langer is, het oogje ook hoger geplaatst kan worden, aan het begin van de antenne.

Vol trots laat hij een model zien dat hij afgelopen week heeft gebouwd.

Rond de middag komt John aan. Hij heeft een koker met dobbers bij zich. Mijn gast, Tim Janssen en een andere fanaat, Bert Geelen, schuiven aan om met John over dobberperikelen te praten. Geweldig om het verhaal van John aan te horen.

Vol trots laat hij een model zien dat hij afgelopen week heeft gebouwd. Dit model heeft al veel meer de eigenschappen die ik zoek in een dobber. Behalve de superantenne, is de dobber uitgerust met een korte onderantenne. Het bovenste oogje staat helemaal bovenin de dobber. Ik monteer het unieke model direct.

Dit is een dobber voor extreem hard stromend water.

Al tijdens de eerste drift hoor ik John al roepen vanaf de oever: “Enne?” Ik knik bevestigend. Dit is wat ik zoek, dit is een dobber voor extreem hard stromend water. Dat mag dan ook een paar euro kosten. De dobber blijft kaarsrecht staan in de felle stroming en doet wat ik wil. Hij laat zich uitstekend dirigeren en heeft fantastische drifteigenschappen.

Het is een zware dobber van wel 10 gram. Het ging om de test. Ik vond het fantastisch om te ervaren. De blik op John’s gezicht sprak boekdelen. Op dit model gaan we voortborduren. De dobber heeft bij de geboorte de klinkende naam “Berp” gekregen, hetgeen barbeel betekent in het Limburgs dialect.

Mijn eigenbouw dobbers.