Witvisperikelen 79
'De dobberfluisteraar'
Door Leon Haenen
In mijn constante zoektocht naar de perfecte vismaterialen gaf ik in een van mijn eerdere columns al eens aan dat mijn voormalige dobberbouwer de draaibank aan de wilgen had gehangen. Dat heb ik heel spijtig gevonden. De man uit het Limburgse Heerlen kwam prive in de knel te zitten en door alle uitdagingen waarmee hij te kampen kreeg, stopte hij definitief met de dobberbouw. Helaas.
Geen enkele dobber was bij hem hetzelfde, ze hadden vrijwel allemaal een verschillend gewicht en meestal week het werkelijke loodgewicht dat de dobber kon dragen ook nog af van het gewicht dat hij handmatig op de dobber had geschreven. Ik kon daar prima mee leven. De dobbers waren technisch prima gemaakt. Met liefde voor de visserij.
In al die jaren heeft de beste man enkele series voor me geproduceerd. Op het laatst waren ze echt goed. Ik was en ben er zuinig op. Al moet ik bekennen dat ik in de beginfase best wel wat dobbers heb uitgedeeld aan deze en gene. Een paar maanden geleden waren alle veel gebruikte modellen zo goed als op. Ik kwam vrijwel zonder te zitten. De overgebleven exemplaren zijn door mij gebombardeerd tot 'collectorsitems'. Die gaan nooit meer weg.
Na allerlei testjes van slappe aftreksels van de dobbers waar ik zelf mee viste zoals een Timms model waar de lijn door de dobber heenging en de zogenaamde 'trotti' wist ik even niet waar ik het dan moest gaan zoeken. Ik had al van alles geprobeerd. Waarschijnlijk zal niemand het ooit toegeven, maar zowel de Timms als de trotti waren simpele namaakexemplaren die nog niet voor de helft deugden.
Qua drifteigenschappen niet, qua zichtbaarheid niet, maar kwalitatief waren ze ook niet geschikt voor de toepassing. Vanaf een meter of tien waren ze vrijwel niet meer zichtbaar. Als het hard stroomde en ik moest op afstand de haak zetten dan sloeg ik met enige regelmaat het oogje uit de dobber.
De eerste testmodellen.
Via Facebook kwam ik in contact met de man die mijn huidige dobbers bouwt. Bij toeval. Ik kende hem totaal niet. Het gebeurt me wel eens vaker dat ik op facebook 'vriend' word met iemand die ik in eerste instantie niet ken. Dat moet kunnen. Omdat ik met witvisperikelen op facebook actief ben, krijg je ook te maken met mensen die het enkel interessant vinden om op die manier in contact met elkaar te zijn. Ik vind dat heerlijk!
Na ons eerste contact wist ik nog steeds niet wie hij was. In mijn beleving was het een wedstrijdvisser die mijn vader van vroeger kende. Maar dat was niet zo. Toen ik terugkwam van vakantie heb ik een afspraak met hem gemaakt. Ik mocht bij hem thuis komen om uit te leggen wat de bedoeling was. Voor de zekerheid had ik een paar 'oude' dobbers meegenomen, als praatplaatje.
Aan de deur werd duidelijk dat ik met deze meneer wel door een deur kon. Hij stelde zich voor als Marcel. Een vriendelijke blik in de ogen en een stevige handdruk: 'klik!!' Aan tafel bleek al snel dat de gastvrije Marcel weet waar hij over praat. De foto’s aan de wand spreken boekdelen. Ik zie enorme karpers, dito snoeken en snoekbaarzen. Een echte liefhebber!
Hij heeft ongelofelijk veel verstand van vissen en zeker van de dobberbouwerij. Vakmanschap! We blijken veel dezelfde mensen te kennen. Grappig. De wereld wordt die middag steeds kleiner aan tafel. Ik krijg een korte maar intense briefing over het wel en wee van de dobber. Het materiaalgebruik, de keuze van de lakken en de antennes.
Hij laat me een aantal juweeltjes zien waarvan je het bijna zonde zou gaan vinden om ze te water te laten. Mooi genoeg om enkel naar te kijken….ik krijg snoekbaarspennen en meervaldobbers te zien die hij gebouwd heeft, maar ook allerlei wedstrijdpennen die op specificatie gebouwd worden voor allerlei bekende specialisten.
Langzaam maar zeker begin ik me een beetje vereerd te voelen dat ik hier aan tafel zit. Losjes geeft hij aan dat hij best een serie dobbers voor me wil bouwen. Hij geeft er direct bij aan dat hij niet verlegen zit om werk en dat het niet de bedoeling is dat het ontwerp dat hij voor mij bouwt ook voor God weet hoeveel anderen wilt gaan bouwen. Op dat moment maakt me dat even niet uit. Ik ben blij dat ik aan het juiste adres terecht gekomen ben.
Een testmodel met een zwart geschilderd antenne gedeelte
De dobbers worden gemaakt van een materiaal dat Rohacell heet. Een hard, maar ook heel licht soort schuim dat bijvoorbeeld ook in de luchtvaart wordt toegepast. Een van de andere eigenschappen is dat dit materiaal in tegenstelling tot balsa absoluut geen water opneemt en een zeer gesloten celstructuur heeft. Met een beschadigde dobber kun je dus ook probleemloos doorvissen, omdat deze niet langzaam volloopt met water.
De dobbers worden afgelakt met een zeer taaie tweecomponentenlak waarvan Marcel verder niet wil onthullen hoe de vork in de steel zit…Hij spreekt over 'het geheim van de smid'…Heerlijk! De onderantennes zijn 1 mm dik en zijn gemaakt van RVS. Oersterk!
Daarnaast heb ik een paar modellen ontvangen die uitgerust zijn met een carbon onderantenne. Deze heb ik echter nog niet aan de tand kunnen voelen. Het oogje waar de lijn doorheen glijdt is langer dan normaal en zit dus dieper in de dobber. Ook dit oogje wordt voorzien van een speciale soort tweecomponentenlijm. Je zult van goede huize moeten komen om dit er tijdens het vissen uit te rukken.
Tot slot worden de dobbers niet gedompeld in allerlei lakken, maar worden de dobbers handmatig geschilderd wat de dekking en de hechting schijnbaar alleen maar ten goede komt. De grijns op mijn kop werd met de minuut groter. Ik was klaar. Begin maar met bouwen...
Een testmodel waarbij al een gedeelte van het lood in de dobber is ingebouwd, in de praktijk vond ik dit niet echt lekker vissen.
Er werden een aantal verschillende testmodellen gemaakt in verschillende vormen. Qua materiaalgebruik waren ze allen gelijk. De vorm en de dikte van de bovenantenne verschilden. Tijdens de eerste visdag hebben we ze uitgebreid aan de tand gevoeld. Al na een paar driften kwam duidelijk naar voren welke mijn favoriet zou gaan worden. Rik, die bij me was, zag dat ook zo. De week erna ging de bestelling de deur uit.
Van twee tot acht gram en allerlei tussenmaten voor net dat beetje verschil.
Inmiddels heb ik een hele serie van deze dobbers in mijn bezit. Van twee tot acht gram en dan ook nog allerlei tussenmaten die net dat beetje verschil uit kunnen maken tijdens een moeilijke en taaie dag. De drifteigenschappen zijn echt ongeëvenaard. Ze laten zich perfect sturen en hebben zoals gezegd een hele hoge zichtbaarheid op grotere afstand.
Acht juweeltjes op een rij.
De bovenantenne is iets langer gemaakt waardoor de dobber tijdens onrustige omstandigheden met golfslag of een situatie waarbij er schuimvorming op het water ontstaat prima zichtbaar blijft. De specifieke kleur oranje die gebruikt is, draagt ook enorm bij aan de zichtbaarheid van de dobber. Als de zon erop schijnt, lijkt de antenne wel lichtgevend. Misschien is dat toch wel de 'personal touch' van deze dobberfluisteraar…Kan niet anders…enfin, ik voel dat zo…
Tot volgende week.
Leon Haenen