WitvisPerikelen 77:
Intens dobbervissen in de Ardennen
Door Leon Haenen
De geboekte successen van de afgelopen weken smaken naar meer. Van een verslaving kom je niet zomaar af. Zolang de waterstand goed is, willen we profiteren van onze stek die enkel goed te is bevissen bij een redelijk lage waterstand. Vandaag gaan we dus nog een keer terug.
Onze voercampagne zal er vandaag anders uitzien. We hebben een paar kilo grondvoer meegenomen die aan het water exact op vocht wordt gebracht. We starten met het voeren van een paar grote ballen lokvoer, een stuk of vijf. Gedurende de dag gaan we geen grondvoer meer inzetten. De rest wordt aangevuld met zaden en maden. Ook vandaag weer Waalse maden in de bak. De helft is rood gekleurd. In Nederland mag dat niet meer, maar hier in België liggen die regels iets soepeler.
Een paar heerlijk voerballen dienen als basis.
De start verloopt routinematig. Rik kneedt een paar heerlijke voerballen terwijl ik het madenpoeder van de maden verwijder. De maden ruiken wederom heerlijk en zijn kurkdroog. Ook vandaag willen we opnieuw proberen een paar snepen te vangen, vandaar dat we er bewust voor gekozen hebben om grondvoer in te zetten.
We voeren de ballen recht voor ons, aan het begin van de drift. Het is de bedoeling dat de voerballen langzaam uit elkaar vallen in de harde stroming. De losgeweekte delen worden door de stroming meegevoerd en zullen de snepen (en barbelen) naar onze stek lokken. Het klinkt allemaal zo eenvoudig en dat is het eigenlijk ook. De praktijk verloopt echter vaak heel anders dan het verhaal in mijn hoofd. Om de ballen snel te laten zinken, proppen we in elke voerbal een kleine steen.
Een potpourri van gekleurde maden, gedoogd in België.
Rik start met een driegrams dobber van oude makelij en ik heb een 3,5 grams exemplaar gemonteerd op basis van een body van Rohacell. De dobber die ik gebruik is van een zeldzame kwaliteit. Hightec, ik kan het niet anders omschrijven. Van een kaliber dat echt niet te koop is in de winkel. De drifteigenschappen zijn fenomenaal. Het verschil met de 'oude' dobbers is echt groot, zo merkt ook Rik terecht op. Mijn dobber staat veel strakker in de stroming, zwabbert vrijwel niet en is nog beter zichtbaar dan mijn eerdere series.
Ik neem rechts van Tim plaats. We staan gezellig naast elkaar te keuvelen terwijl onze dobbers op nog geen meter van elkaar stroomafwaarts drijven. Een half uur nadat we de voerballen gedropt hebben, haak ik de eerste vis. Aan de manier van tegengas geven voel ik dat dit wel eens een sneep zou kunnen zijn. Automatisch gaat er een knopje in mijn hoofd om. Ik schakel om naar 'heel voorzichtig'. Omdat de sneepvangsten redelijk dun gezaaid zijn, wil ik het risico op verspelen minimaliseren.
Een pracht van een sneep in de vroege ochtend.
Ik sta ervan te kijken hoe hard de vis zijn best doet om dwars op de stroming te blijven staan. Een heerlijke dril, zo vroeg in de ochtend. Een minuut of wat later geeft de vis, die ook nog echt een sneep blijkt te zijn, de strijd op. Aan de reactie van Rik merk ik dat het een beste vis is. Met 53 centimeter een hele beste sneep. De eerste vis is direct een targetvis. Nog 7 centimeter te gaan.
Ik ben dik tevreden met het behaalde resultaat. Zouden de voerballen dan toch zo snel hun werk doen? We hopen van wel. Wat we echter ook doen of proberen na deze eerste vis, we krijgen geen enkele aanbeet meer. Ik peil voor de zekerheid nog maar eens. Aanvankelijk haalt het allemaal niets uit. Toch was er niet veel tumult op de stek en verliep de dril eigenlijk erg 'smooth'. Vreemd.
Ik besluit iets lichter te gaan vissen en doe de moeite om naar 2,5 gram te gaan. Terwijl ik aan het monteren ben, ruim anderhalf uur na de eerste vis, hoor ik de centerpin van Rik een alarmerend geluid produceren. Heerlijk! Hij is druk in gevecht met de eerste barbeel van de dag, een sterke vis zo te zien.
De Harisson blank geeft echter geen enkele krimp en doet wat ie moet doen. Buigen doet ie althans als de beste. Vergevingsgezind noemt Rik dat. Prachtige term. Het is geen hele grote, maar wat zijn we blij met deze vis. Trots wordt er even geposeerd.
Een prima combi, de barbeel en de pin.
Ontspannen wordt de vis weer vrij gelaten, een ritueel… Voor de gelegenheid leg ik een en ander eens vast met de Gopro. Wellicht kunnen we de beelden ooit nog eens gebruiken. Snel nog wat pellets en zaden op de stek en verder vissen. De eerste springende barbelen zijn inmiddels ook alweer gespot. Vaak een heel goed teken. Ze springen wel redelijk ver van ons vandaan. Ons boeit het niet. Dat is wel eens anders geweest.
Nogmaals de eerste barbeel van de dag.
We weten alle twee dat we nog wel kans maken op een of twee mooie verrassingen. Een uur duurt het voordat we weer een teken van leven zien aan een van de montages. Nu ben ik weer de gelukkige… Het gaat mooi om de beurt blijkbaar. Ik roep direct dat dit een hele dikke is. Midden in de rivier op een meter of twintig van me vandaan verdwijnt de dobber in de kabbel.
Daar is de eerste verrassing dus al…. Als ik aansla buigt de Fox stok heeeeel diep door. In mijn ogen ziet ook dit er heel vergevingsgezind uit. Mijn gevoel is dat echter niet. Ik wil met deze vis op de foto. Verder gebeurt er niet veel. Ik voel dat er een vis aan hangt, maar deze ziet er nog niet veel heil in om zichzelf te verplaatsen. Uiteindelijk doet-ie dat wel. Niet mijn kant uit, maar richting de overzijde van de rivier. Ik sta helemaal te freaken in mijn waadpak. Wat een power!!
71 Centimeter pure spierkracht.
Mijn centerpin draagt net dat beetje extra bij aan het sexgehalte van de dril. Fenomenaal. Omwenteling na omwenteling van de pin komt de vis dichterbij. Om vervolgens weer telkens een aantal meter terug te winnen. Sterke vis! Knap dat zo’n knoopje op dat mini haakje dit allemaal houdt. Het dunne lijntje zit uiteindelijk toch maar om zo’n plat stukje metaal gewikkeld.
Genietend van het afscheid.
Het filmpje dat ik op het account van witvisperikelen op facebook heb gezet geeft een prima indruk hoe zoiets er aan toe gaat. Voor wie dit nog niet heeft gezien, bij deze:
Ik krijg er steeds weer kippenvel van. De dril duurt bijna tien minuten. De vis maakt enorm gebruik van de serieuze stroming waar we vandaag mee te maken hebben. De dril duurt compleet tot voor mijn voeten. Op een of andere manier blijft deze barbeel heel lang tegen de bodem zwemmen. Als het beest voor het eerst aan het oppervlak verschijnt, zie ik direct dat dit opnieuw een hele grote vis is voor deze rivier.
Gekromd belandt de vis in het net. Wat een bak van een barbeel! Op de mat wordt pas echt duidelijk hoe breed gebouwd deze vis is. De meter blijft opnieuw op 71 centimeter steken. Mijn tweede zeventiger in de Ardennen van dit jaar, wow! Ik vraag me af of het misschien dezelfde vis is als afgelopen keer. De foto’s heb ik niet geanalyseerd. Het maakt me eerlijk gezegd ook niet uit. Ik hoop deze nog vijf keer te mogen vangen…. Als God blieft!!
De uren erna wordt het eentonig. Althans, om er een column aan te wijden. We missen er beiden nog een paar, maar het blijft lang heel stil. Enkele uren zelfs. Het water zakt en stijgt licht gedurende de uren. Het regelmatig voeren blijven we stug volhouden. Er zal toch wel weer een fase komen waarin we een paar vissen weten te misleiden?
Dik twee uur na de vorige vis, krijg ik weer een goede aanbeet. De vis die ik haak geeft niet veel weerstand. Gezien de nervositeit waarmee een en ander gepaard gaat, gok ik op een forel. Deze keer zit ik mis, maar wel in de buurt van datgene wat ik verwacht. Deze jongen behoort wel tot de salmoniden… "Een vlagzalm", roepen we in koor als de vis richting het net wordt gedirigeerd. Ik heb de mooiste en tevens langste vlagzalm gehaakt die ik ooit heb weten te misleiden. Ik heb geen idee hoe groot een vlagzalm kan worden, maar gevoelsmatig is dit een mooi exemplaar.
Mijn eerste fatsoenlijke vlagzalm ooit.
Eventjes genieten we van de spreekwoordelijke vlag op zijn rug. Wat ziet dit er prachtig uit. Vanuit het verleden kan ik me herinneren dat vlagzalmen hele gevoelige beestjes zijn. Snel terug dus met deze diamant uit de Ardennen. Al wapperend neemt ie afscheid van ons. De dag was al goed, maar nu kan-ie helemaal niet meer stuk.
Een uur later is mijn vriend aan de beurt. Een voelbare dreun tot in de handgreep van zijn gekoesterde 'trotter' betekent het begin van zijn ultieme dril van de dag. Om maar goed van start te gaan vertrekt deze barbeel met een rotgang stroomafwaarts. Even is de situatie kritiek. Even lijkt het alsof we een ongeleid projectiel gehaakt hebben.
Na een minuut van standhouden krijgt Rik steeds meer de overhand. Ik film wederom de dril, maar kan mijn ogen amper van hem en zijn hengel afhouden. Wat een brute krachtmeting. De vis blijft als gevolg van het donkere water heel lang uit beeld. Als ik voor het eerst een schim zie verschijnen, wordt ons vermoeden al bevestigd. Een hele fraaie dikke vis is de klos. Als ik hem voor Rik land, overhandig ik hem het net met de vis er in.
Met recht een torpedo.
Ik bereid snel de onthaakmat voor en ga er al op mijn knieën voor zitten. Alsof ik geknield zit, vol respect, in afwachting van de aankomst van deze waanzinnige trofee. Oma’s lint zegt dat de barbeel 68 centimeter lang is. Rik slaakt een harde “yes!”. Dit is zijn op één na grootste vis ooit in de Ardennen. We neigen elkaar een goeie knuffel te geven, maar houden het bij een forse handdruk. Wat een einde van de dag!!
Een tweede foto van dezelfde vis, zomaar, omdat ie zo fraai is.
Het dobbervissen in de Ardennen is ons inziens nergens mee te vergelijken. Het is heel anders dan op zink vissen. Veel lastiger. Veel uitdagender. Je zult er ook niet snel echte aantallen mee kunnen scoren op een stuk rivier dat vrij hard stroomt en waar allerlei factoren ontstaan die de scoringskans constant kunnen beïnvloeden. Maar de aanbeet en dril op de dobbermontage zijn wel zo volledig anders, zoveel intenser dan het vangen aan een zinkmontage, dat wij er voorlopig toch de voorkeur aan geven om de bewoners van de Amblève en de Ourthe op deze manier te belagen. We kunnen per slot van rekening nog de hele winter op zink vissen…. Uit het handje…. Dat dan weer wel.
Tot volgende week.
Leon Haenen