WitvisPerikelen 70:
“weerzien”
Door: Leon Haenen
Jarenlang heb ik me afgevraagd hoe het zou zijn om lange tijd niet te kunnen vissen. Vaak spookte het door mijn hoofd hoe het zou moeten aanvoelen om niet bezig te kunnen zijn met datgene waar je echt helemaal voor gaat.
Ik heb altijd gedacht dat ik dat erg vervelend zou gaan vinden. Er spookten gedachten door mijn kop die er op wezen dat ik dat niet zou kunnen……niet is echter minder waar. Iedereen kan dat. Ik dus ook. Dat gaat echt met twee vingers in de neus.
Ik kan me herinneren dat ik zelfs wekelijks “ vergunning” kreeg om te gaan vissen in de tijd dat ik net vader was geworden…en bij nummer twee ….en bij nummer drie…….wat dat betreft heb ik wel “ wind mee gehad”…en nog trouwens!
Misschien zijn ze thuis wel eens af en toe blij als de “ wervelwind” er tijdelijk niet is…..enfin. Momenteel kom ik uit een fase waarbij we een serieuze verbouwing in onze tuin hebben gehad en tevens waren er op het werk nogal tumultueuze tijden waren aangebroken.
De rust is echter langzaam maar zeker aan het weder keren en dat betekent dat ik na bijna vier maanden afwezigheid weer aan vissen kan denken. Het is nog steeds druk en stiekem ben ik thuis nog niet helemaal klaar, maar toch kan het nu weer. Ik ga er dan ook van uit dat ik jullie weer op regelmatige basis kan bedienen met een nieuwe column. Dus……
Ondanks het feit dat mijn ellebogen tekenen van tennisarmen en vochtophopingen vertonen en er een aantal gewrichten in mijn lijf aangeven dat ik echt geen geboren bouwer ben, start ik aan het begin van afgelopen week met mijn voorbereidingen.
De beschermingsbandjes met drukpunten onder aan mijn ellebogen zouden soelaas moeten bieden voor de tennisarmen……pffffff……..gaat echt nergens over. Ik vraag we echt af of ik een hele dag met de hengel in mijn handen kan gaan staan. Dat is namelijk best vermoeiend.
De Ardennen staan op het programma.Samen met Tim ga ik een dagje dobberen op ondiep, maar wel bekend water. Een strook water die me altijd al heeft geïntrigeerd. Ik weet namelijk dat deze stek de echte “ beren” van de Ardennen herbergt. Als je op zoek bent naar echte specimen barbeel, sneep en kopvoorn, dan is dit de plek.
Een stek waarbij de keiharde stroming exact door het midden van de rivier dendert. Een moeilijk stek. Een stek waar het vaak op details aankomt. Ik kom er regelmatig. Het is een heftig stukje rijden, maar het loont vrijwel altijd de moeite. Bij helder water krijg ik er alleen al hele dagen de tijd om door te observeren. Prachtige wierbedden waar de sterke rivierbewoners zich onder schuil houden.
Af en toe laten ze zich even zien. Dan wordt direct duidelijk dat hier echte bakken rondzwemmen. Een grindbodem uit het boekje. Je kunt hier geweldig met een 4 tot 6 grams dobber strak tegen de hoofdstroming aan vissen. De drift is ongeveer 30 meter lang. Dan drukt de stroming de dobber richting de oever. Frappant genoeg is het uiteinde van de drift het plekje waar we meestal de dikste vissen weten te haken.
Hier is het althans het ondiepst. Grappig eigenlijk, misschien komt het omdat we net hier tussen twee gigantische wierbedden in moeten driften en de aanwezige vissen de voorbij stromende maden en zaden wegplukken uit de stroming.
lekker driften………
Tijdens de observatie momenten van de afgelopen jaren heb ik er kopvoorns zien zwemmen die de 60 cm makkelijk aantikken. Deze kopvoorns staan midden in de rivier. Aanvankelijk zie je ze niet eens staan. Roerloos! Op enig moment zie je het eerst de dikke witte lippen van de vis bewegen. Daarna zie je meestal pas de rest van de vis. Hoe langer je kijkt, des te meer je ziet.
Er zwemmen groepen snepen rond die , als ze flanken, in het zonnetje een soort morse lichtsignalen op je af sturen. De lichtflitsen missen hun effect niet. Ik raak er echt van in de ban. De grootste vissen heb ik nog steeds niet kunnen haken, maar er flanken snepen die qua formaat het best betiteld kunnen worden als gigantisch. Echt! Dat houdt me echt bezig!!
Ik heb mijn grootste Ardennen barbeel hier gevangen ( 70 cm) met de dobber , maar ik weet zeker dat er grotere vissen rondzwemmen. Tot slot heb ik er al prachtige karpers zien azen, maar ook deze krachtpatsers heb ik nog niet weten te misleiden. Nu moet ik ook wel eerlijk bekennen dat ik de karpers ook liever met rust laat…en ik hoop zij mij ook. Met een lijndikte van 16.00 onderlijn maak ik geen schijn van kans.
De hele week is het al prachtig weer. Een mooie hoge constante temperatuur en dito luchtdruk. Naarmate het weekend nadert, wordt het enthousiasme tussen mijn oren steeds groter. Twee liter maden worden enorm in de watten gelegd. Ze lachen me echt aan. De hennep mag op het gemak in de thermoskannen kiemen….niet van dat gehaaste gedoe…nee..nee, lekker op het gemak.
De pellets staan klaar. Kortom, ik ben er zelden zo klaar voor geweest. Nieuwe lijnen. Echt, het kan niet op. De bedoeling is dat we gehuld in een waadpak in het water kunnen gaan staan. Mijn eerste teleurstelling ontstaat als blijkt dat ik de laatste keer dat ik mijn waadschoenen aan de Maas heb gebruikt, ik ze waarschijnlijk naast de auto heb laten staan.
Ik wens de eerlijke vinder er veel plezier mee. Het wordt super weer en wie weet kunnen we wel met van die waterschoentjes in het water staan. In al mijn opportunisme laadt ik de schoentjes in de auto en leg ik de korte broek alvast klaar. Tim is inmiddels geïnformeerd. Ik heb een slechte nacht.
De slaap kan ik niet fatsoenlijk vatten. Als een kind dat zich aan het verheugen is op pakjesavond, lig ik in het bed te malen. Terwijl ik naar het plafond staar dwaal ik af naar het water. Ik zie flankende snepen tegen het plafond………..
Klokslag half zeven staat Tim op de stoep. Ik ben jarig vandaag. Met flonkerende ogen overhandigd hij me een cadeautje. Even terug naar binnen. Een snel bakje koffie samen drinken. Ik krijg een prachtig T shirt van zijn team barbel World Wide….erg attent!!
Niet veel later vertrekken we toch richting het zuiden. Naarmate we dieper de Ardennen in rijden zie ik de temperatuursmeter in de auto vervaarlijk zakken. Ik zou bijna zeggen, …”zoals zo vaak”. Als we een uurtje later uitstappen is het nota bene 5 graden. Aiaiai….. ik heb slechts een dunne trui aangetrokken. Tim ook. Het is zwaar bewolkt. Ik leefde in de veronderstelling dat we qua weer een prachtige dag zouden krijgen. Ach ja, het gaat de pret niet drukken, denk ik. Die temperatuur zal wel stijgen, het is nog vroeg. ….toch?
Als we aan het water arriveren, blijkt dat de rivier redelijk gekleurd is. De waterstand is ook hoger dan dat ik gedacht had. Ons maakt het niet uit. Wij willen alleen maar zo snel mogelijk aan de slag. Ik begin al snel met voeren. Hennep wordt rijkelijk op onze drift gestrooid. Een handje pellets en een paar maden,rustig opbouwen.
We hebben de hele dag de tijd. Nadat we een paar proefdriften gemaakt hebben met de 3 grams dobber wordt al snel besloten deze te vervangen door een 5 grams uitvoering. Het stroomt echt hard. Ook langs de oever. Tim neemt stroomafwaarts stelling. Ik houd me aan de stroom opwaartse zijde bezig met het voeren.
We staan slechts vijf meter uit elkaar. Drift na drift wordt gemaakt. Ik ben lang bezig om een goede lijn te zoeken waar ik mijn dobber ga laten drijven. Er wordt nogal wat geschoven met de dobber en het lood. We hangen allebei geregeld vast. Dat komt mede omdat we niet kunnen zien waar de wierbedden exact liggen. Bij helder water, gecombineerd met een polaroidbril is dat een appeltje eitje verhaal, maar nu dus niet. Ik monteer zeker vier keer binnen een uur een nieuwe onderlijn. Tim doet het niet beter.
De eerste en tevens enige vis van de dag.
Na een uur vissen verschijnt de eerste vis aan het oppervlak. Geen idee wat het was, maar het was wel een dikke. Een half uur later springt er weer een vis. We genieten met volle teugen van onze visserij. Dan hoor ik in de verte gerommel. Onweer? …onweer? Het gerommel komt niet echt dichtbij, maar het begint wel te regenen.
Daar zijn we niet echt op voorbereid. Geen jassen, geen paraplu, geen regenpakken, niets van dat alles. We houden de moed erin door tegen elkaar te zeggen dat het wel elk moment voorbij zal zijn. Dat hadden die wijsneuzen toch niet voorpelt? N Snel check ik even de app op mijn gsm.
Het is niet te geloven, maar er is een minuscuul rood stipje in de hele Benelux te zien en dat bevind zich exact waar wij vissen. Volgens buienradar kan dit nog wel ff duren…….neeeeeeeee, dat geloven we niet. Stug blijven we doorvissen. Langzaam begin ik te bevriezen van de kou. Ik zeg er niets van, maar ik heb het vreselijk koud. Gezond is dit niet, dat voel ik aan mijn hele lijf.
Dan verdwijnt plotseling uit het niets alle koude uit mijn lijf. Ik zie mijn maat met een kromme dutchfloat staan. Strak in gevecht met een sterke riviervis. Snel ( wat heet snel als je volledig verstijfd bent) haal ik het schepnet. Als ik bij Tim arriveer heeft hij de vis al vlak onder de oever. Ik hoop op sneep. Het blijkt een barbeel.
Geen monster, maar wel puntgaaf en prachtig om te zien. De eerste van de dag. Dik tevreden met deze vangst worden er nog wat zaden gestrooid. Toch besluiten we tijdelijk de handdoek in de ring te gooien. We moeten even uit de regen weg. Redelijk verkleumd en volledig doorweekt druipen we na een dik uur volhouden in de stromende regen af om even te gaan schuilen in de auto.
Even snel een boterham eten. We hadden verdomme beter een ketel snert kunnen maken. Wat is dit dan? De verwarming aan en maar even wachten op wat er gaat komen. Daar gaat die mooie visdag waar ik me zo op had verheugd,…….we balen beiden als een stekker. De vissen zijn namelijk actief en ze zijn ook zeker weten op de stek gearriveerd.
Een uur later zitten we nog steeds in de auto. Het regent dat het giet. Dan wordt het gelukkig minder.
Uitzicht vanuit de auto.
Het is niet helemaal gestopt, maar we gaan toch terug naar de stek. Omdat we tussen de bomen vissen, blijven de dikke druppels uit de bomen op ons neer vallen. Ook al regent het vrijwel niet meer. De riolering die iets verder in de rivier uitmondt, produceert nu een stank die bijna niet te harden is.
Een vreselijke rioollucht verspreidt zich over het water. Omdat het bijna niet waait, meurt het constant……we worden er gewoon melig van en kunnen er gelukkig nog smakelijk om lachen. Het water wordt inmiddels smeriger en smeriger. Er komen serieuze hoeveelheden gemalen toiletpapier voorbij. We houden het nog geen uur meer vol. We gaan iets anders doen en gaan verkassen en we gaan het op zink proberen.
We rijden terug naar een van de geijkte zinkstekken en proberen twee verschillende stekken maar niet allen de animo is volledig verdwenen. De bijtlust van de vissen misschien ook. Doodmoe en volledig verkleumd rijden we terug naar huis. Ik zie dat Tim het zwaar heeft hij is al heel lang onderweg en is werkelijk doodmoe.
Ook ik ben blij als ik thuis ben en even de “ kleppen” dicht kan doen. Het was een heftige eerste visdag van het nieuwe seizoen. Zondag ben ik althans weer van de partij. Eens zien of ze er dan wel zin in hebben/
Tot volgende week
Leon Haenen