WitvisPerikelen 66:
‘Blaadjes vullen geen gaatjes’
Door Leon Haenen
Een visdag met drie andere maten is iets wat voor mij maar een of twee keer per jaar kan plaatsvinden. Drukte, verschillende agenda’s en andere dagelijkse uitdagingen zorgen er vaak voor dat dit soort uitstapjes tot een zeldzaamheid behoren. Voor 2012 zat deze dag dus in de staart van het jaar. Het was er niet eerder van gekomen, maar dit weekend was het zover.
Samen met Rik, Tim en Nico gaan we vandaag een poging wagen om de barbelen het leven zuur te maken op een van de Belgische rivieren. Een paar jaar geleden was ook dit nog een stek die slechts bij weinigen bekend was, maar dat is verleden tijd. Gezien de voorspellingen verwacht ik er meer barbeelliefhebbers, maar niets is minder waar.
Ik vind het wonderbaarlijk om te zien dat we vandaag helemaal alleen zijn. Sterker nog, ik vind het bijna niet te geloven. De omstandigheden zouden namelijk fantastisch zijn. 10 graden, beetje wind, stabiel weer, maar vooral behoorlijke waterstanden waarbij de kleur van dat water ook nog eens super zou zijn. Kortom, alle ingrediënten zouden top zijn om vis te vangen. Statisch, dat dan weer wel.
Een stromende vuilnisbak.
Als we arriveren aan de rivier oogt deze in eerste instantie zoals wij ons dat hadden voorgesteld. Veel water, héél veel water, prima weertje en een prima waterkleur. Handenwrijvend stap ik uit de auto. Dit gaat het helemaal worden… We hebben er alle vier zin in. Het duurt dan ook niet lang voordat we alles in stelling hebben gebracht.
We hebben eigenlijk afgesproken dat we met de centrepin gaan vissen. Dat doen we aanvankelijk ook, maar al snel blijkt dat dit onwerkbaar is. Het water is in alle lagen doorspekt van afval. Bladeren, takken, toiletpapier, het is erg heftig. Zodra het lood de bodem raakt, buigt de hengeltop ver door. Erg ver… en verder… en verder… langer dan 30 tellen kan de montage niet blijven liggen. Dan hangt alles weer vol.
Meters lijn zijn volgepakt met bladeren. En dan ook nog met een zinklood van 160 gram. Een visserij die ik vreselijk vind. Veel te zwaar allemaal. Echt ongelofelijk. Het is eigenlijk een beginnersfout van jewelste. Eentje die ik mezelf toereken. Ik had kunnen weten dat de eerste dagen van hoog water en veel regenval altijd gepaard gaan met heel veel troep en drijfvuil.
In elke andere situatie zou ik na tien minuten mijn spullen weer ingepakt hebben. Vandaag niet. De sfeer is zo fantastisch, het gezelschap is zo relaxed, dat ik vandaag net zo goed de hele dag met de mannen op een bankje kan blijven zitten, lekker ouwehoeren over onze passie. We lachen wat af vandaag. Het vissen lijkt de eerste paar uur nergens op. De centrepin wordt binnen de tien minuten “aan de wilgen” gehangen.
We schakelen allemaal over op een conventionele werpmolen. Ik schakel tevens over naar een zwaarder type hengel, met iets met meer body. Alleen Tim heeft geen zwaardere hengel bij zich. Hij is gedoemd om de hele dag uit te zingen met een te lichte hengel. Het water blijft ondertussen stijgen. We vissen langs een kademuurtje waar het water zelfs op enig moment overheen gaat. Het voetpad staat op enig moment helemaal onder water.
De enige optie die we hebben is dicht tegen de oever vissen. Terwijl de andere drie hun heil zoeken op een plek waar men iets in de luwte kan vissen achter een haag van struiken die normaal op de oever staan, blijf ik in eerste instantie zelf volharden op het rechte stuk van de rivier. In de keiharde stroming… maar dan wel slechts een paar meter uit de kant.
Rik zoekt tijdelijk de luwte op… met succes!
Ik besluit een pak Nashbait methodfeedervoer open te trekken en dit aan te vullen met allerlei pellets in verschillende maten. Het pak voer is in een mussel and crab flavour… het ruikt geweldig. Als extraatje voeg ik er nog een flinke scheut juicer aan toe uit de welbekende fles.
Ik voer een aantal kleine balletjes voer op twee meter uit de oever. Tevens een beetje monkeymix, vers gemaakt, ook doordrenkt van flavour. Ik stel me voor dat dit op de langere termijn vandaag nog wel eens voor een succesje zou kunnen gaan zorgen.
Dit superspul zou wel eens voor succes kunnen gaan zorgen…
Mijn plan is om de vissen heel dicht naar de oever te lokken. Daar staat inmiddels ook een dikke meter water. Niet veel later ga ik ook in de luwte proberen. Uit nood geboren. Vissen is bijna onmogelijk geworden. Een paar uur gaan voorbij als ik Nico uit het niets met een kromme hengel zie staan. Door de enorme hoeveelheid troep heeft hij geen aanbeet gevoeld, maar er hangt toch echt een barbeel aan zijn montage te rukken.
Net op het moment dat Rik met het landingsnet komt aangerend, lost Nico de vis. Spijtig. Echt spijtig. Dit moment geeft ons wel weer allemaal iets meer vertrouwen. Een beetje meer geloof dat er echt wel een barbeel te vangen is in deze stromende composthoop. Inmiddels hebben we, denk ik, allemaal al een keer of vijf alles verspeeld en opnieuw moeten monteren.
Er gaat serieus veel materiaal verloren vandaag. Ik ben blij dat ik gisteren nog een serieuze hoeveelheid onderlijnen gemonteerd heb. Een uur later denkt Rik dat hij voor de zoveelste keer vast hangt. Van ver zie ik echter dat de hengeltop een enkele beweging maakt die me doet vermoeden dat er een vis aanhangt. “Vis?” scandeer ik langs de waterkant.
Goud in de handen…
Voordat hij goed en wel kan antwoorden spartelt er al een barbeel aan het oppervlak. De lijn hangt vol met rotzooi. Het ziet er uit als een verjaardagsslinger. Van ver ziet het tafereel erg grappig uit. Als Nico het landingsnet succesvol onder de vis parkeert, gebeurt er iets aan de waterkant: een soort ontlading maakt zich meester bij ons allemaal. We staan dan ook met zijn vieren rondom de onthaakmat te genieten van de vangst van Rik.
Als iemand ons op de knieën had zien zitten… Het leek wel of we een heilige aan het oproepen waren, alsof het de eerste keer was dat we een barbeel zagen. We bewonderen het beest en behandelen het met liefde. Tim’s zwaar verroeste tang die hij gebombardeerd heeft tot onthaaktang (rechtstreeks uit een gevonden gereedschapskist), zorgt voor een hilarisch moment.
Mooie close-up.
Inmiddels regent het pijpenstelen. Op het gemak drinken we samen een pint die Nico voor ons heeft meegenomen. Ik voorspel tijdens dit Bourgondisch momentje (iets wat prima bij ons alle vier past) dat het water na de middag wel eens zou kunnen gaan zakken. Dat is heel vaak zo. In deze watermassa is tien centimeter waterhoogte heel veel verschil.
Het kan het verschil uitmaken tussen wel of geen aanbeet meer krijgen. Ik hoop dat er dan iets minder vuil in het water zal drijven. Het blijkt een utopische gedachte. Nadat de boterhammen tijdens een droog moment verorberd zijn, schakel ik om van een normale onderlijnlengte naar een hele lange onderlijn, iets wat ik zelden doe.
Ik besluit een hele lange onderlijn te monteren en plaats een dikke stopper op anderhalve meter hoogte vanaf de haak. Het doel is om eerder vuil te verzamelen op de lijn, voordat al die troep tot aan de haak geschoven is. Alles onder het motto: baat het niet, dan schaadt het niet.
Voor de zekerheid drop ik nog een paar welriekende mini-voerballetjes op de stek. Een handje vol geweekte pellets als toetje. Als Rik bij me staat, leg ik hem uit wat ik voer en waarom ik voer. Hij is het met me eens en denkt dat het wel eens zou kunnen werken. We vissen allemaal stug door. Niet veel later voel ik tussen al het vuilgeweld door een aanbeet of iets wat er voor door zou kunnen gaan.
Een minuscule aanbeet weliswaar (althans, dat is ervan over blijft door al dat vuil wat in de lijn hangt). Ik besluit aan te slaan en voel direct dat ik gelijk had: er hangt een barbeel aan mijn montage. Ik vind het fantastisch dat het mij ook lukt om ook een vis te haken in deze werkelijk bizarre omstandigheden.
Op de mat blijkt dat we wederom geen kanjer hebben gevangen, maar dat gaat de pret vandaag echt niet meer drukken. De vis wordt me enorm gegund door mijn vrienden, dat merk ik aan alles.
Wat zijn het toch schitterende vissen.
De regen begint inmiddels ervoor te zorgen dat we het koud krijgen. Onze handen koelen enorm af. Vissen met de hengel in de hand is vandaag geen pretje. Uit de steun was echter niet eens een optie. De druk op de lijn is vaak enorm groot. Een uurtje later krijg ik dan eindelijk een aanbeet uit het barbelenboekje: hard en venijnig.
Ik sla prima aan, maar sla een enorm gat in de lucht. De drie gekken om me heen liggen in een deuk. Het is die verrekte Tim die, terwijl ik met Rik in gesprek ben, een ruk aan mijn lijn geeft. Ik was blijkbaar de enige die niet in de gaten had wat er ging gebeuren. Tjonge jonge…
Een half uurtje later krijg ik wel een paar echte tikken op mijn geleende hengel… Ik vis vandaag met de twin tip van Korum, geleend van mijn vader. Ik ben best wel te spreken over de hengel. Ik reageer op tijd en sta met een kromme stok. De tweede barbeel van de dag doet zijn uiterste best om zich te verlossen van die ellendige haak in zijn bek.
Het blijkt een beauty te zijn met een heel specifiek gespikkeld patroon op zijn rug. Waarom we dat niet gefotografeerd hebben, weet ik even niet, maar qua bouw en kleur was dit een hele fraaie. Ook nu blijkt de gedipte dubbele Robin Red-pellet succesvol.
Hier krijgen we nooit genoeg van.
Helaas is het snel voorbij met de dip, want niet veel later loop ik zelf de pot om… Het was de enige die ik bij me had. De hele oever stinkt naar crab and crayfish. Ik heb er met mijn broek in gezeten… ook ik krijg de volle laag. De mannen pesten me ermee en liggen in een deuk. Ik roep het al een paar visdagen achter elkaar, maar het blijkt toch dat dit spul “het echt doet”.
Het doet me dan ook echt deugd dat mijn maten dan toch ook maar even de pellet komen “dippen” in het laatste beetje boiliedip wat er nog in het potje zit. Onze vistijd zit er echter bijna op. Het water valt nu met bakken uit de lucht. Zo hard, dat we besluiten even te gaan schuilen. We vissen dan nog wel heel even, maar tijdens een laatste moment van droogte, tussen de buien door, besluiten we in te pakken en de reis huiswaarts te gaan maken.
Dit was met grote afstand de meest gezellige visdag in tijden. We hebben enorm gelachen en genoten van de visserij. Het is zoals Nico het zei: “Als ik in de Ardennen ben, dan heb ik altijd het idee dat ik op vakantie ben.” Volgende week ga ik denk ik weer op vakantie.
Met dank aan het prachtige fotostatief van Nico…
Tot volgende week,
Leon Haenen