WitvisPerikelen 47
Door Leon Haenen
“… En op vrijdag een temperatuur van wel 12 graden… en met een beetje geluk een mager voorjaarszonnetje, met name in het zuiden van het land ……’’ Het weerbericht klinkt als muziek in de oren. Grinnikend zit ik naast mijn vrouw op de bank. Terloops check ik mijn agenda… Hmmmm, dat zou moeten kunnen. Ik geef mijn vrouw aan dat ik vrijdag ga vissen in plaats van zondag. Het gezamenlijk gezinsoverlegorgaan vindt het prima… Het wordt vissen op vrijdag.
Ik schat de vangkansen bijzonder hoog in en besluit een kostbare vrije dag op te offeren voor mijn passie. In ruil daarvoor werk ik zaterdagmiddag wel extra en haal ik zondag ook nog wel wat in. Alles komt goed. Het is erg druk in ons bedrijf en het is eigenlijk ‘not done’… maar vrijdag doe ik het toch.
Mijn voorbereiding is werkelijk perfect… al zeg ik het zelf. Prachtig gekiemde hennep en tarwe, perfect op smaak. Een pak nashbait halibut pellets in de 6 mm uitvoering, twee liter kersverse, kurkdroge maden en een liter zelfgekweekte casters. Enkel de zinkende exemplaren hebben de keuring gehaald. Donderdagavond wordt alles klaargezet. De hengels worden secuur gemonteerd. Ik knoop een aantal extra onderlijnen en loop alles nog eens op het gemak na. Het waadpak komt eindelijk weer eens van stal. Ik slaap er slecht van…
Als ik vrijdagochtend opsta en uit het raam kijk, schijnt er net achter de heuvel van het Savelsbos een prachtig zonnetje. Een beetje vaal nog, maar het is goed zichtbaar dat de lente voor de deur staat. Ik krijg er kriebels van in mijn buik. De eerste merels zingen hun ochtendlied. Snel aankleden en naar beneden. Na een heerlijk ontbijt en een relaxt krantje pak ik alles in en vertrek richting de Grensmaas.
Als ik op de stek arriveer, ebt het euforische gevoel waarmee ik vertrok naar het vriespunt. Wat staat dat water hoog vandaag. War komt dat allemaal vandaan? Het water staat net niet op 40 meter NAP… dat is niet slecht, dat is verschrikkelijk. Snel haal ik de gsm uit mijn zak en google de waterstanden. Handig, zo’n moderne “glazen bol” die tegenwoordig ook al kan voorspellen wat de waterstanden binnen een uur, twee uur , drie uur enzovoorts, gaan worden. Er zit nogal wat verschil tussen de gemeten stand en de verwachte waterstand.
Toch wel handig, zo’n moderne glazen bol…
Toch oogt het hoopvol. Ach ja, er zijn dus nogal wat overeenkomsten tussen mijn bol en die op de kermis… ze zitten er beiden geregeld naast. Kort overleg ik met mezelf. Ik sta hier op een stek die normaliter in deze tijd van het jaar garant kan staan voor prachtige windes, sneep, dikke blankvoorn en een net vol prachtige brasems. Soms, heel soms wordt je dan getrakteerd op een barbeel. Maar dat… is eerder een uitzondering in maart.
Statisch heb je nu meer kans op barbeel. Wat zal ik doen? Zal ik afwachten? Mijn gsm geloven en ervan uitgaan dat het water gaat zakken? Ik besluit te blijven staan. Ik heb ook niet veel andere keuzes bij deze waterstand. Als het water iets zou zakken, dan is dit zo’n mooie stek. Omgeven door allerlei bomen en struiken, heerlijk beschut. Om de waterstand goed in de gaten te kunnen houden plaats ik een marker langs de waterkant. Een stok met een gevonden plastic voorwerp erdoorheen gehaald, gaat als uitgangspunt voor mijn eigen meting fungeren.
Met enige kracht boor ik de tak in de grond. Ik betrap mezelf erop dat ik vrijwel elke minuut naar de stok en het stuk plastic kijk. Alsof het iets uitmaakt. Na een kwartier begint het water te zakken. Het is net of ik naar een soort heiligenhuisje aan het kijken ben. Ik kan mijn ogen er nauwelijks vanaf houden. Nauwgezet volg ik het water.
Mijn zelfgebouwde “heiligenhuisje”.
Ondertussen probeer ik zo goed mogelijk mijn dobber door alle neringen te laveren. Dat gaat steeds beter. Intussen is het water al zeker twintig centimeter gezakt. Om enthousiast van te worden. Ik vind het tijd worden om te voeren. Als eerste verdwijnt zeker een halve kilo pellets op de stek, gevolgd door een lading hennep en gekiemde tarwe. Tot slot hang ik de madenbak om en begin ik tijdens elke nieuwe drift maden te voeren.
Ik vis niet ver uit de oever en kan de maden eenvoudig met de hand voeren. We gaan al snel richting de 39.50 meter NAP. Dat maakt op deze stek enorm veel uit. Het vertouwen groeit met de minuut. Mijn goed gevoel wordt niet veel later bevestigd door een springende vis aan het uiteinde van mijn drift… ik denk winde… Kom maar op!!
Dan gebeurt er iets dat past in een stomme film. Een soort van comedy capers, maar dan anders. Toen ik arriveerde hoorde ik van ver motorzaaggeluid en ander motorgeluid. Het klonk als een grijper. Wellicht te naïef gedacht dat deze mannen niet dichterbij zouden komen. Mijn oren hebben me niet in de steek gelaten. Ik had het goed gehoord. De geluiden blijken te kloppen. Allemaal. Voor ik er erg in heb staat er een team van hoveniers om me heen die de oever gaan kaalkappen. Alles in het belang van het zogenaamde Grensmaasproject.
Even zoek ik naar een verborgen camera, maar die is er helaas niet. Na een flauwe-grappen-kanonnade van de mannen richting mijn adres trekt een van de, tot aan de tand bewapende, hoveniers zijn kettingzaag aan en begint op nog geen vijf meter van me vandaan een grote boom om te zagen. Om melig van te worden. Ik sta aan de grond genageld en blijf stoïcijns doorvissen. Terwijl het zaagsel en houtsnippers over de stek drijven, besluit ik even te pauzeren. Dit gaat echt nergens over.
Wellicht zagen ze deze geselecteerde boom om en gaan dan verder. Misschien was dit wel een zieke boom? Helaas blijkt dat toch niet het geval te zijn. Al snel wordt duidelijk waarom ze met zijn vieren zijn. De eerste twee mannen zagen de boom om, de twee anderen maken vervolgens hapklare brokken van de boom. De hapklare brokken worden vervolgens door een soort grijperachtig rupsvoertuig naast me vandaan gesleept. Zo trekken de heren van de ene naar de andere boom. Er is een enorme hoeveelheid lawaai om me heen. Mijn dag gaat anders verlopen dan ik had gedacht… heel anders… Hier heb ik geen zin in.
Zeg het maar… Mr Lector Peltor?
Ik leg mijn hengel en spullen even neer en besluit toch even te informeren bij het leidend voorwerp van het team. Natuurlijk hebben de mannen lak aan mij en halen de schouders op. De man staat me te woord met de zaag aan en de koptelefoon op. Peltor staat er op zijn koptelefoon… ik ken wel een Lector… als ik goed kijk, dan zie ik gelijkenis. Natuurlijk heb ik respect voor het feit dat zij ook hun werk moeten doen, maar in dit geval komt het wel erg vervelend uit.
Een vrije dag opgeofferd en dan na een paar uur zo moeten stoppen. Verkassen is niet goed mogelijk omdat de Maas eenvoudigweg nog te hoog staat. Naar de Ardennen gaan, dat durf ik niet. Ik ga er toch vanuit dat het seizoen in de Ardennen wel degelijk gesloten is tot het eerste weekend van juni. Frans heeft me even doen twijfelen, maar een telefoontje naar de Waalse hengelsportzaak “Oncle Jo” in Herstal deed me toch beslissen niet meer die kant op te trekken.
Ik ga het risico niet aan, te meer omdat ik weet dat de Waalse politieagenten niet goed op de hoogte zijn en wellicht een verkeerde beslissing zouden kunnen nemen. Met de staart tussen mijn benen druip ik af. Ik baal als een stekker. Ik ga wel nog een paar andere stekken bekijken, maar ik heb geen andere mogelijkheden. Eerlijk gezegd is de zin ook even weg. Ik denk dat ik thuis maar een filmpje ga kijken, misschien wel “The silence of the lambs”… lang niet meer gezien. Kan ik nog wat oude herinneringen ophalen.
Tot volgende week,
Leon Haenen