WitvisPerikelen 39
Door Leon Haenen
Als we rond 8 uur door een van de Waalse stadjes rijden heerst er een heuse kerstsfeer. De straten zijn mooi versierd en blijkbaar heeft men ook in de Ardennen de LED-verlichting ontdekt. Het ziet er goed uit. De eerste cafébezoekers zitten al aan de bar en vanuit een ooghoek kan ik zien dat deze gasten ook al de eerste pinten voor zich hebben staan. Onder het motto: ‘Als je op tijd begint, dan heb je ook een lange dag’, zullen deze mannen vandaag wellicht zijn opgestaan. Ieder zijn meug.
Op barbeel vissen met de hengel in de hand… the max!
Vorig jaar rond deze tijd, lag er een flink pak sneeuw. Die sneeuw ontbreekt nu volledig. De temperaturen blijven vanmiddag schijnbaar ver boven nul. Het heeft de afgelopen dagen goed geregend. Aan water geen gebrek. De rivier stroomt serieus en de waterstanden zijn navenant. Ook vandaag starten we op een geëigende plek. Een strak stuk rivier dat rechtdoor stroomt zonder bochten of wat dan ook. Als we een kans maken op barbeel, dan zeker hier. We vissen elk met een hengel. Uit het handje. Lekker op gevoel vissen.
Omdat ik overweeg om ook een paar handgemaakte barbeelhengels te gaan laten maken, biedt Rik me aan vandaag eens met een van zijn “sexy stokken” te vissen. Om in de sfeer van de Britse handgebouwde hengel te blijven, monteer ik de John Wilson “Heritage” centerpin. Inmiddels heb ik de zogenaamde sidecast in onze tuin tot in den treure geoefend en gooi ik probleemloos in met de pin. Het opent veel meer mogelijkheden om met het simpele wiel te vissen. Makkelijk is het niet en het vergt ook echt enige concentratie. Maar ook hier geldt: oefening baart kunst! Rik vist met zijn Rolling pin van Ray Walton. Van hetzelfde kaliber…
Romantiek ten top.
Het vreemde aan mijn barbeelvisserij in de Ardennen is dat ik na een kwartier vaak al het gevoel heb hoe zo’n dag gaat verlopen. Vandaag heb ik ook een sterk gevoel. Ik schroom niet om het uit te spreken naar mijn vriend: “Het wordt een taaie, let maar eens op.” Hij antwoordt met een korte hmmmm. De voerkorven en zinkloden die ik inzet, blijven in elk geval geen van allen echt liggen; de montage blijft rollen.
Op zich kan dit positief werken, maar brengt op veel stekken ook het nadeel van vasthangen met zich mee. Op deze stek zou ik liever gewild hebben dat de montage strak bleef liggen. Ik zit echter met een probleem dat een beetje tussen de oren zit: ik vis niet graag met extreem zware gewichten. Het zou nu wel moeten, maar om hier met 150 gram te gaan werpen… ik weet het niet… Heb het ook niet eens bij me.
Het zijn niet allemaal strakke grindbodems waar we vissen. Er ligt nogal wat troep en grote stenen op zo’n rivierbodem. Zeker op de stukken die bij lage waterstanden langzaam stromen en waar bijvoorbeeld takken dan de kans krijgen om te zinken en zich te verankeren op de bodem. In al die zooi hangen we nu steeds vast. We vissen beiden met pellets en luncheonmeat in allerlei geuren en smaken.
Een keur aan Nashbait pellets wordt ingezet.
Inworp na inworp proberen we een aanbeet uit te lokken. We kammen de hele strook water uit, maar kunnen nergens leven in de brouwerij ontdekken. Rond een uur of tien besluiten we te verkassen naar een totaal ander stuk. Aan de overkant van de rivier zien we twee goede bekenden vissen die hier ook al jaren vertoeven, Jos en Walter. Ze nemen stelling tegenover ons. Ook hier hebben we het moeilijk. We verspelen in korte tijd erg veel materiaal.
Langzaam ebt het vertouwen in een goede afloop bij ons beiden weg, totdat we op enig moment Walter uit het niets met een kromme hengel zien staan. Hij heeft een barbeel gehaakt. Niet veel later zie ik hem met een tweede, hele dikke, vis in gevecht. Helaas lost hij deze, maar het geeft ons wel het vertrouwen dat de barbeel in elk geval actief is. Waar wij nu vissen zitten ze dus niet.
We overleggen kort en besluiten een derde stek uit te proberen. De lichte bepakking werkt hier in ons voordeel. Een tas, een onthaakmat en een hengel, veel meer is het niet. Voordat we er erg in hebben staan we al op de nieuwe plek. Ook dit is normaal gezien een plek waar je barbeel zou kunnen verwachten in de winter. Het enige probleem (lees: uitdaging) is het klimwerk om beneden te komen, maar dat mag de pret niet drukken.
Vol vertouwen beginnen we opnieuw te vissen. Zelden heb ik zo dicht onder de oever gevist. Hier kan het. Er staat veel water vlak langs de kant. Sterker nog, het meeste water staat vlak langs de kant. Na een half uur vissen krijgt Rik de eerste aanbeet van de dag. We zijn inmiddels al een uurtje of zes onderweg.
Het geluid van de centerpin klinkt als een verlossing in mijn oren. Voor het eerst zie ik hoe de hengel van Rik zich gedraagt als een er een vis tegengas geeft. Dat ziet er erg goed uit. Geen moment is hij de controle over de brute kracht van de vis kwijt. De dril met een centerpin is moeilijk op schrift te zetten. Die enorme kick voel ik als toeschouwer zelfs nog. Een paar minuten later moet de barbeel in Rik zijn meerdere erkennen.
De eerste vis van de dag is voor Rik.
Gelaten laat de vis zich in het net dirigeren. Zoals zo vaak verkrampen barbelen enorm als ze op de mat terecht komen. Deze doet niet veel anders. Toch gaat er blijkbaar een ontspannende werking van de handen van mijn maat uit. De vis ontspant en strekt prachtig haar rugvin als ze samen op de foto gaan. Opvallend detail bij deze barbeel is de grappige neus. Deze gekke knobbel zien we wel vaker bij barbeel.
Een half uur later is het mijn beurt. Een zware doffe beuk op mijn hengeltop doet me in een reflex reageren. Bam! Wat een ontlading als je zo lang op een aanbeet hebt moeten wachten. Besef dat we al urenlang met de hengel in de hand staan. We hebben niet eens een hengelsteun bij ons. Dan werkt zo’n dreun echt verlossend. Terwijl ik het opschrijf besef ik dat het toch ook echt wel de beuk op zich is die de dag al goed maakt.
Zo blij als een kind met mijn barbeel.
Het teken van leven doet echt al heel veel. Niet veel later landt Rik de barbeel voor me. Ik ben zo blij als een klein kind met deze vis. We zijn beiden aan het vissen met een voerkorf met samengeperste pellets. Af en toe mengen we er ook een paar stukken worst doorheen. Even later vergist de tweede vis van de dag zich aan mijn aasje. Deze weet handig gebruik te maken van de stroming. De barbeel gaat er als een hazewind vandoor. Nu is een sterk geflavourde 10mm pellet de verleider geweest. Ik heb deze keer de pellets met nashbait halibut juicer bewerkt. Een ware topper!
Kerngezond en kogelrond zijn de barbelen in deze tijd van het jaar.
Rond drie uur haak ik iets dat ik hier nog niet eerder heb gehaakt. Iets onhoudbaars. In al die jaren dat ik hier vis heb ik dit nog niet meegemaakt. Een paar voorzichtige tikken, gevolgd door een doffe klap, luiden het startsein in van een vijftal minuten die me nog lang zullen heugen. Aanvankelijk dacht ik nog een bak van een barbeel gehaakt te hebben, maar als de vis na dertig tellen een soort van afscheid van me neemt, weet ik dat dit onmogelijk een barbeel kan zijn.
Met een run die niet meer lijkt te stoppen spurt het beest stroomafwaarts. Ik kan volgen tot aan een muur waar de brug begint en dan houdt het eigenlijk allemaal op. Rik probeert tevergeefs vanaf de andere kant de hengel van me over te nemen. Dat lukt helemaal niet. Een moment twijfel ik erover om door het water naar de andere kant van de brug te waden, maar ik schat de risico’s te hoog in. Dat gaat net iets te ver… misschien wel een brug te ver.
Ik probeer te redden wat er te redden valt. De lijn is bijna volledig van mijn spoel. Zo goed en zo kwaad als het gaat, probeer ik deze agressieve run af te remmen. Dat lukt gewoon niet. Maar dan ook echt totaal niet. Ik besluit een halt toe te roepen en blokkeer de slip. Het is uiteindelijk de onderlijn die het begeeft. Beduusd blijf ik achter. In gedachte vraag ik me af of er een barbeel bestaat die zo hard kan trekken. Het lijkt me onmogelijk. De gedachten spoken de hele week door mijn kop. Was het een karper? Ik weet het niet… we zullen er nooit achter komen. Sensationeel was het wel.
In een woord, onhoudbaar.
Tot volgende week!
Leon Haenen