WitvisPerikelen 27
Door Leon Haenen
Filosoferen over het vissen, de vissen, hoe ze zich gedragen en wat we allemaal moeten doen om ze te misleiden, dat is een bezigheid op zich. Wij als sportvissers kunnen dat als de beste. Denk er maar eens over na. Sportvissers stellen zichzelf constant vragen en overleggen hierover ook uren, zo niet dagen met elkaar. Of je nu van roofvissen houdt of van karper, witvis… het maakt niet uit. Constant passen we onze technieken aan, verfijnen we allerlei zaken en gaan we nadenken over elementen uit onze hobby zoals smaken, kleuren, aasgedrag, goede en slechte waterstanden, aassoorten, dressuur, enzovoorts.
Ik doe daar volop aan mee. Natuurlijk doe ik aan dat soort discussies mee, ik stel mezelf constant vragen en bespreek die vaak met anderen. Een aantal voorbeelden:
Hoe kan het dat er dagen bij zitten waarin de barbelen wel opgestapeld lijken te liggen? Hoe kan het dat er net op die ene dag allemaal 70cm-plus vissen op een stek uit het water komen zoals in de sessie waar ik nu over geschreven heb? 14 Stuks nota bene!! Meer dan twintig barbelen op een dag! Ik zou graag het antwoord willen hebben. Van de andere kant is dat net een van de facetten die het vissen zo interessant maakt. Bij iedereen waar je een vraagstuk neerlegt krijg je een bepaalde visie te horen. Vaak heel ingewikkeld en vergezocht, soms zo logisch en simpel als het maar kan.
Iedereen heeft wel een eigen verklaring voor allerlei zaken, fantastisch vind ik dat. Mijn enige redelijke verklaring als antwoord op de eerder gestelde vraag zou kunnen luiden dat de barbelen in elk geval samenkomen op plekken waar nog stroming en diepte vertegenwoordigd zijn, zeker bij extreem lage waterstanden. Ik krijg sterk de indruk dat stekken waar veel mosseltjes op de rivierbodem aanwezig zijn in combinatie met stroming en diepte, toch wel favoriete hangplekken zijn van barbelen. “Oké duidelijk, zit wel wat in”, hoor ik jullie denken… maar dan…?!
Kennis van het water is erg belangrijk.
Volgend vraagstuk: Waarom vangen wij alleen nog maar barbeel? Waar zijn alle andere witvissen naartoe? Van vandaag op morgen vingen we geen enkele andere witvis meer… en dat duurt nu al zeker vijf weken! Waar zijn al die brasems heen? En? Geen antwoord? Wat dacht je van deze: Een aantal weken achter elkaar vingen we eenjarige barbelen. Niet een of twee, maar echt aantallen. Opeens… allemaal weg! Waar zijn die vissen heen? We hebben een paar weken gehad waarin de kleine roofblei een ware plaag vormden voor onze visserij… nu is er geen enkele roofblei van een jaar oud meer te bespeuren….!
Ik kan zo nog 100 vragen bedenken. Barbeelspecialisten zoals Frans Vogels volg ik op de voet, ik lees constant dat hij zichzelf vragen stelt, overlegt en zich suf piekert waarom de Waal dit jaar voor hem niet gebracht heeft wat ze andere jaren wel heeft gedaan, in elk geval op de stekken die hij normaliter bevist. Er zullen ongetwijfeld andere stekken zijn die dit jaar wel goed zijn geweest, maar zo zie je maar weer dat mensen als Frans ook zoekende zijn. Over een ding ben ik het met hem eens: als er geen barbeel zit, dan kun je ook geen barbeel vangen. Een waarheid als een koe.
Al deze mysteries rondom onze fantastische passie horen er wel bij. Als ik elke week veel zou vangen en me totaal geen moeite hoefde te doen om die prachtbeesten allemaal te misleiden, dan zou de lol er volgens mij ook snel van af zijn. Die onopgeloste vraagstukken maken de passie compleet. Al die open eindes zorgen voor een bepaalde drang die ons telkens weer naar het water voert. Ze zorgen ervoor dat we constant bezig zijn om details te veranderen. Komt direct de vraag bij me op: Zouden alle details ook daadwerkelijk het verschil maken?
Als ik op enig moment die ene specifieke smaak pellet niet bij me had gehad, maar wel een andere smaak waar nooit iemand echt succesvol mee is geweest en ik vang er mijn eerste gigantische vis mee, is het dan opeens een topaas? Waarschijnlijk niet… maar dat wordt het vaak voor diegene wel omdat hij er vertrouwen in heeft gekregen en het vervolgens wekenlang aan de haak heeft gehangen, vaak met het directe gevolg dat hij er nog meer vis mee heeft gevangen. Dat geldt bijvoorbeeld ook heel sterk voor kunstaas. Ik heb echt pluggen in overvloed, maar heb meestal toch de neiging om de ‘bewezen vangers’ aan de onderlijn te hangen. Moet bij velen toch bekend in oren klinken…
Het gaat in onze sport vaak om details.
Het vertrouwen is vaak zo groot als het laatst genoten succes. Toch? Ik heb verschillende keren goed en vaak meer gevangen dan de persoon die bij me was. Soms ook veel slechter. Ik gebruikte vaker een toevoeging aan mijn haak die mijn vismaat niet gebruikte en had echt het gevoel dat mijn succes mede daaraan te danken was. Maar zou het daar nu ook echt aan gelegen hebben? Of viste ik misschien net iets dieper… of beter? Of had ik gewoon veel meer geluk? Ik heb een aantal weken geleden beloofd dat ik zou verklappen waar ik succesvol mee ben. Ik ben ervan overtuigd dat het bij het trotten op barbeel het verschil kan uitmaken. Maar misschien zit ik wel helemaal fout. Wie zal het zeggen?
Ik ben erg succesvol met het al ‘eeuwenoude’ rode chemische spul uit de tube, genaamd mystic. “Le roi des appats”, oftewel de koning van het aas, dat voorspelt althans de tekst op de tube. Het goedje bestaat in verschillende kleuren. Die heb ik ook allemaal… ik vis altijd alleen met rood. Bijgeloof? Vertrouwen? Ziet een vis op drie meter nog wel de kleur rood? Ik draai er een beetje van op de steel van de haak en plaats er dan een stuk of vier maden bij . Als eindresultaat heb je dan een mooie, roodwitte combi aan de haak… Tja… vertrouwen in het aas is ook wat waard. Ik vind het er geweldig uitzien.
Een ‘geheim’ ontrafeld
Zouden de vissen alleen daar zitten waar ik de afgelopen weken vertoefd heb? Ik weet dat dit natuurlijk niet zo is. Afgelopen week zaten er anderen op de door ons beoogde stek. We moesten onze heil elders zoeken, en dat ook nog eens op onbekend water, relatief ver van huis. Het is toch gelukt om succesvol te zijn. Hoe komt dat nou? Ik denk door logisch nadenken, goed naar het water te kijken en op de juiste manier te vissen. Soms doet een dobber het wel, andere keren is de statische manier de enige juiste. Hoe kan dat? Waar ligt dat dan aan? En dat terwijl er op een vergelijkbare stek een week eerder net veel beter gevangen werd aan de dobber. Ik ben nog altijd zoekende naar antwoorden… en dat zal wellicht altijd zo blijven.
Prachtig vind ik dat. Ik hoop jullie ook. Ik verneem graag jullie visie over bovenstaande column. Wellicht kan ik aan de hand van de reacties in de toekomst eens wat dieper op alle vraagstukken ingaan… wie weet? leonhaenen@gmail.com
Volgende week gaan we terug naar de rivier voor deel drie van de succesvolste dag uit 2011 tot nu toe.
Leon Haenen