WitvisPerikelen 23
Door Leon Haenen
Eigenlijk vind ik dat een roofblei tot de witvissen had moeten behoren. Echt! Net als de winde, de kopvoorn en de barbeel (allemaal witvissen), eet de roofblei kleine vis. Ook heeft de roofblei geen tanden… dat is ook een overeenkomst… En als ik een afbeelding zie van een roofblei, dan zie ik toch een grote superwitvis.
Iemand heeft beslist dat deze killer uit het Oostblok tot de karperachtigen behoort… waarvan akte. Het is alweer een tijd geleden dat ik achter deze snelheidsduivel van het zoete water aangezeten heb. Ik heb vandaag niet veel tijd, ik ga het gewoonweg proberen.
Het grote voordeel van een paar uur vissen op roofblei is dat je niet veel meer mee hoeft te nemen dan een hengel en een tas met wat spullen. In mijn geval neem ik ook de onthaakmat mee. Dat ben ik nou eenmaal zo gewend. Ik ben er ook zwaar van overtuigd dat het beter is voor het welzijn van onze zoetwaterbewoners. Daarbij neig ik ook het waadpak aan te trekken omdat er wellicht stekken zijn waar ik beter af ben als ik in het water sta. Ik vis licht.
Een shimano technium-molen en hengel vormen de basis. Dunne gevlochten lijn. Een onderslag van fluorocarbon en minuscule wartels. De pluggen die ik gebruik zijn namelijk ook licht en klein. Een grote wartel beïnvloedt de zwemkwaliteit van de pluggen die ik vandaag wil gebruiken. Ik start met mijn “all time favorite” van Rapala; een klein plugje met een nog kleiner lipje dat niet dieper loopt dan een centimeter of 30. Zijn naam is de long casting minnow. Niet meer te koop volgens de geleerden. Ik verneem graag het tegendeel.
De ochtendstond heeft echt goud in de mond… Wat een mooi begin van de dag.
Als ik aan de rivier arriveer komt de zon net op. Een heerlijk gevoel gecombineerd met een waanzinnig plaatje. Het beetje extra warmte van de opkomende zon doet de rest. Hier heb ik wel zin in. Doordat de plug is uitgerust met een ingebouwd balletje dat beweegt in de plug als ik inwerp, kan ik enorme worpen maken. Ik start met een paar inworpen in te draaien op normale snelheid. De plug loopt super in het wateroppervlak.
Dan een paar inworpen op hoge snelheid binnendraaien. Dat gaat ook erg goed met deze stroming. Er stroomt vanochtend iets meer water door de rivier. De molen doet het goed. Heeft althans lang in de kelder gestaan. Ik denk dat ik zelf iets minder soepel uit de kelder zou zijn gekomen als ik er zo lang had gelegen. Na een paar inworpen haak ik wat vuil tijdens het binnendraaien. Een adrenalinestoot giert door mijn lijf.
Ik heb al eens eerder het genoegen gehad om roofblei te haken en denk nog te kunnen herinneren hoe het voelt. Dat dacht ik… Inworp na inworp gaat de plug de rivier in. Uit het niets volgt de typische aanbeet van de roofblei. Het voelt alsof je plug wordt aangereden door een Ferrari waaraan de plug op volle snelheid blijft hangen. Niet normaal dit. De Shimano-combi vangt de enorme aanbeet perfect op. Het is een klap van jewelste.
De stroming draagt een leuke steen bij aan de kwaliteit van de dril. Roofblei drillen is leuker als je vanuit een boot een vis haakt op 8 meter diepte. Dan duiken die hengsten direct de diepte in. Dat gaat hier niet, want het water is niet dieper dan anderhalve meter of zo. Maar klagen is een ander uiterste. Ik voel wel dat ik hier temaken heb met een groter exemplaar. Als Bert toegesneld komt met het schepnet, wordt al snel duidelijk dat het om een heel fraai exemplaar gaat. Ik sta helemaal te freaken. Hier ligt een vis die richting de 80 cm gaat. Dit zou wel eens een nieuw PR kunnen zijn. Op de mat komen we aan de 79 cm.
Mijn grootste roofblei tot nu toe, wat een bak.
Dit is de grootste roofblei die ik persoonlijk ooit live gezien heb. De plug is volledig verdwenen in de bek van de roofblei. Met een kieuwgreep en een fatsoenlijke tang krijg ik mijn kunstaasje terug zonder dat ik de vis beschadig. Belangrijk detail dat je als roofbleivisser niet mag vergeten. De roofblei is een gevoelige vis die heel heftig aanbijt en ook op de oever enorm kan spartelen. Je zult de vis stevig vast moeten houden met een kieuwgreep. De mat draagt enorm bij aan het ‘onthaakcomfort’ voor de vis. Ik moet zeggen dat ik echt onder de indruk ben van het kaliber bek van dit kanon. Ik kan me voorstellen dat het speldaas nerveus wordt als dit soort vissen in de buurt komen.
In deze bek kun je de hele kunstaaskoffer parkeren.
Een paar foto’s later mag de vis terug naar zijn jachtgebied. Ik heb wel eens slechtere dagen beleefd. Heerlijk. Bert raakt aangestoken en besluit voor vandaag de centerpin in de auto te parkeren. Hij gaat toch ook eens proberen zo’n reuzewitvis te haken. Terwijl hij naar huis gaat om zijn materiaal te halen, drink ik een kop koffie en geniet van de omgeving. Er is totaal geen activiteit te zien op het water die door vissen wordt veroorzaakt. Qua watervogels is er des temeer te zien. Ik krijg sterk de indruk dat een groot aantal ganzen het begrip trekvogel uit de vocabulaire heeft gegooid, want die ‘schreeuwers’ zijn het hele jaar aanwezig.
Enfin, ik ga een stukje verderop proberen. Hier stroomt de rivier nu op zijn hardst. Wellicht dat het cliché van de visjes in nood hier opgaat. Wellicht dat er hier nog een roofblei zwemt die mijn aasje als duizelig visje ziet en een aanval inzet. Lang hoef ik niet te wachten, want bij de tweede inworp hakt er een roofblei in op mijn montage. Een enorme kolk aan het oppervlak geeft aan dat er contact gemaakt is. Dit vind ik echt ongelofelijk vet! Mijn petje gaat vanzelf omhoog als gevolg van een niet aflatende grijns. Dit is wel erg leuk. Het is vooral ook weer eens iets heel anders. Niet veel later land ik de tweede prachtige rover van de dag. Weer een zeventiger. Gelukkig is Bert op tijd om er een paar prachtfoto’s van te maken.
Nummer twee van de dag ziet er ook stralend uit.
Samen proberen we nog een roofblei te vangen. We bevissen een groot stuk van de rivier. Poppers, Asp-spinners, kleine pluggen… We halen alles uit de kast. Met name de visserij met de popper spreekt me enorm aan. Het lijkt me zo stoer als een roofblei het kunstaas van het oppervlak grijpt… Tijdens het binnendraaien droom ik al van een verwoestende aanval… die komt echter niet meer.
Niets mag meer baten. De hele voormiddag gaat voorbij zonder nog een enkele aanbeet. Zo snel als ze gekomen waren, zijn ze ook weer verdwenen. Ik heb me laten vertellen dat dit ook typisch is voor het karakter van de roofblei. Ik heb genoten van de vangsten en van de visserij. Het ziet ernaar uit dat ik dit nog eens vaker ga proberen. Ik heb de roofblei in elk geval toegevoegd aan het rijtje targetvissen.
Leon Haenen