WitvisPerikelen 19
door Leon Haenen
Deze week wilde ik weer eens iets anders. Eens ergens anders. Maar waar? Een goeie tip van vismaat Bert Geelen bracht me naar de Belgische Grensmaas, een strook water waar ik nog nooit eerder gevist had. Als ik mijn plan zaterdag bij mijn vader in de groep gooi, hoeft ie zich niet lang te bedenken… hij gaat eindelijk weer eens met me mee.
Al maanden moeten we het zien te rooien met extreem lage waterstanden. Hier op de Belgische Maas is het natuurlijk niet anders. Het verschil zit in het feit dat we hier een aantal authentieke “putten” hebben waar zich normaliter veel vis ophoudt. Vandaag staan vooral maden op het menu. Mijn pa heeft wel een mix van zaden en maïs bij zich, maar in een bescheiden hoeveelheid. Baat het niet, dan schaadt het niet. Zoals altijd zal pa statisch gaan vissen met een zinklood.
Een mix zoals mijn pa die altijd gebruikt, met veel maïs en tarwe.
Ik kies weer voor de dobber. Ik heb twee hengels meegebracht. Mijn tot zwaar favoriet bekroonde Spro Stategy Carp Float, gecombineerd met centerpin en een lichtere fox barbel float hengel van 3,9 meter. Deze heb ik veel lichter gemonteerd. Een 2,5 grams dobber die uitgelood is met een 6-tal loodhagels. De zwaardere Spro-hengel is voorzien van een 7-grams dobber, uitgerust met een schuifloodmontage. Als we om 6 uur aan het water arriveren zien we geen enkel teken van leven.
Er springt geen vis, niets. Er is verder nergens iemand aan het vissen. Wij bekijken de mogelijkheden en bespreken welke strook water we gaan bevissen. We spreken af dat mijn vader in de uitdrift vist van mij. Het madenspoor zal uiteindelijk wel een visje lokken waar hij ook van zou moeten kunnen profiteren. Het duurt niet lang voordat we aan de slag zijn. Ik sta versteld van de waterdiepte. Ik heb hier bijna drie meter. Dat is top. Ik sta zelf tot aan mijn middel in het water en hoef mijn montage maar voor me in het water te droppen.
Ik kan de dobber hier prachtig sturen. Ik kies voor de Spro-hengel en ga lekker met de centerpin vissen. De drift is ongeveer 15 meter lang. Ik hoef me dus niet helemaal het apezuur te draaien. Het duurt lang voordat ik de juiste diepte gevonden heb. De bodem is erg grillig. Ik kan niet de hele strook over de grond vissen. Ik kies ervoor om de juiste diepte te hebben aan het eind van de drift. Vaak is dit de plek waar ik mijn barbelen vang. Ik verwacht vandaag niet anders.
Een exemplaar van de nieuwe generatie barbelen.
Een uur moet ik wachten voordat ik voor het eerst een aanbeet krijg. Die wordt wel direct verzilverd. Ik voel nauwelijks weerstand. Een klein visje heeft zich vergist. Mijn hart bloeit echter als ik het visje in mijn handen heb. Ik heb voor het eerst sinds jaren een barbeel vast die het levende bewijs vormt van nieuwe generaties. Geweldig. Vreemd genoeg genieten we samen van deze, voor ons, unieke vangst. Niet veel later vang ik nog twee familieleden van deze vis. Drie kleine barbeeltjes achter elkaar. Prachtig! De miniatuurvangst eindigt met een kleine kopvoorn. Dan wordt het stil op de stek.
Ik krijg geregeld een aanbeet, maar ben er eigenlijk zeker van dat het allemaal van dat kleine gespuis is. Ik besluit mijn onderlijn aan te passen en ervoor te zorgen dat mijn schuiflood dichter op de haak komt te staan. Hierdoor zorg ik ervoor dat mijn montage sneller bij de bodem is. De kleintjes hebben hierdoor minder kans om mijnmaden onderweg naar de bodem leeg te zuigen. Een half uur later gaat de dobber weer onder. Dit is wel een goeie vis. Ik voel al snel dat het een brasem is, maar dat deert niet.
Ik ben blij met de vangst en onthaak de vis in het water. Puntgave vis met een kleur die iedere witvisser aanspreekt: een prachtige brons/bruine combinatie. Een half uur later krijg ik weer een goeie aanbeet. Dat is wat ik zoek. In een tel staat alles op spanning. Ik heb een vis gehaakt die onwaarschijnlijk sterk is. Het kippenvel verschijnt op mijn armen. Met bruut geweld ragt de vis meters lijn van de pin. Ik krijg deze beer met geen mogelijkheid van de grond.
Wat een power! Centimeter voor centimeter probeer ik lijn te winnen, maar dat gaat in eerste instantie niet goed. De Spro Carp float hengel houdt de zaak weliswaar in bedwang. Zo parabolisch als de hengel ook mag zijn, een vis van dit kaliber is geen enkel probleem voor de stok. Ik word alleen maar blijer dat ik deze hengel in mijn bezit heb. Voorzichtig waad ik richting de oever. Het lijkt wel of het een karper is. Korte, venijnige runs. De ene na de andere. Voelt niet als vals gehaakt.
Na een aantal minuten zien we voor het eerst wat ik gehaakt heb. Een enorm zware barbeel. De kop spreekt boekdelen. Ervaren wordt de vis door mijn pa geland. Hij scandeert dat dit een tachtiger moet zijn. Hij is wellicht nog enthousiaster dan ik. Op de mat aanschouwen we de barbeel. Dit zijn de vissen die de slagroom op de taart vormen. Ik sta helemaal te freaken bij de aanblik van deze enorme vis. Haar lengte valt me een beetje tegen. 70cm precies. Zelden heb ik zo een massieve barbeel gevangen. Daardoor lijkt ze ook langer. Ik zou gezworen hebben dat ze groter was.
Het deert niet. Snel wegen. Dat gaat dan weer niet, batterijen leeg. Wellicht een overweging om een ouderwetse unster aan te schaffen. Die doet het altijd. De vis heeft behoorlijke hersteltijd nodig en die krijgt ze natuurlijk van me. Ik ga even op een steen zitten en neem een bakje. Wat een dril……
Wellicht mijn zwaarte barbeel tot nu toe…… batterijen leeg, geen gewicht bekend…..
Bijna een uur moet ik wachten op een nieuwe aanbeet. Ik kan me voorstellen dat het tumult op stek de vis even heeft doen verdwijnen. Uiteindelijk krijg ik weer een mooie aanbeet. Barbeel. Ik voel het direct. De waterdiepte draagt ook nu weer een steentje bij aan de drilervaring. Heerlijk is dit. Ik mag een zestiger landen met een vergroeiing in de ruggengraat. Dat is dit jaar al de tweede keer dat ik zo’n gehandicapte vis vang.
De barbeel oogt echter kerngezond en trok ook als een bezetene. Het kost nogal wat moeite om een fatsoenlijke foto te maken met de vis, maar uiteindelijk lukt dat toch. Na een kort verblijf buiten het water, mag de barbeel terug. Zonder problemen zwemt ze terug de diepte in.
Ondanks de vergroeiing een prachtexemplaar.
Dan valt me op dat de stroming minder wordt. Ik check bij mijn vader of hij een idee heeft of het water zakt. De bevestiging zet me aan het denken. Ik sta nu alweer bijna een uur zonder aanbeet. Pa heeft nog steeds geen beweging op de hengeltop gezien. Ik baal voor hem. Ik zou zo graag zien dat hij een barbeel haakt. Hij kan er echter niet mee zitten. Mijn aanbod om de andere dobberhengel ter hand te nemen, slaat hij af. Ook de tweede en de derde keer.
Doordat het water 5 cm gezakt is, is de stroming aanzienlijk veranderd. Op deze waterstanden is vijf centimeter veel. Ik besluit de lichte montage te gaan gebruiken. Dat vist heel anders. De lichte dobber brengt in eerste instantie weer twee kleine barbelen op de oever, maar dat is voor mijn een teken dat ik iets niet goed doe. Ik schuif de twee onderste loodhagels bij elkaar op 15 cm van de haak en ga met een serieuze overdiepte vissen. Ik ga de dobber tegenhouden in de inmiddels lichtere stroming.
Dat is een goede beslissing, want het duurt geen vijf minuten of ik haak een goeie vis op de lichte stok. De derde barbeel van de dag is de klos. Een mooie zestiger die er puntgaaf uitziet, ligt niet veel later op de onthaakmat. Mijn pa is er niet om een foto te maken, hij is zijn heil een eindje verderop gaan proberen. Ik schiet een snel plaatje van de prachtkop op de mat.
Pasfoto van een barbeel.
Dan wordt het stil op de stek. Heel stil. Een uur gaat voorbij zonder ook maar een beweging te zien. Af en toe peil ik om te controleren of ik wel op de juiste diepte aan het vissen ben. Die bevestiging is voor mij belangrijk. Als je namelijk ook maar vijf centimeter boven de bodem vist, vang je weinig barbeel. Dan haak ik een brasem. Gelukkig weer wat roering op de stek. Er gaat weer een uur voorbij. Ik krijg maar geen aanbeet meer. Dan schiet me te binnen dat ik de joker nog bij me heb.
Een aantal weken geleden bracht dit aasje ook barbeel op de oever, terwijl de conventionele madencombi dat niet deed. Rik was toen bij me. Wat maakt het uit. Ik probeer het gewoon. Of het zo moet zijn, krijg ik snel daarna een vette aanbeet. Een aanbeet die ik voel tot in de hengel. Meestal mis ik deze heftige aanbeten, maar vandaag is mijn geluksdag. Hij hangt. Even lijkt het of ik vasthang. Dan een spurt… en nog een. Ik hoor mijn vader vanaf de oever roepen dat dit een dikke is. Volgens mij heeft hij gelijk. Ik vis met een onderlijntje 16/00 shimano technium.
Dit had ik gedaan omdat ik stiekem hoopte op een andere targetvis, de sneep. Nu haak ik dit. Ik heb echter vertrouwen in het materiaal en de montage. Een krachtige dril die erg lang duurt, mag ik meemaken. Uiteindelijk de langste dril van de dag. Het is zeker weten barbeel. Tijdens de dril fantaseer ik al over de grootte. Mijn grootste vis tot nu toe heb ik gevangen op 30 april 2009. Die was 74 cm. Zou het? Als de vis voor het eerst aan het oppervalk verschijnt, weet ik in elk geval zeker dat ook dit weer een echte bonusvis is.
Op de mat blijkt dat de vis 74,5 cm is. “Ik doe mijn best, maar ik kan er echt geen 75 van maken”, schertst mijn pa. Ik heb mijn grootste barbeel tot nu toe voor me liggen. Wat een dag, wat een vis. Ik laat het even goed tot me doordringen en scan de vis. Deze wil ik even niet vergeten. Deze Grensmaasbewoner is slanker dan de eerste grote vis van de dag en wellicht ook lichter. Eerlijk gezegd denk ik dat ik vandaag de langste, maar ook de zwaarste vis uit mijn vissersgeschiedenis heb gevangen. Ik ben tevreden. Wat zeg ik, ik ben supertevreden!
Mijn langste barbeel tot nu toe…
Een half uur later vang ik een andere soort die we vandaag nog niet gevangen hadden. Een fraaie winde vergist zich in mijn madencombi met toevoeging. Winde is een vis die altijd hoog op mijn verlanglijstje staat. In de zomer vang ik deze vis eigenlijk maar zelden op de Maas. Het is vooral het voorjaar waarin ik nogal eens wat windes weet te misleiden. Vreemd, maar waar.
Eindelijk weer eens een winde.
Dan is het eindelijk de beurt aan pa. Beheerst zie ik hem aanslaan. Zijn feederhengel doet wat ie moet doen. Vrijwel meteen hoor ik hem roepen dat het een platte is. Ik ga toch het water uit om hem samen met de brasem te vereeuwigen. Het is dan wel een brasem, maar het is wel het kaliber “welkomstmat”. De vis haalt de 60cm net niet, maar ik kan jullie verzekeren dat het een genot is om deze witvis op het stromende water te haken. Niet veel later vangt pa ook nog een baars aan zijn feeder. Ik ben blij dat er toch actie op de statische manier van vissen komt.
Mijn grote voorbeeld met een prachtige brasem.
Dan is het weer mijn beurt. Een mooie hybride wordt geland. Op de lichte combi hele leuke sport. Een prachtige kruising tussen een brasem en een winde. Op een of andere manier zijn deze vissen een stuk sterker dan de authentieke winde of brasem. Ik ben erg blij met de vangst. Zo vaak vang ik deze vissen niet.
Kruising winde-brasem…zeg het maar.
Rond twee uur haak ik de laatste vis van de dag. Opnieuw een barbeel. Opnieuw mag ik hengelsport van de bovenste plank beleven. De combi van maden en….. doet het ook nu weer. Ik vind het opvallend. Het is wederom een ruime zestiger die ik op de kant weet te krijgen. Komend weekend probeer ik het nog een keer, als ik dan weer succes heb, wordt het toevoegsel onthuld… Trouwens ook als ik er dan geen succes mee heb.
De vijfde en laatste barbeel van de dag, ik ben tevreden.
Belofte maakt schuld.
Leon Haenen