Witvisperikelen 102 Goudkoorts 1

Witvisperikelen 102 

Goudkoorts 1 

Door Leon Haenen

Het is me al eens eerder gebeurd. Jaren geleden. Aan een plek arriveren waarvan je tot in het diepst van elke vezel voelt dat er monsters huizen. Bakken waar je tien minuten zoet mee bent. Ervaren beesten die verleid moeten worden.  Vissen die niet hebberig op elke pellet afstormen zoals de jongere soortgenoten dat vaak wel doen. Maar goed, ik weet het, ik ben zelf ook jong geweest.

Twee weken geleden maakte dat speciale gevoel zich weer meester van me. Het gevoel herkende ik meteen. Dat was lang geleden. Hier wonen ze, ik wist het toen ik er stond. Vanwege het feit dat de visdag in de soep liep als gevolg van bezette stekken en te laag water om mijn favoriete stukjes te bevissen, maakte ik van de nood een deugd.

Ik opende Google Earth op mijn gsm en ben de Ardennen in gereden. Eigenlijk was ik op zoek naar de geijkte bochten en stroken waar een goede stroming staat in combinatie met een redelijke waterdiepte. Ik zocht gewoonweg nieuwe plekken. Vooral nieuwe winterstekken.

Ik weet uit ervaring dat je de winterstekken het allerbeste in de zomer kunt uitzoeken, maar gezien het feit dat het nu nog zo warm is voor de tijd van het jaar acht ik de kans van slagen hoog. Per slot van rekening is het water kraakhelder en staan de rivieren allemaal erg laag voor de tijd van het jaar.


Op zoek naar goudklompen.


Ik heb vandaag al een paar fraaie stroken water aan mijn lijst kunnen toevoegen. Feitelijk zouden alle barbeelvissers dit moeten doen. Eens een poging wagen om zelf op zoek te gaan naar iets nieuws. Zelf ontdekte stekken waar nog geen of weinig barbeel bevist is.

Ik kan jullie garanderen dat de kick heel groot is als je ergens terecht bent gekomen waar nooit iemand vist. Met iemand bedoel ik dan een barbeelvisser. In Wallonië zijn deze mensen dun gezaaid. Het zijn vooral de Nederlanders en in mindere mate de Vlamingen die gericht aan de slag gaan. Er bestaan veel meer stekken  dan de lijst die de meeste barbeelvissers nu hanteren. Ik noem de top 5 voor de aardigheid:
•    Het fietspad
•    Het weiland met stroomdraad
•    De barrage
•    Stroomopwaarts van het eiland
•    De bunker
Het grappige is dat deze stekken hemelsbreed geen drie kilometer uit elkaar liggen. Als ik dan ga nadenken over de lengte van de verschillende rivieren, dan kan ik enkel concluderen dat wij als barbeelvissers vaak weinig tot geen creativiteit hebben.  

We neigen daar te gaan vissen waar anderen ook succes hebben gehad. Ik begrijp dat natuurlijk volkomen. De meesten onder ons kunnen slechts een dag in de week gaan vissen en willen dan toch ook graag vangen. Maar toch heb ik gelijk als ik zeg dat succes hebben op onontgonnen gebied veel sexyer is.

De stekken die ik al 25 jaar bevis, deel ik tegenwoordig met een hele grote groep andere enthousiastelingen. Zo werken die dingen nou eenmaal. Dat ga ik niet, noch iemand anders, veranderen en als ik er langer over nadenk dan kom ik tot de conclusie dat er plek genoeg is voor iedereen. Enfin.

Na een paar uur kris-kras door de Ardennen sturen, kom ik in een heel klein dorpje aan. Ik weet eigenlijk niet of ik hier van een dorpje kan spreken. Het is meer een strook verpauperde huizen die langs de kronkelende weg liggen. Tussen de spaarzame openingen tussen de huizen door zie ik de rivier stromen.  

Ik kan er vanuit een rijdende auto niet veel van maken. Niet in de laatste plaats vanwege het opgefokte mannetje in een foute auto met zelf ingebouwde ledverlichting. Ik kan zijn nummerplaat nog niet meer zien, zo dicht rijdt hij op me. Een klevende Waal….bah….


Mijn eerste aanblik na het bos.


Toch trekt deze wazige plek aan de achterkant van de huizen mijn aandacht. Alsof iets of iemand me het gevoel geeft dat ik even moet gaan kijken. Op enig moment kan ik rechtsaf, over een spoorwegovergang. Na de spoorwegovergang voert de weg achter de huizen langs al snel naar het water.  

Het is eigenlijk meer een breed onverhard fietspad. Na 50 meter zegt het bord dat ik niet meer verder mag. Parkeren kan hier zonder problemen in de berm. Dat doen de Walen hier ook allemaal. Aanpassingsproblemen heb ik nooit gehad.  Ik ben hier in een authentieke achterbuurt beland.

De huizen spreken boekdelen. De gordijnen hangen, doorspekt van nicotine, op apegapen. De kozijnen bladderen, volledig verrot. Als je goed kijkt, dan zie je dat ze ooit wit waren,. De  grauwe was hangt buiten aan een waslijn die er al even neerslachtig bijhangt. Zou eens strak getrokken moeten worden. De broek van pa hangt in het natte gras.

Hier heerst mijns inziens armoede. De tuintjes zijn werkelijk allemaal onderkomen. Op deze plek zou Rob Verlinden van Eigen Huis en Tuin de rest van zijn carrière vooruit kunnen met zijn make overs….pffffff……. Door de hoge heuvels krijgt de zon hier later in het jaar geen enkele kans om enig gevoel van positivisme  toe te voegen aan het ogenschijnlijk sombere leven waarin deze mensen ongetwijfeld moeten verkeren. Het lijkt me geen pretje om in deze erbarmelijke en veel  te vochtige omgeving te moeten leven.


Goudklomp.


Nadat ik de auto enigszins twijfelend achterlaat, vervolg ik mijn tocht te voet. Voordat ik er erg in heb, zie ik mijn auto al niet meer staan. Maar dan gebeurt het…..

Nadat ik het bosje uitgelopen ben, kom ik op een gedeelte van de rivier aan waar het vrij diep is. Het zou hier zomaar eens twee meter diep kunnen zijn. Het water stroomt redelijk hard naar rechts. Dat is even wennen. Normaliter vis ik (nu ik erover nadenk) bijna altijd op stekken waar het water van rechts naar links stroomt.  

Aan de linker kant van de stek is het erg ondiep. Het water stroomt hier vrij hard. Uiteindelijk eindigt de harde stroming in een matige stroming die het gevolg is van het steeds dieper worden van de rivier. Ik zie een bellenlijn lopen in het midden van de rivier waar Ade Kiddell nog jaloers op zou kunnen worden.

Het is een fantastische tip die ik ooit van hem kreeg. Zonder het te beseffen viste ik al jaren op plekken waar een dergelijke bellenlijn goed zichtbaar is. Ik zat dus wel al goed…;-) Ade maakte mij duidelijk dat de bellenlijn de zone is waar je de barbeel moet opsporen….en zo is het ook. Zo ook hier.

Alleen hier is de bellenlijn wel een meter breed. Vissen is hier niet gemakkelijk, dat zie ik wel al. Het water is amper te benaderen door de enorme struiken en bomen. Ik waag het er toch op en besluit om even een hengel uit de auto te halen. Even een uurtje testen, even een gevoel krijgen hoe het bodemverloop is.

Ja, ja, dat kun je voelen. Ik laat mijn voerkorf als het ware tijdens het binnenhalen over de rivierbodem dansen en hierdoor voel ik gewoon of ik op stenen vis of dat er een modderbodem is. Ik voel stenen……Daarbij kom je er natuurlijk binnen een minuut achter of je veel vast gaat hangen of niet.

Ik vis een uur, maar krijg geen enkele aanbeet. Het maakt me niks uit. Ik hang uiteindelijk ook niet meer vast. Ik heb de plek gevonden. Ze gaan hier vandaan komen, dat weet ik 100% zeker. Ik hoop dat jullie me blijven volgen, want volgende week kom ik hier terug. Het is dan weliswaar een half uurtje langer sturen, maar ik weet zeker dat het de moeite waard wordt. Ik voel goudkoorts opkomen.

Wordt vervolgd.

Leon Haenen

 

ANDEREN LAZEN OOK