Witvis op plassen die           grenzen aan rivieren

Witvis op plassen die grenzen aan rivieren

door Willem Stolk

Onze rivieren draaien overuren, veel smeltwater komt ons land binnen waardoor het vissen in de rivieren haast niet meer mogelijk is. Jaarlijks krijgen we ermee te maken en als we ons een beetje aanpassen kunnen we toch blijven vissen, maar waar dan?? In de aangrenzende plassen is het goed toeven, niet alleen voor ons vissers, maar ook voor de witvis is het een uitkomst.

Even uitrusten!
Door de enorme stroming in onze rivieren gaat veel witvis op zoek naar een rustig onderkomen.
Veel plassen die grenzen aan de rivieren, Maas, Waal, Rijn en Ijssel , zijn uitermate geschikt om met met de feederhengel een goed resultaat neer te zetten. De waterstand past zich natuurlijk wel aan met die van de rivier, het stijgt dus mee, maar de kleur blijft doorgaans stabiel in tegenstelling tot de rivieren waar het water koffiebruin is!. We nemen een grindgat, welke grenst aan de Maas eens onder de loep, om te kijken hoe we nu toch optimaal kunnen scoren.

Feedervissers vissen graag in de grindgaten…

Materiaal - methode
Doorgaans wordt er gevist met een feederhengel van 3.90 t/m 4.20 , actie MH. De molens die geschikt zijn voor deze visserij moeten fors zijn omdat er doorgaans ver, > 50 mtr, gevist moet worden. Hoe groter de spoel, hoe gemakkelijker de dyneemalijn van de spoel rolt. Nu we het hebben over dyneema, de meest gebruikte dyneema heeft een diameter van 8 t/m 15/100. Dikker is niet nodig omdat de trekkracht enorm is. Nu we de hengel, molen en dyneema hebben gehad zullen we eens wat dieper op de materie korf en voorslag ingaan.
De voorslag is nodig om toch enige mate van demping in te bouwen. Tevens is het handig bij vastzitten, de nylon voorslag breekt in plaats van je hengel! De voorslag wordt met bijvoorbeeld een bloedknoop aan de dyneema bevestigd. Aan de nylon voorslag monteren we een voerkorf. Omdat er door de regel ver moet worden gevist, is een speedkorf een aanrader. De korf wordt bevestigd in een lus omdat dit meestal beter werkt op stilstaand water. Op stromend water ben je het best af met een korfmontage in een lus, later meer hierover. Hebben we alles voor elkaar dan is het zaak om door middel van een aantal proefworpen te kijken hoe de bodemstructuur eruit ziet.

Met beleid voeren is essentieel.

Gemiddeld 10 meter diep
De Megense Ham is een plas welke grenst aan de Gelderse Maas. Dit water met een oppervlakte van ongeveer 150 ha, is gemiddeld 10 meter diep op een afstand van 50 mtr. Dit hebben we met de boot en dieptemeter eerder vastgesteld. Als we voor de eerste maal de korf met voer hebben ingegooid, beginnen we met tellen todat de korf de bodem heeft bereikt. Als de korf eenmaal op de bodem is beland, trekken we rustig de korf naar ons toe. Door enige oefening krijg je vanzelf het gevoel of je op een steil taluud zit of juist niet, want dat moeten we in ieder geval niet hebben. Op een steil taluud zal ons voer en aas snel naar beneden rollen waardoor we veel minder zullen vangen! Werp een keer iets verder en een keer wat dichter bij waardoor je vanzelf een beeld krijgt van de bodemstructuur. Kies een zo vlak mogelijke ondergrond uit om te vissen zodat je zeker bent van je voerplaats.

Twee voerplaatsen naast elkaar!
Als je eenmaal de plaats hebt bepaald, kan je kiezen voor een voercampagne, waarbij snel een tiental korven met voer op de plaats gedeponeerd worden. Wat je ook kan doen is meteen gaan vissen en wachten op de eerste aanbeet. In deze periode van het jaar is de laatste methode het meest geschikt. Wordt je top krom getrokken en de eerste vissen laten zich zien dan is het een optie om een tweede voerplaats op te bouwen. In deze periode van het jaar is de vis niet zo gretig en het is vaak zo dat als er een aantal vissen uit een school worden weggevangen, ze schrikken en het hazenpad kiezen. Een tweede voerplaats op dezelfde afstand, een meter of tien naar links of naar rechts, doet vaak wonderen. Zet vooral door, een tweetal uren wachten op de eerste aanbeet is niet ongewoon. Regelmatig komt het voor dat na een lange periode de vis langzaam op gang komt. Vul je korf met beleid, niet teveel aas toevoegen. Kijk naar de aanbeten, hoe heftig ze zijn en de tijdsinterval ertussen. Worden de aanbeten gretiger dan kun je de voer en aasproductie opvoeren.



Kortom
Vis ook eens met een slappe lijn, door eenvoudig na het inwerpen eerst de lijn op spanning te brengen en vervolgens slap laten vallen. Met de feederhengel in plassen die grenzen aan rivieren, kun je mooie dagen meemaken. Veel vis trekt door de hevige stroming de gaten in om uit te rusten en op krachten te komen. Vis op een gemiddelde diepte van zo’n 10 meter en begin met beleid. Probeer het eens met twee voerplaatsen naast elkaar, je zou wel eens leuke dingen kunnen beleven!


Twee voerplaatsen naast elkaar kan soms veel vis opleveren.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Witvisperikelen: Teleurstelling
Willem Moorman -
image description
Witvisperikelen: Toeval
Willem Moorman -
image description
Witvisperikelen: Visser in de maak
Willem Moorman -