Wetenswaardigheden in een winterse polder (deel 3):
Er op uit
Door Berthil Bos
Aangekomen bij één van de vele Nederlandse polders gaan we op zoek naar de eerder genoemde winterstekken. Eigenlijk wil dit zeggen dat je je met een vervoermiddel van de ene naar de andere hotspot begeeft.
We gaan dus vandaag niet een lange rechte sloot afvissen -waar we in de herfst nog een aantal mooie exemplaren hebben gevangen- maar concentreren ons op de interessante gedeelten hiervan. Het eerste wat ik wil weten wat hier de diepte is. Ik gebruik hiervoor een zelfgemaakt peildobber. Aan een snoekdobber heb ik een wartel en een stuk lijn gemonteerd van ongeveer 2 meter.
Op zoek in die weidse polder.
Aan deze lijn kan ik een dropshotloodje bevestigen op ieder willekeurige diepte tot twee meter. Gemonteerd aan de spelt van de onderlijn heb ik binnen no time een goede indruk van de onderwaterwereld. Ook kan ik nu bepalen welk kunstaas ik moet gaan gebruiken. Het ligt voor de hand dat als het water dieper is dan 1 meter, je nu niet moet gaan vissen met ondiep lopend kunstaas.
Door de peildobber weet ik waar ik aan toe ben.
Zoek de vis in de winter wat dichter bij de bodem in tegenstelling tot zomer en herfst. Met één shad en diverse loodkoppen kan je de hele polder aan, maar natuurlijk kan je ook voor ander kunstaas kiezen. Wat wel erg belangrijk is dat het kunstaas opvalt bij of tussen de scholen aasvis.
Hierdoor gebruik ik in deze periode een maatje groter, ook omdat de snoek nu met weinig energie een flinke hap wil bemachtigen, om daarna weer in de winterstand te gaan. Snoek moet trouwens na de jaarwisseling zich weer vol vreten, omdat de energieverslindende voortplanting voor de deur staat.
Met de opvallende Wob Shad is het goed toeven in de polder.
Vaak 'prik' ik even de stek af met een shad plus zwaardere loodkop die ik snel kan vissen, om te zien of er prooivissen aanwezig zijn, die vaak in paniek het water uitkomen. Bij aanwezigheid verander ik de loodkop voor een lichtere en ga dan de omgeving afvissen.
Omdat je de aasvis in beweging heb gebracht gebeurt het ook vaak dat de knop omgaat bij de snoek en deze weer actief wordt. Nu komt het weleens voor dat als de snoek aan het jagen is in een school kleine aasvis, hij hierop volledig gefixeerd is. Een wat grotere shad (bijvoorbeeld 18 centimeter) valt op een dergelijk moment extra op tussen en in de buurt van al dat kleine grut.
De snoek die midden in de school aan het feestmaal zit heeft zijn 'verstand' vaak bij andere dingen, maar er liggen er zeker nog een aantal in de buurt die wel trek in een Big Mac hebben die zichzelf aanbiedt, omdat hij wel erg dicht in de buurt komt.
De Triple Devil met zijn kabaal en veel drukgolven.
Natuurlijk hoeft het niet altijd de grootte te zijn die doet opvallen: het kan ook een kunstaasje zijn met veel kabaal en drukgolven, bijvoorbeeld de Triple Devil van Spro. Deze Swimbait van ongeveer 13 centimeter kan je allerminst groot noemen, maar door zijn actie valt hij wel erg op.
Wat wel altijd belangrijk is, is dat je het kunstaas lang op de hotspot kan houden. Hoe langer hoe beter. Soms moet je die groene rovers irriteren, want aan voedsel is er geen gebrek. Met de bovengenoemde shad en de Triple Devil kan je de snoek prachtig treiteren en met mijn derde favoriet haal ik ook vaak het 'bloed onder de vinnen' van de snoek vandaan.
De bekende onbekende streamer heeft zijn werk gedaan.
De streamer die ik met een molen of reel kan presenteren. is een soort sluipmoordenaar. Dit aasje kan je op de vierkante meter vissen en zal de snoek het idee geeft dat het hier gaat om een wel erg makkelijke buit of hij raakt op den duur geïrriteerd door dat harige ding dat maar boven zijn kop blijft dansen. Uiteindelijk grijpt de snoek 'm, puur uit agressie.
Tevens is de streamer vrij onbekend bij de snoekfamilie, waardoor dit aasje vaak geen last heeft van dressuur. Met deze drie kunstaasjes die ieder zijn specifieke viseigenschappen hebben, kan ik altijd inspelen op de situatie van de dag. Vis ze met een behoorlijke dyneemalijn om de vis kort uit te drillen, waardoor je de stek niet hopeloos verschrikt.
Om de samenwerking van de diverse kunstaasjes te verduidelijken staat mij nog een winterse visdag bij, die precies bovenstaande in zich had. We waren aan het vissen in een kleipolder, waar de snoek zo langzamerhand wel ieder kunstaasje kent dat er te koop is. We hopten van de ene winterstek naar de andere. Op elk van deze stekken krioelde het van de aasvis en af en toe was er een jagende snoek te zien.
Mijn vismaat viste met een plug die herhaaldelijk werd gevolgd en af en toe werd aangetikt. Dressuur was hier volop aanwezig, dus als de snoek kon praten zou hij Peter zo kunnen vertellen waar deze plug in de aanbieding was. Ik viste met een Wob Shad van 18 centimeter die hier niet veel gebruikt wordt, maar ook ik ving weinig, al pakten ze deze shad of en toe heel voorzichtig.
Na een tijdje lokte ik alleen nog maar aanbeten uit met de shad, om daarna met een streaker de snoek alsnog te foppen. Deze methode werkte, want een plukje haar met bont hadden ze nog niet gezien en dat ding bleef wel erg lang boven hun kop hangen.
Dit irritante ding bleef wel erg lang op de plaats waar de snoek lag.
Op deze manier beleefden we alsnog een succesvolle dag waar we veel van leerden. Nu kan je op verschillende manieren aanbeten uitlokken, maar de snoek kent ook bijttijden. Vooral in de winter zijn dit korte periodes waarin de externe omstandigheden voor de snoek gunstig zijn om zijn buikje rond te eten.
Enkele positieve omstandigheden zijn als de temperatuur wat omhoog gaat en dat is meestal tussen 11.00 en 15.00 uur. Als tijdens bewolkte dagen ineens de zon verschijnt, die het zicht onder water beter maakt en het water iets verwarmt, zijn ook goede momenten.
Aan begin van de bui een mooie dril, daarna was het een tijdje rustig.
Is het windstil en zorgt een beetje opkomende wind voor wat beroering op het water, dan is dit vaak positief voor de vangsten. Negatieve externe omstandigheden zijn vooral die omstandigheden die de (water)temperatuur naar beneden haalt. Buiten de buitentemperatuur zijn dit ook regen, hagel of sneeuwbuien die van een vangende dag ineens een offday kunnen maken.
Je ziet dat vooral de winter je dwingt om van te voren je strategie te bepalen en daarbij kan een beetje nadenken helemaal geen kwaad.