Omdat het de laatste tijd steeds iets moeizamer werd, hebben we onze hoop op deze stek gevestigd. Natuurlijk heb je geen garanties, maar de cijfers van de laatste jaren lieten hier in deze tijd, begin oktober, altijd hele mooie resultaten zien.
Daarom was het denk ik ook dat JP al stond te vissen toen ik aan kwam rijden. Hij kon niet wachten! Alle hengels stonden opgetuigd tegen zijn auto, omlijst met tassen en dozen.
JP's eerste vis.........
Bovendien had hij al een eerste vis(je) gevangen! Dit maakte JP zo mogelijk nog meer overtuigd van het succes dat we vandaag zouden gaan behalen. Zodra we gereed waren voor vertrek, gingen we aan de slag. We wierpen een hoek bij de uitgang van de haven uit. Daar gebeurde evenwel helemaal niets. Dan maar naar een aantrekkelijk kribvak. Niets!
Vervolgens sleepten we hele stukken af. Niets! Dit was toch niet wat wij in gedachten hadden. Volgens het boekje zou het toch moeten kunnen. Die vissen hanteren duidelijk andere boeken dan wij. En zo kwamen wij er achter dat dit geen makkelijke dag zou worden. Gelukkig was het nog droog en hadden we behoorlijk goed weer.
Uiteindelijk kwam daar dan toch die eerste baars. Net geen veertig cm, maar een mooie stevige vis. Zou dit het keerpunt dan gaan worden. Helaas! We probeerden nog van alles en moesten erkennen dat deze eerste visdag in oktober geen herhaling van de succesvolle voorgaande jaren zou worden.
Toen we er nog in geloofden.
Plotseling mocht ik ook een vergelijkbare baars haken en vangen. We waren er blij mee, maar waren toch ook wat teleurgesteld. Verwende vissers?! Toch zetten we door en mocht ik op enig moment weer een keiharde aanbeet registeren. Ik had de hengel snel te pakken en hield de spanning op de lijn terwijl ik een andere hengel binnen draaide. Helaas pindakaas, de vis loste. Verdorie, dan is het al moeilijk en verlies je ook nog een vis.
Wij zetten door en hadden al heel wat uren gemaakt en kilometers afgelegd. Andere boten toonden evenmin veel activiteit en waren zoekende. Inmiddels kwam de regenzone ook aardig in onze richting geschoven en gaf JP aan het wel goed te vinden. We stopten en konden gelukkig alles nog droog inpakken. Toen ik naar huis reed, viel de regen en was ik blij dat we er een kortere dag van hadden gemaakt.
In de veronderstelling dat ik de volgende week nog een paar gidsdagen zou gaan verzorgen, had ik mijn hoop daarop gevestigd. Het leven blijft echter onvoorspelbaar en hoewel de corona geen rol speelde, maakte het ziek worden van mijn geboekte gast, dat er een streep door de afspraken kon.
Echt herfstweer is best lekker, zolang het droog is.
Ik hield wel het weer in de gaten en zag ik kans om nog een halve dag alleen te gaan. Eerst naar de mondhygiëniste, nog een kop koffie thuis en dan weg. Tegen de middag voer ik weg van de helling. Er stond weinig wind en de zon scheen af en toe. Heerlijk om weer op het water te zitten! Blijkbaar dachten anderen er ook zo over want er stonden verscheidene auto's met lege trailers bij de helling.
Dat het jaar inmiddels ver gevorderd was, bleek wel weer uit het feit dat vele boten uit de jachthavens uit het water werden gehaald om de stalling in te gaan. Verderop was men ook druk in de weer om de caravans van de camping te verwijderen. En niet voor niets bleek in de achterliggende jaren, wanneer het water zo hoog stond dat er geen camping meer te zien was.
Een paar Apaches waren van verre al te horen en vlogen laag over.
Zo voer ik, me sterk bewust van het najaar, naar de rivier. In het voorbij gaan groette ik andere vissers die werpend en verticaal aan het vissen waren. Bij de rivier zocht ik eerst een stek om verticaal te gaan vissen. Op een hoek stond enige stroming en daar ging ik aan de slag. De vis die ik op mijn scherm zag, zat vooral op half water en omdat er bij de bodem niets gebeurde, veranderde ik van techniek.
Slepend met een paar pluggen, die qua diepte het meest in de buurt kwamen van de signalen, trok in een rondje, maar er gebeurde niets. Dan maar een heel stuk langs de oever varen en kijken naar hetgeen zoal te zien was. Daartoe kreeg ik alle gelegenheid. En zo verbaasde ik me over de talloze maisstengels die langs de oever lagen. De combinatie met de sleepsporen naar het achterliggende maisveld, deed me vermoeden dat de bevers de mais wel lusten. De boer zal er niet blij mee zijn, dacht ik zo.
Ondertussen had ik nog geen enkele aanbeet gehad. Het was dus nog steeds hetzelfde liedje. De vissen waren niet echt actief. Het water was nu afgekoeld naar 14 à 15 graden. Misschien was de vis al naar de winterstekken getrokken? Ik zou het straks eens onderzoeken.
Blij mee!
Vlak voor een kruising van waterwegen trok ik de plug nog door een knikje voor een damwand en boem, daar ging de buitenste hengel krom. Snel zette ik de Minn Kota op het anker en kon me op de dril concentreren. Het ging flink tekeer daar beneden en mijn nieuwsgierigheid steeg. Tot mijn blijdschap zag ik na enige tijd een flinke snoekbaars boven komen. Deze was 63 cm bleek toen ze in de boot was.
Ik was er blij mee en begaf me daarna op ander water om te kijken of de vis reeds diep lag. In de verte zag ik nog een boot en meende Jöran en Ann-Christin waar te nemen. De boot was echter te ver weg om het zeker te weten. Ik ging lekker vissen en genoot van de zon die steeds vaker een duid in het zakje van genieten deed. De vissen lieten het daarentegen nog steeds afweten.
Mooi als je er zo naar kunt kijken in plaats van weggedoken in de regenkleding.
Geleidelijk kwam de andere boot naderbij en bleken het inderdaad Jöran en AC te zijn. Zij waren al geruime tijd bezig en hadden stekken veel verderop aan de tand gevoeld. Het enige succes dat ze hadden gehad was de vis die ik ze net had zien vangen: hun eerste! Wanneer die twee nu hun eerste vis hadden gevangen, zei me dat genoeg. Het zou een moeilijke visdag worden.
Terwijl zij verder voeren, keerde ik even later de boot. Dit bood me de gelegenheid de kant uit gooien en tegelijkertijd en shadje aan de verticaalhengel langs de bodem mee te laten lopen. Het leverde vooralsnog niets op. Gelukkig begon de verticaalhengel ineens te stuiteren en was ik er als de kippen bij om mijn slag te slaan. Het leverde een snoekbaars van zo'n 50 cm op. Dus toch gelukt! Het werpen bleek evenwel een kansloze missie.
Een gezonde vis die snel weer verder kan.
Daarom besloot ik terug te varen en nog een lange oever af te slepen. Behalve de fraaie luchten zag ik de vele maisstengels, die blijkbaar naar de overkant waren gedreven. Tjonge, die bevers hadden flink huis gehouden zeg! Ook zag ik nog veel kleine vogels, die in groepjes van struik naar struik vlogen. Ik kon echter niet zien wat het waren. Wel herkende ik een paar torenvalken.
Het bleef dus bij twee vissen en zo kwam ik aan bij de helling. Jöran en AC hadden de boot reeds op de kant en pakten de boel in. Jöran kwam nog snel aanlopen om mij de helpende hand te reiken. Het bleek dat zij ook niet verder waren gekomen dan twee vissen en een andere boot had slechts één snoek gevangen. Dit gaf me toch het gevoel dat ik het nu niet zo slecht had gedaan.
Dit verveelt evenmin nooit en is altijd in beweging.
Ondertussen zit met een spreuk voor me die ik nu wel erg van toepassing vind:
"Accept what is, let go of what was, and have faith in what will be........"