image description

Weerspiegeling 109: Een dag met veel ophef.

Hoewel het aantal vissen op dit water in vergelijking met enkele weken geleden vrijwel hetzelfde was, zag de dag er totaal anders uit. De vangst verschilde slechts één baars (minder) en in plaats van een snoekbaarsje vingen we nu een snoek.

Dat een visdag door veel meer dan vangsten wordt bepaald, daarvan kregen we overduidelijk de bevestiging. Overigens was het ook nu weer dubben waarheen de reis zou gaan. Uiteindelijk kwamen we op hetzelfde water uit als zonder ophef.

Omdat Guido en Freek uitsluitend met het openbaar vervoer reizen, pik ik hen op. Dan heeft Freek er al een reis met de trein opzitten. Tja vissers hebben er doorgaans veel voor over om aan de slag te kunnen. Dat dit ook zeer extreme vormen aan kan nemen, zouden we later ervaren. Voor nu hadden we een gezellig weerzien en konden we, onderweg naar het door ons gekozen water, eerst bijpraten.

Aangekomen bij de helling, bleek dat ons al twee boten waren voorgegaan. In het weekend is dit natuurlijk te verwachten en zeker als je zulk mooi weer hebt al nu het geval is. Wij zien nog een lichte nevel over het water liggen, terwijl de zon zijn best doet ook dit restantje, na een koude nacht, te laten verdwijnen.

Als de boot eenmaal in het water ligt, kunnen we al snel aan de slag. Niet veel later weten we dat de vissen er nog niet klaar voor zijn en dit is in overeenstemming met hetgeen ik op basis van de vorige visdagen heb verwacht. De locatie waar je nu bent, maakt mijns inziens ook niet uit en zodoende hebben wij voor dit water gekozen, omdat het mooi op de route ligt.

Ondertussen halen we herinneringen op aan de voorgaande keer dat we hier waren. Drie jaar geleden alweer! Met de corona in ons leven, zien we toch dat mensen elkaar veel minder vaak hebben ontmoet en zo is het ons dus ook vergaan. Toen kwamen er ruim veertig vissen in de boot. Nu zullen we hier absoluut niet in de buurt komen. Maar de gezelligheid in de boot laat wel zien dat dit een goede visdag gaat worden, ongeacht de vangsten.

Toch gaat het daar natuurlijk ook om en daarom zijn we heel blij als Freek het startsein geeft. Een harde dreun op de hengel, lijkt even geen vervolg te krijgen. Typisch roofblei dus, want deze heeft Freek zijn plugje te grazen genomen. Even later landen we de vis en zijn blij dat de kop er af is. Ook is het leuk te zien dat het weer zo'n klein slank plugje is, dat niet eens zo heel diep loopt, dat deze vis heeft verleid.

Onderweg zijn we een andere boot gepasseerd die een lagere snelheid aanhoudt bij het slepen. Deze heeft ons inmiddels weer bijna ingehaald. Terwijl wij de boot weer in beweging zetten, breekt de hel los op de oever. Daar blijken een paar "karpervissers" hun kamp te hebben opgeslagen. Zij vissen op een heel groot stuk water, waarbij je bij nader inzien nooit voldoende afstand kunt houden.

De andere boot heeft blijkbaar een lijn opgepikt, hetgeen een stortvloed van scheldkanonnades oplevert. Guido en Freek kijken me verbouwereerd aan. Hoe is dit mogelijk? Het woord "kanker" lijkt op ieder bedenksel van toepassing. Of je maar naar de kant wil komen met je "kankerboot" zodat de schreeuwer je op je "kankerkop" kan slaan en zo niet dan smijt hij wel een stuk lood naar je "kankerkop". Er lijkt geen eind aan te komen.

De mannen in de andere boot blijven er rustig onder. Respect hoor bij zoveel verbaal geweld. Het wordt ons duidelijk dat dit hele grote stuk water eigenlijk alleen maar voor de karper vissers bestemd is, althans in hun visie. Blijkbaar hebben ze nooit de artikelen gelezen, waarin wordt gepleit voor wederzijds respect en verdraagzaamheid. Het heet geblakerde gedrag resulteert erin dat de karper montage in een boot belandt, terwijl deze ook in alle rust losgemaakt had kunnen worden.

Tja, passie kan helaas ook flink doorslaan. Mogelijk is er zelfs iets anders aan de hand. "Doorsnuiven" kan daarbij ons inziens niet worden uitgesloten, want de woede uitbarsting op de kant is echt onbegrijpelijk en onvoorstelbaar. Terwijl wij menen ons op vellige afstand te bevinden, laat de betreffende persoon ons ook nog even weten dat we solliciteren naar "een stuk lood in de nek". We negeren het maar en richten ons op een fijne dag, zonder al die ophef.

Een stuk verder haak ik iets dat niet meegeeft. Met de boot voor anker, zoekt de kunstaasredder contact met het obstakel. Met veel moeite trek ik het omhoog; een grote fuik! Die hoort hier absoluut niet! het lukt ons gelukkig om ons er van te bevrijden en onze weg te vervolgen. Ons avontuur is inmiddels aardig ingekleurd, terwijl we nog niet verder zijn gekomen, dan één vis in de boot.

Het duurt hierna nog heel erg lang voordat hier verandering in komt. Onderweg zien we nog een paar vissers op de kant, die proberen een stuk kunstaas te redden dat in een tak is beland. Ze kunnen er net niet bij en dus bieden wij hen de helpende hand. Om elkaar te begrijpen moeten de taalknobbels even in werking worden gesteld en in het Engels vernemen we dat de mannen wel al wat vissen hebben mogen vangen. Dit hebben wij ondertussen ook wel verdiend, lijkt ons zo.


Loon naar werken; eindelijk!

Eindelijk gaat dit dan gebeuren. Het is Guido die een kleine roofblei weet te vangen. Eindelijk! Wanneer ik boot draai om terug te gaan, krijgt hij opnieuw een aanbeet en nu gaat het wel om een flinke vis. We zien een grote baars (40+) in het oppervlak verschijnen en prijzen ons gelukkig dat er nu toch leven in de brouwerij komt. Mogelijk zijn de vissen nu wakker geworden en we besluiten deze plek nader aan de tand te voelen.

En inderdaad, we vangen nu een paar baarzen achter elkaar. Allemaal vissen van rond de dertig centimeter. Alleen weet Freek ze niet te vangen, terwijl Guido en ik toch een paar achter elkaar weten te haken. Maar gelukkig weet hij, bij het vertrek uit dit succesvolle stuk water, er ook nog één te landen. De tijd die ons nog rest, dwingt ons echter om te vertrekken.

Een boot waar net een snoekje wordt geland, meldt ons dat zij iets verderop een paar metersnoeken hebben gevangen. Wellicht zijn deze dan ook wakker geworden. Als wij de betreffende stek passeren lijken ze ook al weer ingeslapen, ondanks het vergelijkbare kunstaas dat wij aan de hengels van die mannen hebben zien hangen.

En zo varen we richting de helling. Het is steeds rustiger geworden op het water en de zon zakt al weg, waardoor de temperatuur ook begint te dalen. Langs een lange stijle oever probeer ik het nog eens, strak langs het kantje, want we willen vis nummer tien ook nog graag binnen halen. En het is degene die de vangst opende, die nu ook het slot inluidt.
 


Net geen meter, maar wie maalt daarom?


Plotseling zit Freek muurvast, althans voor heel even! Terwijl ik de boot positioneer, klapt er ineens een formidabel staart door de oppervlakte. De mannen zijn gelijk in extase en begrijpelijk. De vis is weer in het diepe gedoken en laat zich lange tijd niet zien. Eenmaal bij de boot is het snel gedaan en belandt de forse snoek in het net. Freek is door het dolle heen.

En terecht kunnen we wel zeggen, want het is zijn grootste snoek ooit en bovendien gevangen aan zijn favoriete aasje, de Rapala 13 jointed. Hij heeft hier een eindeloos vertrouwen in en heeft ons drie jaar geleden ook al eens bewezen dat hiermee het onmogelijke mogelijk wordt. Toen wist hij met dezelfde plug de enige snoekbaars van die dag binnen te halen. Bovendien een hele mooie forse vis.

Nu geeft de meetlat 98 cm aan. Net geen meter, maar daar zit Freek helemaal niet mee en terecht. Het is een schitterend en indrukwekkend exemplaar. Na een paar foto's laat ik de vis even bijkomen, waarna deze snel uit het zicht verdwijnt. Hierna verdwijnen wij naar de helling, want het is mooi geweest. Wat een dag zeg!

Wanneer de boot weer gereed is voor transport, kunnen we vetrekken. Maar eerst raken we nog even in gesprek met de mannen die de stortvloed aan scheldwoorden over zich uit gestort hebben gekregen. Daar hebben we het nauwelijks meer over want de aandacht gaat uit naar de elektrische lier, die mij zoveel gemak verschaft. Dit zou hun ook goed van pas komen met de zware boot die zij op de hand moeten lieren. Ook de hoezen om de hengels (rodsocks) staan hun wel aan. En zo kun je als vissers dus ook vriendschappelijk met elkaar omgaan.

Ik maak weer een omweg om de Guido en Freek af te zetten en vervolg daarna de weg naar huis. Wel moet er nog worden afgetankt en dan zie ik welke impact de gestegen prijzen op mijn portemonnee hebben. Een groot deel van het geld dat ik vandaag in ontvangst heb mogen nemen, gaat op aan de volle tank voor zowel de auto als de boot. Het zijn andere tijden en deze vertonen veel overeenkomsten met het vissen, onvoorspelbaar dus.

ANDEREN LAZEN OOK