Vliegvissen op het dak van de wereld



Vliegvissen op het dak van de wereld

Door Pascal van Akkeren

Het begint weer zoals als altijd: het onrustige gevoel dat ik er weer opuit moet. Vage ideeën over gebieden en wateren die in mijn gedachten soms mooier zijn dan in de werkelijkheid, altijd in een moeilijk toegankelijk terrein. Ze zijn nog niet of nauwelijks bevist, met kraakhelder water. In mijn gedachten spot ik ook een vis en zie hem stijgen…

Vaak is het een grote bruine forel op een lichte hengel met dunne tip, aan de droge vlieg of perfect gevoerde nymph. Het zoeken naar deze ‘droomwateren’ lijkt een verslaving waar ik nooit echt los van kom, zoeken naar bevredigingen die vervuld moeten worden. Dat gebeurt natuurlijk nooit helemaal en gelukkig maar. Mijn hoofd zit nog vol met ‘blankspots’ die ik wil bevissen en één daarvan ligt in de Himalaya!


On the way to the Himalaya!

Driekwart jaar terug mailde ik ongeveer het volgende naar mijn vismaat en partner in crime, Joop Stinissen: “Joop! Ik heb wat interessants gevonden. En niet gelijk nee zeggen. (Doet die mafkees gelukkig nooit!) Het gaat om het volgende: Wat dacht je van een vistrip van twee weken! En één die ook nog eens betaalbaar is. Ik heb contacten gelegd met een paar Amerikanen die bezig zijn om op deze locatie wat op te starten. Trekkings, vliegvissen, sightseeing… you name it. We bevissen een rivier waarvan tot nu toe alleen maar de benedenloop bevist is…

…En dat alleen maar door een paar mensen! Infrastructuur en voorzieningen zijn er niet dus wij zijn op ons zelf aangewezen. Ik moet uiteraard meer info zien te krijgen, maar dit ziet er echt goed uit. Zichtvisserij, kraakhelder water en behoorlijke vissen. Wie weet ook echte trophies! Het wordt wel buffelen en wij zijn waarschijnlijk de eerste die hier met een vliegenlat rondlopen. Dit zou wel eens een Patagonië of NZ-achtige visserij kunnen zijn. Raad maar eens waar het is!”

“India?!” krijg is als antwoord van een verbaasde Joop. “Daar moet ik het eerst thuis over hebben, want ik heb altijd gezegd dat ik daar niet heen wil.” “Ja maar dit is anders man. We gaan alleen maar om te vissen, dus daar heeft het thuisfront toch geen bezwaar tegen? Het wordt echt een avontuur en het is weer eens wat anders dan Patagonië! En no worries, ik ben al een aantal keren in de Himalaya geweest dus weet wel zo’n beetje wat ons te wachten staat. Begin maar vast met trainen!”

De laatste maanden hebben we gebruikt om onze reis zo goed mogelijk te regelen; materiaalorganisatie, reisschema’s maken en alle opties tegen elkaar afwegen, een plan bedenken om de rivier zo effectief mogelijk te bevissen, enzovoorts. Dus veel e-mailverkeer over en weer met de Amerikanen. Alles tot in de kleinste details bespreken, want materiaal is daar niet te krijgen. Onze spullen moeten dan ook licht in gewicht zijn, want de planning is dat we ons al vissend met onze rugzakken op verplaatsen, waarbij we overnachten in onze ultralichte hammocks.

Een ‘tarpje’ moet ons droog houden mocht het regenen. Onze Amerikaanse contactpersoon heeft het meeste werk in India gedaan. Het reisschema is op ons verzoek strak geregeld, maar het kan, tenminste als India een beetje meewerkt. Nog even en we trekken tien dagen de bush in. In totaal een trip van dertien dagen! Man wat een vooruitzicht! Op acht april ‘s avonds tegen middernacht stappen we het vliegtuig uit in Delhi. Plakkerig warm, smerig en met alle ellende van een derde-wereld-miljoenenstad.

Nog weinig zichtbare veranderingen met zes jaar terug, toen ik hier voor het laatst was. Voor mij dan ook niet de bekende cultuurshock in India. Maar eerlijk is eerlijk, ik heb meer zin in morgen als we in de Himalaya zijn. Ik vraag me af of de armste van de armsten ook geloven dat de economie van India booming is. Veranderingen komen meestal langzaam zullen we maar zeggen.


Het speelterrein voor de aankomende weken.

Het is inmiddels donker en we lopen met onze bagage een steil bergpad op naar ons verblijf voor de komende de nacht. We zijn vermoeid na een hele dag reizen. Eerst een lange rit in de trein door het laagland van India en vervolgens nog eens zes uur met een taxi, dwars door de Himalaya.

Onze contactpersonen Jason en Andy staan ons op te wachten. Eindelijk ontmoeten wij elkaar na maanden intensief contact via internet te hebben gehad. Aardige jonge gasten die net zo enthousiast zijn over deze trip als wij. Net klaar met hun studie aan Yale en bezig met een avontuur in India, waarvan ze nog niet precies weten welke kant het op zal gaan. De klik is er dan ook meteen! Je kent dat wel, vliegvissers onder elkaar, dat schept meestal direct een band. Wij begrijpen hun enthousiasme goed.

Ook voor hen is dit nieuw, want wij zijn de eerste vliegvissers die dit gebied ingaan. Zij zien het dan ook als een pilot trip om te kijken of ze in de toekomst meer vliegvissers naar deze prachtige vallei kunnen brengen, dit allemaal in samenwerking met de lokale bevolking om de economie terplekke te stimuleren. Dat zal nog de nodige hobbels met zich meebrengen; de minimale infrastructuur, geen hutten en de Indiase bureaucratie maken het er niet makkelijker op.

Hun instelling ligt me wel, niet het standaard verzorgde lodges/gidsenverhaal. Anders hadden wij deze trip ook nooit gemaakt. Geen babysittende gidsen, maar meer vrienden waarmee je op pad gaat. En gewoon low budget! Dus ben je niet vies van een beetje avontuur, fit en doe je niet moeilijk over wat risico’s, dan kan ik dit iedereen aanraden.


Joop doet een poging om wat bij te slapen in een Indiase trein…zonder te veel succes overigens!


De trein rijd veel te langzaam… Met mijn gedachten ben ik al in de Himalaya!


We hebben heerlijk geslapen. De laatste spullen zijn gepakt…het gaat gebeuren!

“Man wat is dat water koud!” We hebben net een steile afdaling achter de rug en waden wat onwennig voor het eerst door de rivier. Nat waden is echter de enige optie aangezien we veel moeten klimmen en lopen. Een waadpak houdt het hier nog geen dag uit met al die glijpartijen en scherpe doornstruiken. Het wordt al snel duidelijk dat de komende tien dagen zwaar gaan worden, maar wat is het hier mooi. We zijn omgeven door steile hellingen met dichtbegroeid subtropisch woud. Apen springen hoog boven ons van boom tot boom. Soms over de rivier op plekken waar de kloof zich vernauwt.

Rododendrons staan in bloei en de smalle, maar krachtige rivier is kraakhelder en valt via watervallen naar beneden. Overal om ons heen liggen huizenhoge stenen. Machtige bomen liggen her en der over de rivier. Naar beneden gevallen door steenlawines of aardverschuivingen van de bovenliggende hellingen, dezelfde hellingen waarover wij ons gaan verplaatsen. Dit terrein verdient respect! Het is heel duidelijk dat hier de natuur de baas is.


De omgeving is prachtig, maar zonder blaren en schrammen kom je er niet doorheen.

Joop besluit om de eerste pools stroomopwaarts te vissen met een nymph, terwijl ik de kleine pockets stroomafwaarts met een streamer bevis. We zijn nog een beetje onwennig. Even de “feeling” met het water krijgen! De rivier heeft een heel ander karakter dan wat we gewend zijn. Een enorm steil verval met een opeenstapeling van diepe pools die verbonden zijn door korte runs met kleine pockets. Niet echt het doorsnee riviertje in Europa. Vissen gaat hier dan ook maar op één manier: langzaam en voorzichtig, waarbij je kop over kop vist. Dat betekent dat je soms op elkaar moet wachten.

Elkaar passeren betekent vis verjagen, dus je moet geduld hebben. Maar wat maakt het uit. We hebben tien dagen de tijd en bij ons draait het al lang niet meer om veel vangen. Een vis voor je maat spotten terwijl hij deze probeert te vangen, geeft haast evenveel voldoening en deze rivier leent zich hier perfect voor. Het doet me erg denken aan rivieren die ik in Nieuw-Zeeland bevist heb, maar door het karakter van de rivier toch net even anders.


Gespot. De perfecte cast… nu nog vangen!

De eerste vissen laten niet lang op zich wachten, want binnen een half uur vangen we onze eerste Himalaya-bruine forellen. Prachtige, stevige vissen, de meeste zo rond de veertig centimeter.

Ze zijn vaak goudkleurig en dan weer bijna zilver als een zeeforel. Niks mis mee. Makkelijk is het echter niet. We vangen, maar we moeten er voor werken. Gelukkig maar wat ons betreft. Het valt ons op dat streamers nu het beste werken. Joop vangt deze eerste dag ook minder op de nymph. Het kan hem niks schelen, want hij vist het liefst op deze manier. Daarnaast is het zo dat we door verschillend te vissen, snel zien wat het beste werkt. We hebben het idee dat de bewolking, regen en vrij lage temperaturen sterk van invloed zijn op de vangst.

Later in de week ontdekken we hier ook duidelijk een patroon in. Al “pool hoppend” vissen we langzaam stroomopwaarts. Iedere bocht en elke klauterpartij brengt ons weer naar een volgende, prachtige pool. “Man, dit kan toch bijna niet mooier! Of toch wel?” Afwachten wat de komende dagen ons gaan brengen. Misschien grote forellen spotten of vangen? Niemand, met uitzondering van een lokale herder, kent deze vallei goed genoeg om dit te weten. De eerste dag stemt ons in ieder geval hoopvol. De vallei stroomopwaarts zal steeds moeilijker toegankelijk worden en alleen beren en luipaarden zullen ons vergezellen. Voor vandaag zit het vissen erop.


De eerste Fario uit India.


Hoezo Camouflage? Mooi rood is niet lelijk!


Zoek de vliegvisser!


Langzaam en blijven opletten.


De ene pool is nog mooier dan de andere.


Hangen!!!


Uitzicht op weg naar kamp 1.

We stappen vermoeid het water uit voor een wandeling van een uur naar een hoger gelegen rijstveld. Daar in een klein dorpje, de laatste in de vallei, zullen we ons kamp opslaan. Dit wordt de eerste nacht in de hammocks. Wij maken ons geen zorgen dat we niet lekker slapen, want deze manier van vissen is vermoeiend en hakt erin. ’s Avonds, na onze maaltijd, zitten we rond een kampvuurtje nog na te genieten van deze eerste dag. Kan een vliegvisser zich gelukkiger voelen?

Binnenkort deel twee over vliegvissen op het dak van de wereld! Met uiteraard meer foto’s.

Namaste…
Pascal

 

ANDEREN LAZEN OOK