Vliegende brasem
door Tom Smit
Eindelijk is het weer zover. Het is zondagmorgen en dat betekent een dagje heerlijk witvissen. Toch iets waar ik heel de week naar toe leef… Wat zal deze visdag voor ons aan mooie dingen in petto hebben…… Het zal mij benieuwen…! Vandaag ga ik met een stel vismaten op weg naar een van onze vaste witvisstekken in de buurt van Meppel. De plek ligt aan een kanaal, waar een grote kom het water ongeveer 125 meter breed maakt, met palen in het water die de vaarroute aanwijzen. Na de auto bij de sluis gezet te hebben zien we al snel dat er een mooie stroming staat, hetgeen door de ervaring van de laatste keren bijna noodzakelijk blijkt om redelijk te vangen. Eigenlijk is het niet een plek waar je mooi kunt zitten met de vaste stok, feederhengel zou mooier zijn, maar omdat de voorgaande vangstresultaten met de vaste stok zo goed waren laten we het voorlopig maar even zo…
“Deze stek is altijd goed voor paar dikke brasems…”
De oever bestaat uit een steile kant met daaronder een smal vlak stuk van ongeveer 70 cm, waar net een visstoeltje past. De keuze valt op de stek nét even voor het bredere water, waar de kom begint. Vismaten Drikus en Jan zitten ieder ongeveer 7 à 8 meter van mij af, zodat we elkaar goed in de gaten kunnen houden…tenslotte beschouwen we toch iedere vistrip als een klein wedstrijdje! Met moeite krijg ik m’n visstoeltje redelijk recht aan het water en duw de visstanders eenvoudig net aan de rand van de beschoeiing in het gras. Tijdens het zorgvuldige peilen besluit ik om eerst één deel van mijn 9,5 meter vaste hengel achterwege te laten zodat ik op ongeveer 8 meter kan gaan vissen, net aan het randje van de vaargeul.
Met een hoofdlijn van 16 honderdste, Desque-dobber van 1 gram en een 0,75 cm lang Gamakatsu-onderlijntje van 14 honderdste met haak 12 moet het vandaag gaan lukken. Snel drie maden eraan, één witte, één rode en weer één witte en het aas ligt vlot op de juiste plaats. Daarna het lokvoer klaarmaken met water, wat maden erbij én een dot geknipte wormen. Deze wormen had ik de dag ervoor verzamelt toen we bij vriend Harm een stuk gras aan het omspitten waren,…een mooie bak vol met dikke wormen. Wetende…dat er op deze stek zeer veel dikke brasems zitten die in deze maand behoorlijk wild zijn vanwege de paaitijd is dat vast een goede keuze. Ik gooi 4 dikke voerballen op de stek en wacht in spanning op wat er komen gaat…
Het is lekker weer, ongeveer 17 graden met een redelijke windje en een mooie lichte stroming. Het is genieten van de rust en de ontwakende dag met alles binnen handbereik, zoals schepnet, madenstander, leefnet, broodjes met gebakken ei, etc… Dat hier wel vis zit blijkt al binnen een kwartier omdat opeens de dobber langzaam ondergaat en het elastiek wordt getest door een mooie zilveren voorn van ongeveer 20 cm. Snel ligt het aas weer op dezelfde plaats inclusief een extra balletje voer. Enkele minuten later, opnieuw beweging aan de dobber, nu schiet de dobber niet onder maar komt langzaam omhoog …dat zal een brasem zijn… Een snelle tik met de hengel en na een korte dril ligt er een redelijke brasem in het net…
Vanuit m’n ooghoeken zie ik dat Jan er ook al een aantal heeft gevangen, het lijkt wel alsof hij er onophoudelijk beste voorns uit trekt. Dat is ook de reden waarom ik hem vraag of hij op deze zondagmorgen soms in een kerkje te vissen… “Lijkt er wel op”,…roept Jan, en haalt weer een mooie voorn naar boven! Ondertussen heeft Drikus ook al een paar vissen in het leefnet zitten.
De stek laat ons niet in de steek vandaag. Na af en toe een voorn en een redelijke brasem gevangen te hebben loopt opnieuw mijn dobber mooi met de stroom mee naar onderen…moet haast brasem zijn… Ik zet de haak en voel direct dat dit een dikke vis is. Met moeite kan ik de hengel in bedwang houden en voel hem bonken en tekeer gaan. Opeens maakt de vis een scherpe run naar links, schiet omhoog en springt in zijn volle lengte helemaal het water uit! Ongelofelijk, daar hangt een seconde lang een schitterende brasem in volle glorie vrij in de lucht… Met een dikke plons laat de vis zich weer in het water vallen en terwijl dit gebeurt knapt helaas ook het onderlijntje…Deze vis was echt niet te houden. Verbijstert staar ik nog even naar de plek waar de vis zijn kunsten vertoonde en weer onder water verdween. Enigszins teleurgesteld knoop ik maar een nieuwe onderlijn aan mijn lijn. Eigenlijk tegen beter weten in hoop ik dat er nog zo’n kans komt. Snel gooi ik weer in, in de hoop op een direct familielid van de vis, alhoewel ik ook weet dat dergelijke vissen zeldzaam zijn…
“Dit soort vissen maken er altijd een leuke visdag van”
In de middag om 12:30 besluiten we te stoppen. Gelukkig heb ik toch nog een paar dikke brasems kunnen verschalken maar niet meer zo’n woesteling als ik verspeelde. Het is voor ons alle drie toch weer een goede en heerlijke visdag geweest zelfs compleet met een “vliegende brasem”. Tot de volgende…………