Visserij afspraken Brussel gunstig voor de Nederlandse beroepsvisserij

Visserij afspraken Brussel gunstig voor de Nederlandse beroepsvisserij

Door Ron Smits
 
Het aantal zeedagen voor Nederlandse beroepsvissers blijft voor 2014 hetzelfde als voor 2013. Dat is één van de uitkomsten van het overleg tussen de ministers van Europese landen, waaronder de Nederlandse staatssecretaris Dijksma. Het overleg is dinsdag 17 december door de Brusselse Visserijraad afgerond.
 
Voor de Nederlandse beroepsvissers geldt dat er geen vermindering is van het aantal 'zeedagen', zodat ze net als in 2013 voldoende mogelijkheden hebben om het afgesproken quotum voor de diverse vissoorten te kunnen blijven halen. Het is dus geen garantie dat het maximale quotum gehaald wordt, vorig jaar bijvoorbeeld is het quotum niet gehaald). 
 
Het aantal zeedagen wil zeggen dat de maximale toegestane visserij-inspanning afgestemd is op het vermogen van het visserijvaartuig. Hetzelfde aantal zeedagen blijft voor 2014 gelijk aan het aantal in 2013. Hierdoor blijven de vangstmogelijkheden voor platvis zoals tong, schar, schol, tongschar, tarbot, griet en bot gelijk. Positieve wetenschappelijke adviezen lagen aan de grondslag voor deze beslissing.
 
Door deze maatregel kan er op een juiste wijze toegewerkt worden naar een duurzaam visbestand in 2015. Dit houdt in dat er wateren zijn met een grote diversiteit aan vis, lage visserijsterfte en waaruit maximaal duurzame opbrengst kan worden gehaald en zodoende minder bijvangst nodig is.
 

Aantal zeedagen voor 'het beroep' voor 2014 blijft gelijk aan 2013.
 
Daarbij is, vooral door staatssecretaris Dijksma, aangedrongen op aanpassing van het beheerplan voor tong en schol. De tweede fase van het beheerplan van deze beide vissoorten wordt op orde gebracht, heeft de Europese Commissie toegezegd, zodat er een minder strikte vangstreductie kan worden opgelegd. 
 
De tong en schol populatie is verbeterd aldus ICES (Internationale Raad voor het onderzoek van de zee), maar moet wel goed in de gaten gehouden worden, daar de jaarklassen ieder jaar verschillend kunnen zijn en dus geen garantie bieden naar de toekomst.
 
Voor het vissen op horsmakreel komt er een geleidelijke afbouw van de vangst en krijgen haaien en roggen een adequate bescherming, omdat deze als zeer kwetsbare vissoorten gezien moeten worden. Volgens staatssecretaris Dijksma is er voor de Nederlandse beroepsvisserij een prima akkoord bereikt en moeten we toe naar een duurzame Europese visserijsector, maar wel op een heel verantwoorde wijze. 
 
Er moet een goede balans zijn tussen het genereren van voldoende inkomsten voor onze vissers, maar ook het genereren van gezonde visbestanden in onze wateren.