Vissen op onbekend water

Vissen op onbekend water 

Door Ron Smits 

Vanaf april tot en met september vaar ik met mijn motorboot door Nederland en kom op de mooiste plekjes van Nederland. Natuurlijk gaan er de nodige hengels mee, want vissen op onbekend water, zonder allerlei technische hulpmiddelen, is superspannend.

Heel vaak is het een blank, maar het heeft al zo vaak voor verrassingen gezorgd. Vanaf de kant vissen op roofvis is zo spannend, want vaak denk je dat ergens geheid roofvis zit, maar gedurende het verblijf aldaar kun je geen roofvisje pakken. Andere keren ziet het water er erg 'roofvisonvriendelijk' uit en vang je de mooiste vis.


Een brasem uit Purmerend.

In dit artikel wil ik graag een paar mooie stekken belichten. Ik was in Elburg en liep langs de gracht, die om de oude vestingstad ligt. Veertig tot vijftig jaar geleden viste ik er bijna dagelijks: brasems, voorns, paling, zeelt, karper, baarsjes en af en toe een snoek aan een levend baarsje heb ik er toen gevangen. Prachtige tijd.

Van de controleur (dhr. Lant) van HSV De Poepenkolk heb ik toen veel geleerd. Nu als 58 jarige liep ik weer langs de gracht. De jeugd vist er nu met feeder hengels, ik moest het destijds doen met een vaste hengel uit bamboe.

Het zag er nog steeds heel visrijk uit. Veel kleine vis tussen de plompbladeren en heel af en toe verraadde een grote kolk de aanwezigheid van snoek. Daar ik geen vergunning van HSV de Poepenkolk had, kon ik er niet vissen.

Maar ik vond het eigenlijk niet zo erg. Het zien van de (vangende) vissende jeugd, het ophalen van herinneringen en het zien van jagende snoek was prachtig.

De singels van Gouda zijn een paradijs voor de roofvisser. Voor de watersport zijn er vele steigers aangelegd en onder deze steigers wacht de snoek als het ware op uw kunstaasje. Mijn zoon kwam mij opzoeken in Gouda en zag mij vissen langs deze steigers, een halve meter uit de kant, kort langs de steiger op net iets meer dan een halve meter water.


Mooie snoek in de Goudse polder.

Hij zei nog: "Pa, daar zit toch niets", maar nog geen tien minuten later lag er een mooie snoek van dik in de zestig centimeter in mijn visnet. Het landen met behulp van een visnet vind ik nu eenmaal weidelijker vissen dan kieuwgrepen en andere attributen.

Zo heb ik ook een hekel om witvis te bewaren in leefnetten. Ik hoef niet te bewijzen dat ik vis heb gevangen. Meestal meet en/of fotografeer ik de vis niet eens. Ik vind het niet zo belangrijk. Ik vis voor mijn plezier.

Als ik daarentegen een maatse zeevis vang en hij in de pan gaat belanden is het anders. Het gaat mij om het vissen en niet direct om het vangen. Natuurlijk is het heel leuk als je wat vangt, maar ik kan na een dag te hebben geblankt, toch vaak zeggen dat ik lekker gevist heb.

Snoek zit ook vaak tussen de waterlelies. Het moge duidelijk zijn dat het vissen met een plug tussen die bladeren niet zo eenvoudig is, maar ik vind het zo spannend. Zo ook die dag: ik liet mijn plug net langs het kantje tussen de leliebladeren zakken en maakte de eerste bewegingen met de plug. Het was al binnen vijf seconden raak.

Waarschijnlijk haalde ik de plug net langs zijn bek, want een enorme dreun op mijn 10 grams hengel, zette de molenslip bijna gelijktijdig in werking. De snoek deed zijn uiterste best om zich te ontdoen van de haak en ging van links naar rechts door de lelievelden.

Soms uit het water springend, dan weer diep wegduikend, maar uiteindelijk belandde zij in het schepnet, een mooie dame van in de tachtig centimeter.

De laatste avond probeerde ik het nog even in de smalle grachten van Gouda. Ik liet mijn plug net boven de bodem lopen en na de tiende of elfde worp kreeg ik een prachtige aanbeet. De vis trok de hengel zo krom als een hoepel en bleef gaan, waardoor de molenslip werkelijk gierde.

Welke roofvis het was zal ik nooit weten, want kort na de geweldige aanbeet loste de vis. Weer een belevenis rijker.

Het Braassemer meer is ook zo’n roofvisparadijs. We lagen aan een eiland en ik ging aan de achterkant van het eiland vissen, waar tussen het vaste land en het eiland een water van ongeveer veertig tot vijftig meter breed liep.

Prachtig, kraakhelder water, volop waterpest aan de bodem. Als je dan waterplanten aan de plug boven haalde, rook het naar gezonde flora. Kortom, een geweldig mooi watertje van een meter of drie, vier diep in het midden.

Ik koos voor een diep lopend plugje en viste zo net boven de water planten. Na een half uurtje waaiervormig inwerpen leek het of ik vastliep in de waterplanten. Maar een fractie van een seconde kwam er leven aan de andere kant van de hengel en even later lag er een slanke snoek van ruim zestig centimeter in het net.

Aan de andere kant van het eiland werd er overdag gezwommen, maar in de loop van de avond werd het er rustig. Ik besloot na de eerste snoek mijn geluk eens te proberen in het zwemwater.

Ook hier veel planten op de bodem. Ik liep van links naar rechts, waaiervormig inwerpend en na een meter of twintig, vijfentwintig kreeg ik wederom een 'vastloper', maar deze vis gaf zich niet zomaar gewonnen.


Mooie snoek uit het Braassemer meer.

De molenslip gierde. Eenmaal korter aan de kant bleek dat ik hem bij de staart had. Waarschijnlijk had de snoek hem met zijn bek gemist. Flink strijd voor een snoek van zestig en wederom een fijne visdag.

Bij de Volkeraksluizen vis ik regelmatig op brasem met de feederhengel. Het voerkorfje vervang ik door een loodje en het voeren doe ik dan handmatig. Mooie aanbeten en vaak een grote brasem van in de 60 centimeter.


Grote brasem van in de 60 centimeter.

Lekkere dikkerds, die zich niet zomaar gewonnen geven, maar het uiterste vergen van de lichte feederhengel en vaak de molenslip laten gieren.


Genieten met de hoofdletter G.

Ook probeer ik vaak om net achter de stenen een baars te pakken, met een drijvende plug van Salmo (Hornet 5). Dit lukt alleen als de bodem vegetatie het toelaat en dit is jammer genoeg niet vaak per jaar, maar op de momenten dat het wel gaat levert dit vaak mooie baarzen op.

Mijn grootste was dik in de 40 centimeter. Helaas heb ik er nog geen snoekbaars weten te verschalken. Er zitten daar hele beste snoekbaarzen…

Het onvoorspelbare maakt het vissen op onbekend water zo spannend, zo mooi en als de natuur nog een beetje mee werkt is het volop genieten aan de waterkant.