Vissen, hoe bedoel je boeiend!
Door Joop Folkers
Tijdens stormachtige dagen zoals we die laatst weer meemaakten, vind ik het heerlijk om eens lekker rond te dollen in mijn uitgebreide fotoarchief! Daarbij stuit ik soms op 'vergeelde' zwart-wit foto’s uit de tijd dat ik samen met mijn vader op ruisvoorntjes viste in de met plompeblaren bedekte slootjes rond Zuid en Noord Scharwoude!
Gewapend met een oude bamboe 'hengel' voorzien van een pauwe pennetje en een deegie ving je gewoon net zoveel vis als je hebben wilde! Ik was toen vier jaar en herinner het me nog als de dag van vandaag! Vissen was en is nog steeds mijn passie. Nu vele hengels, molens en ervaringen later betrap ik me er wel eens op dat ik nog steeds zo fanatiek met mijn hobby bezig ben.
Maar laten we eerlijk zijn wat is er mooier dan gewapend met een plug door de polder te struinen,of ….helemaal in je eentje vanaf een strekdam op zeebaars te vissen? Niets toch! Eigenlijk vind ik iedere tak van de sportvisserij leuk.
Heerlijk struinen door de polder: ook zoetwaterstekels kunnen me bekoren.
Eind jaren zestig vermaakten we ons kostelijk tijdens onze koude scharavonturen vanaf het Scheveningse havenhoofd! Ook de nachtelijke gulsessies vanaf de vele stranden als die van Kijkduin en Hoek van Holland waren een feest. Ons materiaal heeft ondertussen een ware metamorfose ondergaan.
De tonkin hengels waren destijds voorzien van een volglas top en met een lengte van effe drie meter stond je beren van gullen door de, soms hoge, branding te loodsen. Wat te denken van de molens. Als je de bezitter was van een RU record was je een rijk man.
Dit soort gulletjes zijn tegenwoordig zeldzaam!
Daarna verschenen naast BAM en Ocean Star. Toen ineens was er de Mitchel 498! Een beul van een molen die mede dankzij zijn hoge inhaalsnelheid en gelagerde (meedraaiende)lijnrol al snel het parade paardje voor iedere geaarde zeevisser bleek te zijn. Trouwens deze oerdegelijke molens worden zelfs tot op heden nog steeds door enkele bekende wedstrijdvissers gebruikt!
Maar ook begin jaren zeventig werden er steeds weer nieuwe langere hengels op de markt gebracht. Populair waren destijds de ruim vier meter lange zelfbouwhengels van onder andere Jan Brune (Den Haag) Wout van Leeuwen (Vlaardingen) en Eduard Freriks (Den Haag). Poken van hengels waarmee je je aas op recordafstand weg kon zetten.
Logischerwijs hebben ook de vele hengelsportgroothandels niet stil gezeten en zijn de legendarische oude holglas stokken al lang vervangen door lichte, strakke hengels. Topmateriaal dat in veel gevallen in samenwerking met ervaren topvissers wordt ontwikkeld.
Tegenwoordig alleen nog hightec materiaal.
Een grote revolutionaire ommekeer was de introductie van de eerste dyneema lijn: WebWizzard genaamd. Ik weet nog goed dat ik van Stan van Es, eigenaar van Midnight Moon Tackle, een klosje van deze wonderlijn kreeg aangeboden. Volgens Stan een rekloos toplijntje dus een welkome afwisseling voor de wedstrijdvisserij die ik overigens destijds op volle toeren beoefende.
Zonder te beseffen wat voor impact deze lijn zou hebben spoelde ik één van mijn molens vol en gebruikte deze tijdens een van de naselectie wedstrijden aan het toen 'beruchte' bottenstrand van Rockanje. Nadat ik mijn hengel in de steun had geplaatst en me omdraaide om te gaan beamen, schreeuwde Frank Koop dat mijn hengel van de steun af werd getrokken.
De beroepsvisserij is ook flink gegroeid: meer boten en...
Ik dacht uiteraard aan gul maar vergat dat juist de molen op deze hengel was volgespoeld met de dyneema lijn. Al snel bleek dat het om twee grote botten ging. Nu vele jaren later zijn er vele nieuwe soorten dyneema lijnen op de markt gebracht. Verfijnde ronde lijnen die weer minder weerstand hebben dan de oudere platte uitvoeringen.
Ook tijdens mijn vele snoekbaars en zeebaarsavonturen is de dyneema lijn niet meer weg te denken. Oke, ik geef toe dat ik er zeker in het begin effe aan moest wennen om na één keer vastzitten direct weer een nieuwe voorslag aan te moeten zetten maar nu na al die jaren weet je niet beter meer! Kortom, dyneema lijnen hebben een vaste plek veroverd in het huidige sportvis wereldje.
...en meer warnetten.
Als ik je vertel dat het klimaat behoorlijk aan het veranderen is vertel ik geen nieuws. Als zeebaarsvisser heb je dan ook te maken met extreme veranderingen. Ik kan me nog goed herinneren dat we pakweg zo’n 25 jaar geleden onze eerste sessies zo rond half mei werden vervist.
Vanaf het strand mag deze er tegenwoordig al zijn.
Logisch, want de zeewatertemperatuur lag in die tijd gewoon een paar graadjes lager dan tegenwoordig. Normaliter kon je in die tijd de eerste nachtvorst rond eind september noteren. Voor ons zeebaarsvissers het sein om de zeebaarshengels in het vet te zetten. Maar zoals we allemaal weten is er sindsdien veel veranderd.
Een 'boem' gescoord...
Sterker nog, ik ving afgelopen dinsdag 3 december nog een aantal mooie dikke zeebaarzen in de Waterweg, iets wat je 20 jaar geleden nog voor onmogelijk had gehouden! Natuurlijk moet je héél véél uren maken! En als je eerlijk bent weet je dat de kans om zo’n dikke 'boem' te kunnen noteren vrijwel nihil is!
...en gevangen.
Maar de veranderingen in de sportvisserij zijn legio. Terwijl de eerste wintergullen alweer worden gevangen sta ik (eigenlijk tegen beter weten in!) toch nog met mijn Culpritje te smijten. Iets wat je zo’n 25 jaar geleden nog totaal voor onmogelijk had gehouden. Kortom, vissen is en blijft een niet of nauwelijks voorspelbaar iets en juist dat maakt onze hobby zo geweldig!!
Stekel ze,
Joop.