Door Berthil Bos
Na het lezen van deel 4 zal je wel denken dat de shad bij mij favoriet is in de polder. Inderdaad, hiermee mag ik ontzettend graag vissen en niet alleen in de polder. Je kan er ontzettend veel technieken mee uitvoeren en hij luistert snel en gewillig naar je commando’s.
Toch zou ik mij niet happy voelen als ik alleen met dit rubber op pad zou gaan. Twee hardlures die ik ook altijd in mijn mapje meeneem, zijn de Plug en de Swimbait.
De Swimbait is de laatste jaren als een komeet de kunstaaswereld binnengekomen. Dit is natuurlijk niet voor niets en de eerste reden is dat hij in onze ogen zo natuurlijk zwemt. Dat dit in vergelijking met een echte vis erg tegenvalt is niet erg, want zijn actie geeft veel vertrouwen en lokt veel aanbeten uit. Ik gebruik hem graag als ik betrekkelijk langzaam een stuk water af wil vissen. Een langzaam zinkende type Swimbait is hiervoor uitermate geschikt. In het ondiepe water van de polder zal dit kunstaas niet direct naar de bodem afdalen als je even stopt met binnen draaien. Dit is een prima manier om de meestal snelle slangachtige actie van de Swimbait even te vertragen. Juist op het moment dat je weer verder gaat met het binnen draaien, komen de meeste aanbeten. De slangachtige actie veroorzaakt behoorlijk veel drukgolven, die door de snoek makkelijk wordt opgepakt. Ikzelf gebruik deze swimbaits in de afmeting van 16 tot ca. 20 cm. Wil je nu wel wat sneller vissen, gebruik dan de snel zinkende versie of je hangt een inhangloodje bij de voorste dreg. Er zijn van die dagen dat het niet snel genoeg kan, ook in de winter.
Swimbaits kunnen agressief gevist de snoek wakker maken.
Wat je ook niet moet nalaten is zeer agressief te werk gaan als de natuur zo dood is als een pier. Er zijn dagen dat het erg stil is zowel boven als onder water. Geen vogeltje in de licht en de watervogels laten het ook afweten. Onder water is hetzelfde aan de hand en geen enkele vis heeft zin om actief te worden. Dit zijn vaak dagen zonder wind en zon. Als je nu met bijv. een streamer aan de slag gaat, zal deze niet het beoogde resultaat geven. Je moet de snoek dan echt gaan wakker schudden en dan zo agressief mogelijk. De Swimbait kan je hierbij helpen door hem met felle korte tikjes binnen te vissen. Je krijgt hierdoor veel meer waterverplaatsing en dat kan als een wekker werken. Met agressief bedoel ik dus niet sneller vissen, maar wel veel commotie veroorzaken. Een kunstaasje dat dit nog beter kan doen is de plug. Dit kunstaas heeft een schoep voor de kop, om het aasje op een bepaalde diepte te brengen. Dat dit schoepje zo klein als mogelijk moet zijn, als je de plug gebruikt in de polder, lijkt mij duidelijk.
Een gedeeld lichaam en een duiklip zorgen voor veel waterverplaatsing.
De plug heeft ook nog het voordeel dat het door de schoep veel water verplaatst en in combinatie met een lichaam in twee of meer gedeelten, is dit soort een geducht wapen in de bovengenoemde omstandigheden. Ook met de plug kan je lekker spelen en dat moet je zeker niet nalaten. Hoef je de snoek niet d.m.v. een ‘’wekker’’ wakker te schudden, dan kan een niet gedeelde plug je zeker helpen met het verleiden van Esox. Vooral de grotere exemplaren zijn zeer gecharmeerd van de flankende actie die deze pluggen vaak hebben. De wat grotere exemplaren, tussen de 15 en 20 cm., rollen rustig van links naar rechts door het water en van een makkelijke vette hap houden ze nu wel. Doordat je met iets groter en dus zwaarder kunstaas vist, is het van belang om even bij de montage van de dreggen stil te staan. Juist de kleinere snoek blinken uit met het kopschudden om het fopbeestje kwijt te raken. Hierdoor verdient het aanbeveling om niet één maar twee splitringen te gebruiken voor de dregmontage. Door dit gebruik bereik je twee positieve dingen. Ten eerste kan je een wat kleinere dreg gebruiken, omdat de dreg wat verder van het lichaam hangt. Een kleinere dreg is dunner en dus scherper en zal dus beter penetreren in de harde snoekenbek. Ten tweede heeft de dreg wat meer ruimte bij het drillen, waardoor je als het ware de heftboomwerking van de haak minimaliseert. Bij het kopschudden wil de haak nogal eens uit de bek vliegen als de dreg te dicht, dus met één splitring, tegen de plug vast zit.
Twee splitringen bij water groter dus zwaarder kunstaas, heeft zo zijn voordelen.
Ook bij de pluggen is het formaat bij mij altijd iets groter dan ‘’normaal’’ in de polder. Wat is dan eigenlijk de norm vraag je je direct af. In mijn ogen is er geen norm, maar wel de angst om wat groter kunstaas te gebruiken in de polder. Nu weet ik dat er veel snoeken worden gevangen met klein (tot 12cm.) kunstaas en wie vangt heeft gelijk. Daarentegen wil ik met het wat groter kunstaas de dressuur doorbreken en ik weet, dat vooral de wat grotere snoek vooral in de winter vaak voor een grote hap gaat. Bang voor selectief vissen ben ik niet, omdat ook de zeer gewaardeerde kleintjes net als ik geen angst hebben voor een wat groter formaat. Op de video laat ik trouwens zien dat een klein kunstaasje zeer succesvol kan zijn, als ze maar commotie veroorzaken.
Kleine snoek is niet bang voor wat groter kunstaas.
Zoals je hebt kunnen lezen gebruik ik deze twee hardlures vooral als ik de boel op stelten wil zetten. Ook kan je met deze kunstaasjes zeer variabel vissen qua snelheid. Die variatie in de snelheid kan je ook bereiken door tijdens het binnen draaien de hengeltop van voor naar achter te bewegen. Je creëert dan een versnelling gevolgd door een vertraging. Experimenteer hiermee en je zult merken dat de snoek zeer gecharmeerd is van versnellingen en onregelmatig binnen vissen. Jullie zullen de jerkbait in het rijtje missen en voor velen onbegrijpelijk. Ik heb hier jaren mee gevist en veel succes beleefd, maar op een bepaald moment verleg je je interesse naar andere aasjes. Dit zegt natuurlijk niets over de Jerkbait, dus…….
In de volgende aflevering komen nog twee andere kunstaasjes aan bod en gaan eens kijken waar we de groene jagers moeten zoeken in de polder.
ADVERTENTIE
ANDEREN LAZEN OOK
