De oplossing.
Door Berthil Bos.
Als kunstaasvisser pure sang zie je mij de meeste tijd van het jaar met diverse kunstaassoorten op of aan het water. Ik hou van actief vissen en dan het liefst werpend. Het is natuurlijk wel zo dat, in mijn geval, snoekmans altijd bepaald welke techniek succesvol is.
Er zijn situaties dat trollend vissen uiterst succesvol is en je voor een visje vele meters moet afleggen. Als Esox lekker gegroepeerd ligt in de koudere periode of hoogzomer op dieper water, kan het zo zijn dat je al backtrollend met een behoorlijke shad dicht bij de bek van de groenjas moet komen om hem of liever haar te verleiden. Zo zijn er ook perioden dat een passief aangeboden aasvis of één onder de dobber echt veel en dikke vissen kan verleiden.
Lekker actief vissen, daar hou ik van.
Nu we het toch over dode aasvissen hebben. Er is een techniek, waarbij mijn handen graag smerig wil maken en de handen laten ruiken naar een andere vis dan snoek. Ik heb het hier over het z.g. FIREBALL jiggen op snoek. De naam fireball is al lang niet meer van toepassing op de hedendaagse jigkoppen. Deze koppen met een zeer korte haaksteel waren jaren geleden bijna allemaal vel gekleurd in rood, oranje en fluorgeel, vandaar de naam. De snoekbaarsvisser die de dressuur graag wilden doorbreken, prikten op het korte haakje een dood visje en met een stingertje op de rug bleek dit zeer succesvol. Tegenwoordig zijn ze in bijna elke kleur en ook zonder een laagje verf te koop. Nu vind ik de variatie in kleur nog niet zo belangrijk, maar wel de ontwikkeling in de gewichten. Voor het presenteren van een klein en slank aasvisje heb je niet veel gewicht nodig en volstaat 14/18 en 21 gram. In mijn geval, het snoekvissen, vraagt om meer gewicht aangezien de aasvissen ook veel groter zijn.
Op het filmpje laat ik zien hoe je de aasvis monteert.
Gelukkig wordt hier ook op ingespeeld en zijn er tegenwoordig ook Fireball jigkoppen tot wel 50 + gram. De aasvissen die ik gebruik voor Esox liggen zo rond de 20 á 25 cm. Hiervoor is dan meestal 28 of 35 gram ruim voldoende, om bij een waterdiepte tot ca. 6 meter de aasvis goed onder controle te houden.
Zolang je met de boot in beweging bent en je wat actie aan het visje geeft, blijft het visje mooi horizontaal t.o.v. de bodem zwemmen. Zodra deze beweging wegvalt, zal de aasvis vaak naar beneden zakken langs de haakbocht. Op die manier hangt dan de vis verticaal t.o.v. bodem, wat onnatuurlijk overkomt.
28 en 35 gram zijn perfect voor grotere aasvissen.
Nu is er een fireball jigkop in de handel die dit negatieve aspect niet heeft. Ik benoem expres jigkop en geen loodkop, omdat deze geen lood bevat. Lekker milieuvriendelijk. De Vectra Vertical jigkop van PML (Pike Master Lures) is voor mij het ei van Columbus. De montage geschiedt niet d.m.v. een haak, maar een metalen pennetje van ca. 5 cm.
De Vectra Vertical jigkop.
Deze steek je in het bekje van de aasvis en daarna kan je het fixeren met twee gebogen klemmetjes. Op deze manier zit het visje goed vast en kan het niet naar beneden schuiven. Je zult zien dat als je hem stil hangt, deze mooi horizontaal blijft. Ook de snoekbaarsvisser met kleinere aasvis kan hier zijn voordeel mee doen, aangezien de Vectra Vertical jig ook in lagere gewichten te verkrijgen is.
Kijk eens op de site van Pike Master Lures (www.pikemasterlures.nl).
De volgende week; hoe vis je de Vectra Vertical jig op snoek.
Succes.