Vanaf de kant op snoek! (deel 7)
Door Sjak Kroet
De wind komt al een paar dagen uit het zuiden. De dagen worden al langzaam korter en de nachten langer. September staat weer op de kalender en mijn roofvishart begint weer langzaam te ontwaken. Zodra de R weer in de maand zit staat het vizier weer op roofvissen, dat ook met een R begint. Ik ben vandaag vroeg opgestaan, een wekker zetten is dan voor mij niet nodig, want het geduld ontbreekt toch om erop te wachten.
Zelfs de visspullen liggen al vanaf gisterenavond in de auto. Gewoon ‘ziek’, ze zouden je bijna voor gek verklaren! Ik smeer een paar boterhammen, schenk de koffiekan vol koffie en leg de laatste hand aan de voorbereiding, wetende dat de vroege ochtenduurtjes nu de beste uren van de dag zijn om de rovers aan de schubben te komen.
Vandaag ga ik actief vissen op snoek: meters maken vanaf de kant op het kleine water! Op deze manier loop je heel wat kilometers af op een dag, struinend vanaf de kant om zoveel mogelijk snoeken te vangen en dan vooral achter stuwtjes die de beken in contact brengen met de rivier de Maas, wat nu echt topstekken zijn in deze tijd van het jaar.
Vooral achter stuwtjes die beken in contact brengen met de rivier…
Ook is de kans groot dat je op dit soort stekken een flinke baars haakt of misschien zelfs wel een snoekbaars treft, niets is onmogelijk. Met dit zachte weerbeeld is het noodzakelijk om de actie die je in het kunstaas doorgeeft, zo uitbundig mogelijk te maken. Diagonalen vanaf de kant is een prima techniek om veel snoeken te verrassen tot een aanbeet. Je werpt de shad in en laat deze vervolgens met grote sprongen terugkomen naar de kant. Het wegspringen van de shad is dan de actie die je nodig hebt voor een prima verleiding!
Ik vis vandaag met de kleinere shadjes, variërend in lengte vanaf 4 tot 9cm met lichte loodkopjes van een paar gram zodat ze niet al te vaak aan de bodem of waterplanten blijven hangen. De natuurlijke kleuren zijn nu top, het viswater is in deze tijd nog kraakhelder. Achter deze stuwtjes wordt in de zomermaanden veel op witvis gevist en waar veel witvis wordt gevangen, huizen ook veel roofvissen die vooral nu rond deze scholen witvis peddelen en zo af en toe vanonder dwars door een dergelijke school witvisjes heen jagen.
Juist het wegspringen van een shadje doet de hele meute activeren en wanneer er paniek ontstaat onder de witvissen zal de snoek daar maar al te graag van willen profiteren. Bij de aanbeet van een snoek springen er dan vaak tal van deze snoepvisjes uit het water, echt spectaculair. Ook gebeurt het wel eens dat je een snoek los maakt met een kleinere shad, die vervolgens door een soortgenoot wordt gepakt en je dus meteen weet dat er ook nog een tweede snoek op de plaats van bestemming aanwezig is. Nu moet je vooral met klein kunstaas vissen. Uit mijn ervaring zijn de snoeken nu nog helemaal niet geïnteresseerd in groot aas, de visjes waar ze nu vooral geconsenteerd op jagen zijn niet groter dan een centimeter of 5.
Bij het eerste stuwtje kan ik ook nog een zijslootje uitkammen en onder een duiker peuteren. Net voor de waterlelies laat ik mijn shadje uitdagend hoog in het water dansen. Langzaam laat ik het shadje wegzakken en met een korte tik uit de pols geef ik de shad de actie waardoor ze diagonaal terug komt naar de kant. Ik vis nu met een enkele haak, een extra dregje is nu echt overbodig, want als ze het shadje pakken kun je nu meteen de haak zetten die dan direct voorin de bek van de roofvis vast zit. De eerste minuten gebeurt er op deze stek vrij weinig, maar als ik het shadje onder de duiker gooi en deze net voor het stuwtje omhoog tik, is daar de eerst knal op mijn kunstaas. Meteen zet ik de haak. Het contact is prima!
Een baars geeft goed partij aan het lichte spinhengelje wat dapper doorbuigt, maar de juiste druk geeft om de baars snel te landen. Net als ik de baars aan de kant wil pakken, zie ik een aantal snoepvisjes wegspringen. De baars sprint de diepte weer in en een flinke kolk nabij de waterlelies ploft uit elkaar… SNOEK! Vlug dril ik de baars naar de kant en met mijn tangetje los ik hem in het water en weg is deze stekelridder.
Om de snoek te vangen is het nu beter om er een andere kleur shad aan te hangen. Snel haal ik het groen/gele shadje van het staaldraadje. Een soortgenoot in de kleuren bruin en wit moet de snoek doen toeslaan. Ook ga ik boven op het stuwtje staan en gooi het shadje een 15 meter in. Nu kan ik het shadje mooi wat langzamer tegen de stroom in laten terugkomen waardoor het net allemaal iets ‘scherper’ gaat. Ik heb nog geen tijd om het shadje binnen te vissen, want wanneer het shadje de duiker passeert die kort voor het stuwtje ligt, is daar een enorme knal op mijn hengel. Meteen zet ik de haak… hangen!
De snoek ramt werkelijk keihard door de slip en zoekt de stroming van het stuwtje op, waar hij het shadje probeert te lossen. Vele rondjes moet ik de snoek afstoppen totdat hij zich uiteindelijk gewonnen geeft.
De kleuren bruin en wit doen de snoek toeslaan!
Het shadje hangt keurig voorin de kaak van de snoek. Even een paar plaatjes maken zodat deze rover weer snel naar zijn schuilplaats terug kan. Na een lange zomer is het toch weer heerlijk om de eerste snoek te mogen uitdrillen. Na nog een aantal stuwtjes te hebben uitgevist die uitmonden in de Maas, blijft het de rest van de ochtend tamelijk rustig. Nog een mooie volger en een baars die net voor het kantje eraf rolt, zijn de laatste perikelen van een eerste snoeksessie. Dit smaakt naar meer…
Sjak Kroet