Vanaf de kant op snoek! (deel 5)
Door Sjak Kroet
Het is vandaag 30 januari 2011, het is zondagochtend. Met temperaturen rond het vriespunt en een wind die echt waterkoud aanvoelt, begint een nieuwe snoekzondag. Wat een verschil met twee weken terug… toen ik ‘s ochtends nog gewekt werd door vogelgeluiden en ik al even dacht aan het voorjaar.
Nee, de winter geeft het nog niet op, al zijn de verschillen deze winter wel groot te noemen. Als snoekvisser vanaf de kant let ik dan vooral op de luchtdruk. Wanneer we dagen achter elkaar een stabiele luchtdruk hebben, zijn de vangstmogelijkheden het grootst. Nu is dat deze winter zeker niet het geval, tenminste als ik mijn barometer moet geloven.
Vandaag ga ik met ingevroren spieringen op snoek vissen, onder een dobber en dan vooral in de stroomnaad achter bruggen, daar waar de stroomnaad net even iets dieper is als elders in de beek waar ik vis. De spieringen zijn vorig jaar september vers ingevroren.
De geur van deze rakkers is enorm, die met deze omstandigheden een ware vismagneet vormt voor roofvissen. Mijn vrouw heeft voor deze activiteit dan ook een aantal jaar geleden een vrieskastje aangeschaft waarop staat geschreven: ‘AASVISSEN!’
Aasvissen…
Ik heb mijn visspullen klaar, controleer de boel en leg het in de auto. Tijdens het ritje naar het water wordt in mijn gedachte die controle nog wel enkele keren herhaald, iets dat ik altijd doe. Vandaag vis ik met een lange hengel (4 meter) die vooral slepend vanaf de kant voordelen biedt. Je kunt de dobber beter sturen en vooral bij bruggen kun je in de stroomnaad de aasvis beter afremmen waardoor de aasvis elke keer omhoog komt en dus beter opvalt.
Ik vis altijd met zeer lange stalen onderlijnen van ca. 70cm vanaf de kant. Dit doe ik om lijnbreuk te voorkomen zodat je zeker weet dat de hoofdlijn niet in de bek zit van de snoek. De eerste spiering wordt aan de enkele dreg geprikt. Ik weet ook dat het hier achter de brug in de stroomnaad ruim een meter diep is, dus de aasvis wordt net boven de bodem gepresenteerd.
Met deze bitterkou liggen de snoeken vaak vast tegen de bodem aan geplakt. Ze liggen dus niet in de stroomnaad maar tegen de stroomnaad aan zodat alles wat voorbij komt aan prooi gepakt kan worden met zo min mogelijk energieverbruik. Het is eigenlijk te vergelijken met een Mac-Drive, je hoeft het alleen nog maar in je mond te stoppen!
Langzaam laat ik de dobber door de stroomnaad driften en til de aasvis op waar het net even iets anders is. De spiering die net boven de bodem hangt waggelt al behoorlijk op en neer door de stroming van de beek. Doordat ik de spiering zo nu en dan ook nog iets optil, gaan de flanken van de aasvis ook tekeer en wordt de verleiding voor de snoek op scherp gezet.
Ik sta met mijn hengel mooi kort onder de brug stroomafwaarts te vissen zodat de koude wind zo min mogelijk contact maakt met mijn lichaam en ik nauwelijks warmte verlies. Dan nog geen vijf meter vanaf de kant achter de brug maakt mijn dobber het bekende hupje en ploft onder. Dat is snel! Ik zie dat de dobber langzaam naar de stroomnaad kruipt.
Heel langzaam zoek ik contact met de top van mijn hengel en draai de lijn iets op. Dan schokt de dobber heftig naar links, ik zet de haak! Mijn dobber is even nergens meer te zien, maar het contact met de snoek is krachtig. Ik tik nog een keer na vanwege die enkele dreg wat de snoek, die inmiddels onder de brug zwemt, beantwoordt met een zware dreun.
Met deze kou blijven de snoeken tijdens een dril vaak lang diep zwemmen en zo ook deze snoek. Dit doen ze omdat de waterlagen net boven de bodem het warmst zijn, dus minder energieverbruik. Ik kan door de lange hengel de snoek mooi onder de brug vandaan krijgen door de druk op de kaken van de snoek te vergroten.
Ik win meters lijn terug. Nog een paar zware dreunen op de hengel en dan ligt ze daar ineens kopschuddend voor de kant. De snoek is mooi in het schaniertje van de bek gehaakt en de spiering hangt er ook nog aan. Een mooie wintersnoek komt langzaam naar de kant, nog een paar kopstoten en ik kan ze pakken. (Pak de snoek altijd achter de kieuwdeksel waar de haak niet zit, zodat je jezelf niet haakt!).
Een mooie snoek, ruim 80cm en in een goede conditie, wordt meteen van de enkele dreg verlost. Met deze winterse kou doe ik dit allemaal net even iets sneller dan normaal voor het behoud van de vis .Ik neem ook maar 1 plaatje op de zelfontspanner en zet de snoek snel terug in haar element. Dit alles duurt nog geen 3 minuten en de snoek is al weer verdwenen, terug naar de brug waar het allemaal gebeurde.
Wat een start! Binnen het uur al een mooie kantvis. En de kou? Die is na een dergelijk vangst snel vergeten. Een nieuwe spiering gaat te water. Wie weet ligt er nog wel een tweede snoek bij deze brug? Het is echt ongelooflijk, de dobber krijgt nog geen eens de kans om te gaan staan! De gele bovenkant van de dobber is nog net te zien en ik zie ook heel goed dat de dobber nu ineens diep wegzakt…
Meteen zet ik de haak en de hengel staat krom als een hoepel. De top van de hengel vangt de eerste klappen van de snoek goed op. Dan is de druk even weg op de lijn en komt de snoek met een noodgang en een flinke kolk naar boven gezwommen. De haak zit goed en de snoek klapt er nog eens flink oplos.
Geweldig, dit is keigaaf, zo ging het lang geleden ook met een levende aasvis onder een dobber, alleen is die levende aasvis nu een ingevroren spiering die super werkt levert. De snoek is uitgeraasd, deze kan ik wel in de nek pakken, kogelrond en een kleine 70cm. De haak die in de zijkant van de bek vastzit, is direct gelost.
Kogelrond en een kleine 70cm.
Ik maak een fotootje van die mooie ronde buik en zet de roofvis terug, die net zo snel weer weg is als dat ze de spiering greep, gretig! De klassieke manier met de lange hengel en een dode aasvis onder de dobber werkt nog net zo goed als 30 jaar terug. Op deze manier snoekvissen vanaf de kant blijft super, met als hoogtepunt het onderploffen van de dobber.
Na nog een paar uur slepen met de spieringen komt een koude dag tot zijn eind. In een zone waar drie bruggetjes liggen in ongeveer 2 kilometer viswater, was het avontuur op deze beek weer fantastisch. Het is buiten al weer een paar graden onder nul zodat de terugweg naar de auto rapper gaat dan ooit.
Vlug de spullen in de auto en naar de soep, die na een dagje wintervissen zeker zal smaken. Ik zal de komende tijd het winterweer nog beter in de gaten houden, want het kan hier vriezen, maar daags daarna kan het ook zomaar weer dooien… We zullen het zien!
Tot volgend deel…