Door: Berthil bos
Nu we weten waar een goede universele shad aan moet voldoen, gaan we bezig met het aankleden van de shad om een aanbeet te verzilveren.
Dit is natuurlijk weer afhankelijk van de omstandigheden, maar er is een basis. Het gewicht en de lengte van de haaksteel is per techniekonderdeel verschillend, maar het inprikken is overal hetzelfde.
Het lijkt allemaal eenvoudig, maar als ik tijdens mijn visavonturen af en toe montages zie waar een paard de hik van krijgt, is het geen overbodige luxe om hier even stil te blijven staan.
Allereerst hebben we een loodkop nodig die de shad naar de gewenste diepte brengt en hem in balans houdt.
Het is belangrijk om precies te weten waar de haak van de loodkop uit de shad komt. Als dit bij de eerste keer niet goed gaat heeft de shad al een kanaaltje waardoor bij de volgende poging de haak weer langs wil. Om de plek te vinden waar de haak eruit moet komen, leg je de haak langs de shad en loodkop tegen de neus van het rubber. Daar waar haakbocht eindigt markeer je d.m.v. een stift of haakpunt de plek.
Vervolgens prik je de haak midden aan de voorkant in, iets naar de rug toe. Dit doe ik om de haak ruim uit de rug te laten komen, waardoor deze ook daadwerkelijk kan haken.
Je rijgt nu het rubber met beleid op de haak en als de haakpunt bij de gemarkeerde plek komt druk je hem naar buiten.
De shad moet nu recht op de haak zitten, zonder kronkels, waardoor de actie teniet wordt gedaan.
We zijn er nog niet, want als de shad goed gemonteerd is, moet hij dit ook blijven tijdens een aanbeet of een dril.
Dit behandelen de volgende keer.