Tips ’n Trics (6): Extra lood
Door Berthil Bos
In tijden dat de vis wat dieper water opzoekt, zomer of winter, is er de noodzaak om ook je kunstaas aan te bieden op deze diepte. Rubber waar we zelf voor loodverzwaring moeten zorgen door middel van een haak met loodkop, is tegenwoordig al in gewichten van 80 gram te verkrijgen om zodoende snel en goed op diepte te komen.
Nu kleven aan deze extra zware loodkoppen twee nadelen. De eerste is dat het bewegingsritme (kantelen) van de shad wordt beperkt en ten tweede is de kans groter dat de vis zich bevrijdt van de haak bij het kopschudden. Door naar een zo optimaal mogelijk gewicht te zoeken, waarbij het rubber zijn attractieve, schommelende actie volledig behoudt, zijn gewichten van rond de 30 gram bij een shad van boven de twintig centimeter een goede keuze als je er mee sleept.
Neem je hem lichter, dan is de kans groot dat deze gaat tollen. Vooral als je de extra staartdreg (stinger) op de rug prikt waardoor deze minder vuil oppikt. Bij het werpend vissen kan je veel lichter te werk gaan omdat de snelheid hier veel lager ligt. Met deze 30 gram kan ik bij een gemiddelde trolsnelheid ongeveer 3 meter diep komen als er behoorlijk ver achter de boot wordt gevist.
Als de bodem vlak is zal dit geen probleem zijn, maar met veel structuur of talud op en af, is het veel beter kort bij de boot te vissen om te kunnen reageren. Met een flexibel koplood aan de loodkop kan je het geheel verzwaren om zodoende dieper of dichter bij boot te vissen zonder het uitbundig kantelen van de shad te beïnvloeden.
Ook het verspelen van de vis door de zogenaamde hefboomwerking van de zware loodkophaak, wordt hierdoor verminderd. Verschillende koploodjes van 10 tot 30 gram zijn voldoende om diverse omstandigheden aan te kunnen. Een ander voordeel is dat je niet aldoor de loodkop uit de shad hoeft te halen om te wisselen of een doos vol shads met diverse loodkoppen mee hoeft te nemen tijdens een visdag.
Dit laatste voordeel zal vooral de kantvisser aanspreken waarbij ballast erg belangrijk is. Bij het werpend vissen heeft dit tweedelig werplood nog een voordeel, namelijk dat het afzinken langzamer gaat dan bij één geconcentreerd gewicht.
We hebben het nu gehad over grote shads, maar natuurlijk kan je het ook met kleiner rubber doen of ander rubberkunstaas, als je maar opzoek gaat naar het minimale loodgewicht. Spinners en spinnerbaits kan je ook door middel van een koplood uitstekend verzwaren en rechtstreeks aan het kunstaas monteren.
Aan pluggen en streamers kunnen beter niet direct het loodje bevestigd worden omdat dit de actie teveel beïnvloedt. Een zogenaamd wartelloodje dat aan de voorste wartel van de onderlijn komt te hangen voldoet dan beter en is over het algemeen niet zwaarder dan 20 gram. Hieronder beschrijf ik het maken van de twee loodjes, maar de foto’s zeggen al veel.
Flexibel koplood
Neem rondlood met centraal gat. Door het centrale gat komt een stuk 1 mm verenstaal dat aan beide kanten tot een oogje worden gebogen. Aan één van de ogen komt een wartel en een speld waardoor het kunstaas zijn vrijheid krijgt. Aan het andere oog komt je onderlijn.
Wartelloodje
Door het centrale gat van het lood komt nu een stukje verenstaal van 0,6 mm dat je makkelijk kan buigen. Aan de ene kant buig je het staal in een haakse hoek, waardoor het loodje niet kan afschuiven en aan de bovenkant creëer je een soort splitring of een splitpen waardoor je het lood makkelijk kan monteren aan en verwijderen van de bovenste wartel van de onderlijn. Dit loodje doet ook dienst als antikink-lood.
Tot volgende week! Berthil Bos
Vragen, opmerkingen of Tips ‘n Trics kunt u mailen naar info@totalfishing.nl