Tips ’n Trics 32: Stingers
Het staartdregje dat je gebruikt bij een shadje bestemd voor meneer of mevrouw glasoog, is zo moeilijk niet en toch zijn er enkele aandachtspunten.
Allereerst moet hij vlijmscherp zijn en blijven. Voor mij is Spro met zijn Gamakatsu-haken een absoluut betrouwbare bondgenoot. Verder is het van groot belang dat de dreggrootte overeenkomt met het gebruikte rubber. Een haakmaat 4 op een shadje van 10 cm. is meestal teveel van het goede, terwijl een maatje 8 op een schoepstaart, het haken van de vis niet bevordert.
De dreg moet wel groot genoeg zijn om vlees te pakken.
De staartdreg mag de actie niet te veel beïnvloeden, maar moet wél vlees pakken. Een algemene regel is dat een shad van ca 12 cm. met een fijn staarteinde, een haakmaat 6 verdient en een schoepstaart van dezelfde maat een 4 nodig heeft om goed de vis te haken.
Haakmaat 4 op een schoepstaart shad van 12 cm is een prima geheel.
Wat je ook veel ziet is dat de dreg niet helemaal doorgetrokken is naar de staart, maar dicht achter de jighaak wordt ingeprikt. Van het woord staartdreg is dan helemaal niets meer over en heeft op deze mannier ook geen nut. Ikzelf ben liefhebber van een dreg die boven op het rubber komt te zitten. Door deze montage heb je minder last van hangers als de bodem nogal wat vuil herbergt. Ik fleur de lijn dus niet door het shadje, maar leg hem over de rug.
Een voordeel van fleuren van de lijn, dus door het lichaam heen, is dat je het dregje iets in het lichaam kan trekken waardoor deze altijd op zijn plaats blijft. Een haak op de rug kan scheef gaan zitten en daar is het volgende aan te toen. Door de haakpunt tot de wortel in het rubber te prikken, heeft dit al meer houvast en zal niet een kant op draaien. Ook kan je gebruik maken van een stabiliteithaakje zoals ik die heb beschreven in Tips ‘n Trics nummer 14. Gebruik natuurlijk wel zo dun mogelijk staaldraad zodat het geen invloed heeft op de actie.
Ik had het al over de plaats waar de startdreg ingeprikt dient te worden. Dit kan sterk variëren en is afhankelijk van het aasgedrag van de snoekbaars. Om een beetje te variëren in lengte heb ik het volgende bedacht. Aan het einde van de dreglijn komt een lusje dat over het jigoogje komt waarna de speld wordt gemonteerd. Als je nu in plaats van één lusje er twee of drie inlegt, dan kan je variëren. Ik weet dat als je het tweede of derde lusje gebruikt het geheel er een beetje raar uitziet, maar de snoekbaars heeft hier maling aan.
Diverse lusjes geven je de mogelijkheid om de juiste inprikplek te gebruiken.
Je kunt ook een aantal wikkelingen om de jighaak aanbrengen om de lijn in lengte te aan te passen, maar persoonlijk vind ik dat bij het drillen van de vis niet optimaal. Als je geen liefhebber bent van een lusje op het eind, omdat deze wel eens naar boven schuift richting speld of knoop, dan kan je hem makkelijk fixeren aan het oogje van de loodkop. Maak de lus zo groot dat de dreg erdoor kan en leg de dan ontstane lus om het oogje en trek aan. Makkelijk aan te brengen en te verwijderen.
Het materiaal waarmee je de stingers maakt is vaak een persoonlijke keus, maar ook hier moet je bij nadenken. Is het water snoekachtig, dan is het makkelijk: staaldraad. Bij al het andere kan je gebruik maken van bijvoorbeeld gevlochten lijn die erg sterk is, maar ook glad waardoor je de extra lusjes niet moet toepassen, want die kunnen gaan schuiven. Ook moet je het draadje dat na het leggen van de lusknoop met een vuuraansteker tot de knoop afbranden, waardoor een bolletje ontstaat die het slippen van de knoop tegengaat.
Dreg door de lus en de stinger zit vast om het loodkop oogje.
Fluorocarbon is een ander materiaal, maar is stug en kan de actie beïnvloeden. Waar je ook op moet letten is dat de weekmaker die in het rubber zit, de lijn kan aantasten, vooral als je het erdoorheen fleurt. Een ander draad waar ikzelf erg tevreden over ben, wordt gebruikt bij de karpervisserij in de buurt van mosselbanken. Het is soepel, slijtvast en iets ruw, waardoor de knoop niet slipt. Door deze eigenschappen is het goed geschikt om extra lussen te leggen.
Tot volgende week,
Berthil Bos
Wil jij nu ook eens met je tip of trics in het openbaar treden, dan is dit je kans. Schroom je niet en mail je tip of tric, want het simpelste ideeën zijn vaak het best. Wel is een voorwaarde dat jezelf ervaring hebt met die dingen die je instuurt. Natuurlijk zijn al de Tips ‘n Trics die ik met jullie deel niet allemaal als eerste door mij gebruikt, maar ik heb er wel mijn ervaring mee of er iets aan toegevoegd of verbeterd. Het gaat erom dat je graag je ervaringen met anderen wilt delen, want op die manier ben ik althans ook veelvuldig aan dit soort kennis gekomen.