Tips ‘n Trics 26: De eerste meters
Door Berthil Bos
Kunstaasvissers die werpend op of langs de waterkant hun geliefde sportvis proberen te verleiden, zijn beter af met het uitwerpen van in hun ogen de hotspots, in plaats van zomaar in het wilde weg het kunstaas vele meters weg te werpen. Die hotspots kunnen plantenbedden, ondieptes, paaltjes, stenen of splitsingen zijn die nauwkeurig uitgeworpen moeten worden.
Vaak word je door de situatie gedwongen om kleine worpjes te maken omdat bijvoorbeeld het plantenbed al volgroeid is, zodat je heel precies de openingen kunt uitvissen. Ook als de drift van de boot zo snel is dat je alleen korte worpen kunt afmaken, zijn kleinere worpen op zijn plaats. Vanaf de kant kan je vaak wat moeilijker bij je plek komen waardoor de afstand van je worpen groter moeten zijn. Bij de poldervisserij of het bevissen van kanalen of rivieren met steenstort zijn kortere worpen weer op hun plaats.
Wat in elke situatie weer opvalt, is dat een geworpen stukje kunstaas de meeste keren al tijdens de eerste meters wordt gegrepen. Het zijn de trillingen en het lawaai waarmee het aasje in het water terechtkomt die de roofvis al op scherp zet en als het dan ook nog aantrekkelijk wegzwemt is er geen houden meer aan. Het zijn dan ook altijd de eerste 5 á 7 meter waarbij ikzelf uiterst geconcentreerd mijn creatie terugvis. Naargelang het kunstaas verder van de hotspot kom, draai ik het sneller binnen, maar zorg wel dat de actie erin blijft.
Deze techniek heeft zo zijn voordelen. Door het - zeg maar - halverwege sneller inhalen, vis je op een dag bijna een keer zoveel water af met meer kans op vis. Een ander pluspunt is de reactie van de roofvis die het kunstaas volgt zonder dat deze toehapt. Als je zou weten hoeveel vissen het aas volgen zonder dat wij het weten, dan moesten er diversen van ons naar een psychiater.
Door na een aantal meters te gaan versnellen om de bovengenoemde vistechnische reden, geef je de roofvis de indruk dat de aasvis ervandoor wil gaan. Dit vluchtgedrag heeft menig vis opgeleverd en het uitlokken van een aanbeet bij een visueel zichtbare vis, wat altijd moeilijker is, was niet meer nodig.
Ik had het er al over dat de roofvis bij het neerkomen van het kunstaas in het water, al op scherp staat. Dit is dan ook voor mij een reden om een paar tellen te wachten alvorens ik begin met binnenvissen. Doe ik dit met bijvoorbeeld een zinkende Jerkbait, dan zullen de eerste tikken die ik geef naar boven zijn gericht als ik ondiep wil of moet vissen. Ook bij dit afzinken gebeurt het dikwijls dat het kunstaasje gegrepen wordt, dus wees hierop voorbereid.
Groet en tot volgende week,
Berthil Bos
Vragen, opmerkingen of Tips ‘n Trics kunt u mailen naar info@totalfishing.nl