Tien vragen aan witvisser Joop Verdonk
1. Wanneer ben je begonnen met wedstrijdvissen?
Zo ver als ik me kan herinneren was ik een jaar of twaalf. Als jochie wilde ik eigenlijk altijd vissen en nu ruim 40 jaar later is er eigenlijk niets veranderd. Rond mijn 20e ging ik actief wedstrijdvissen en dit is vrij aardig verlopen. Zo heb ik me geselecteerd voor 3 WK’s en heb ik ruim 30 interlands gevist.
2. Hoogtepunt uit je carriere
In 1994 werd ik 2e tijdens de KOC. Voor mij was dot de mooiste belevenis van mijn visverleden. Het leuke bij deze wedstrijden is dat je vier dagen vist, je moet je dus elke dag bewijzen. Tijdens een WK vis je maar een aantal uren en dan is het voorbij
3. Wat motiveert jou om elke keer opnieuw wedstrijden te vissen?
Ik wil me meten met de besten. Na al die jaren kan ik gewoonweg niet zonder het lijkt wel een obsessie, ook volgens mijn vrouw. Natuurlijk is er ook een soort spanning, het loten is hier onderdeel van, pak ik een goed nummer of juist niet. Heb ik eenmaal een goed nummer dan wil ik die kans grijpen om te winnen.
4. Hoe belangrijk is de loting?
Ik denk fifty fifty, vooral tegenwoordig is merendeel in staat om met een goed nummer een goed resultaat neer te zetten. Twintig jaar terug was dit echt wel anders, toen waren er ongeveer tien favorieten die meer kennis, materiaal en kunde hadden. Nu is alles te koop en informatie kan je overal krijgen. Dit vergroot ieders kansen.
5. Hoe is het om een wedstrijd te winnen of verliezen?
Ten eerste is winnen natuurlijk leuker als verliezen. Er bestaan wel situaties dat je kans hebt om te winnen maar dit zelf verprutst door bijvoorbeeld vis te verspelen. Het kan ook zo zijn en ik heb dit zelf meegemaakt dat ik een topplek had, goed vis ving en er plotseling een boot kwam afmeren op mijn visplek. Nou dan is het echt afgelopen en dan baal je enorm van je verlies. Natuurlijk ben ik professional genoeg om ook te leren van mijn fouten.
6. Hoeveel tijd besteed je aan training, voorbereiding e.d.?
Door mijn jarenlange ervaring weet ik al veel van wateren. Ik heb bijna overal gevist en daardoor bereid ik me alleen de dag voor de wedstrijd voor. Ik maak mijn voer en spullen in orde, niets speciaals dus.
7. Bestaat er een “winnend voer”?
Nee, je moet wel vers voer hebben.
Vis ik met de vaste stok dan moet de samenstelling wel anders zijn, de ballen moeten langzaam uit elkaar vallen. Vis ik met de feeder dan moet het voer direct uit de korf komen. In beide gevallen kan je wel minder vangen doordat de bestanddelen niet op elkaar zijn afgestemd. In al die jaren dat ik vis ben ik nog geen voer tegengekomen waar ik elke wedstrijd mee win of kan winnen. Jammer want dan had ik flink wat kunnen verdienen.
8. Welk moment van het afgelopen tijd is je het meest bijgebleven?
Voor mij was dit absoluut de KOC in 2000. Prachtige wateren met enorme voornvangsten en een perfecte sfeer.
9. Waar kan je absoluut niet tegen?
Aan pleziervaart als ik aan het vissen ben.
10. Wat zou er in de toekomst verbeterd kunnen worden op het gebied van wedstrijdvissen?
Over het algemeen denk ik aan imago-verbetering van de totale wedstrijdvisserij, een positieve uitstraling via de media. Vissen hoort bij Nederland, we hebben niet voor niets veel water. Verder zou er meer aandacht voor de jeugd moeten komen, specifiek voor wedstrijdvissertjes. Tevens zijn volgens mij de aalscholvers de beroepsvisserij en de stropers een bedreiging voor het wedstrijdgebeuren. Bij mij in de buurt worden alle kleine putjes leeggevist door die zwarte vogels en er komt niets meer bij. De vangsten vliegen achteruit en als we niets meer kunnen vangen komt er ook niemand meer vissen.
Favorietjes: (maar 1 antwoord mogelijk)
Favoriete dicipline: feederhengel
Favoriete wedstrijd: Marathon aan de Vlaardingse vaart
Favoriete water: Brielse maas
Favoriete aas: Pieren
Favoriete hengel: Korte afstand: Shimano stradic multifeeder feeder 3.90 /
Lange afstand: Shimano technium 4.20
Favoriete lijn: Dynalux 6-8/100, onderlijnen maak ik van Ultegra nylon (shimano)
Favoriete haak: Feeling sensas 3091 nikkel
Heb je voor de Totalfishinglezers nog een goede voersamenstelling?
Langzaam stromend water: voorn /brasem voer
1 deel etang van Sensas,
1 deel gardons Sensas,
1 deel bream Sensas
1 deel verse duivenmest natmaken aan de waterkant en zeven en aan het voer toevoegen
Het voer wordt in drie fases aangemaakt zodat alle deeltje verzadigd raken. Zou je dit niet doen dan gaan er deeltjes voer drijven waardoor de vis van de voerplaats kan verdwijnen.
Vijvervoer all round:
1 deel etang bruin Sensas
1 deel super fonds Sensas
Voer aanmaken in drie fases zoals hierboven beschreven.
Feedervoer all round eigengemaakt
500 gram beschuitmeel
100 gram polenta
500 gram broodmeel
500 gram koekjesmeel
Ik maak dit voer in twee keer nat om te zorgen dat alle deeltjes verzadigd zijn. Ook weer om te voorkomen dat de vis achter de zwevende deeltjes aanzwemt.