Tegenvallende telling van het aantal bruinvissen in de Oosterschelde

Tegenvallende telling van het aantal bruinvissen in de Oosterschelde

Door: Ron Smits
 
Het aantal bruinvissen in het Oosterschelde gebied loopt terug. Tijdens de telling dit jaar werden slechts achttien exemplaren geteld. Dit aantal is erg teleurstellend, temeer daar er vorig jaar nog tweeënveertig dieren geteld werden en twee jaar geleden zelfs nog eenenzestig.
 
De tellingen naar het aantal aanwezige bruinvissen in het Oosterschelde gebied worden al vijf achtereenvolgende jaren met een financiële bijdrage van het WNF gedaan door de tientallen vrijwilligers van de stichting Rugvin, de acht schippers van de vloot en de vier WNF Life Guards. 
 
De belangrijkste oorzaken van de tegenvallende cijfers zijn de slechte weersomstandigheden en het hoge sterftecijfer onder de bruinvissen. Alleen dit jaar werden er al achtendertig dode bruinvissen gevonden in het Oosterschelde gebied (bron EHBZ) en het jaar is nog niet om. Er was gelukkig ook iets positiefs te melden: tijdens de telling werden er twee kalfjes gespot. Dit wil zeggen dat de bruinvissen zich nog steeds in het Oosterschelde gebied voortplanten.
 
Te weinig voedsel voor de bruinvis in de Oosterschelde?
 
Onderzoek naar de doodsoorzaken wees uit dat verhongering en vermagering de belangrijkste hoofdoorzaken waren. Het onderzoek naar de doodsoorzaken is nog niet afgerond. Ondanks de implementatie van het beschermingsplan voor de bruinvis door de Europese gemeenschap loopt het aantal bruinvissen in het Oosterschelde gebied drastisch terug. Volgend jaar komt er een voortgangsrapportage van de staatssecretaris mevrouw Dijksma. Eind 2016 wordt het volledige eindrapport over het beschermingsplan verwacht.
 
Het belangrijkste voedsel voor de bruinvis is haring, spiering, zeeforel, makreel, wijting, kabeljauw, kleine platvis en voor de jonge bruinvissen grondels. Verhongering wil dus zeggen dat het huidige aantal van deze vissoorten niet toereikend is voor de bruinvis om te overleven. In de beginjaren van deze eeuw nam het aantal getelde bruinvissen steeds toe.

Er was toen voldoende natuurlijk voedsel voorhanden. Als de populatie zich herstelt en het sterftecijfer daalt, wil dit ook voor de sportvissers zeggen dat er weer voldoende vissen in de Oosterschelde rondzwemmen.
 

ANDEREN LAZEN OOK