Sweet Spots in British Columbia (3)
De Pool.
Door Jeroen Wohe
Bijna iedereen weet wel wat een pool is en hoe deze er uit ziet. Het water is er over het algemeen diep en kalm. Het zijn de populaire plekken in de rivier omdat er vaak genoeg beschutting is voor de vis door aanwezigheid van rotsen, takken en andere obstakels.
De pool bestaat uit 3 delen: de “tail out”, de “pool” en de “head of the pool”. De steelhead heeft in dezelfde pool dus 3 opties.
De pool vormt voor steelheads een perfecte rustplaats, maar niet altijd…
Wanneer ligt de vis waar?
Eigenlijk heel simpel, alles is afhankelijk van watertemperatuur en zon. Een pool zou ik zelf niet snel bevissen vroeg in het seizoen omdat het water nog vrij warm is en er minder zuurstof aanwezig is. Tevens, als het water warmer is, zwemmen de vissen grotere afstanden dan wanneer het water kouder is en rusten ze minder lang en op andere locaties, bijvoorbeeld in de runs, waar meer zuurstof aanwezig is door meer turbulentie in het water.
Warm water
Er zijn in mijn optiek 2 omstandigheden wanneer je een pool goed kunt bevissen als het warm is. De 1e omstandigheid is wanneer er veel regen is gevallen en de rivier gekleurd is, het zicht is dan soms nog maar 30 cm! Ik controleer dat door middel van mijn waadschoenen. Ik ga steeds dieper het water in totdat ik m’n schoenen niet meer zie. Voor het menselijk oog is de zichtbaarheid dus dan zo’n 30 tot 50cm. Een situatie waarin veel mensen niet zouden gaan vissen, maar dat is geheel onterecht!
Omstandigheden waarin vele vissers zullen afhaken terwijl er toch zeker vis te vangen is!
Omdat het zicht minder is dan 50cm wil niet zeggen dat de vis de vlieg niet kan zien. Zoals ik al schreef in mijn vorige artikel, hebben vissen heel gevoelige ogen en zien dus vele malen beter dan de mens. In geval van troebel water zal de vis naar de pool trekken omdat er minder stroming is dan de op andere plekken in de rivier. Wanneer het water stijgt wordt het water bruiner en gaat het ook harder stromen, wat weer meer energie kost voor de vis. Het is daarom nu belangrijk dat de vlieg (groot en zwart) langzaam door de pool gaat, zodat de vis meer tijd heeft om de vlieg te zien.
De 2e omstandigheid is zon, veel zon in combinatie met een strak blauwe hemel. Dat is vaak rond het middaguur als de zon het sterkst is en dan trekken vissen naar diepere stukken waar ze beschutting vinden tegen de zon.
Bij veel licht en heldere hemel is het zaak de diepte in te gaan.
Koud water
De pool is zeer effectief als het kouder wordt. De steelhead is dan op zoek naar een plek om de winter door te brengen (holding water). Als het kouder wordt is de rivier lager, helderder en er is ook meer zuurstof aanwezig. Zelf probeer ik de vlieg dan zo langzaam mogelijk door de pool te laten swingen, zodat ze er lang naar kunnen kijken en uiteindelijk toch voor de vlieg gaan. Let op: de “takes”, deze zijn vaak heel erg subtiel, geen harde aanbeten dus.
Soms lijkt het net of er een blaadje tegen je vlieg aankomt! De steelhead is als het ware de vlieg aan het proeven. Vaak zul je de aanbeet niet eens voelen. Bij twijfel altijd de loop (lus) laten gaan alvorens de haak te zetten. Zorg er voor dat je de loop losjes in je hand hebt want, bij weerstand zal de steelhead direct loslaten!
Een swing door de pool kan soms wel een minuut duren, zo langzaam gaat het, als je maar niet op de bodem komt! Waarom zo langzaam? De vis ligt tegen de bodem en kijkt omhoog. Als ze de vlieg voorbij zien komen dan hoeven ze hem niet te pakken, zeker niet als het te snel gaat, ze willen tenslotte zo weinig mogelijk energie verspillen. Maar wanneer die vlieg nu heel langzaam voorbij gaat, blijft deze langer binnen zijn gezichtsveld en wekt dus meer irritatie bij hem op en de kans wordt dan alsmaar groter dat hij er toch voor gaat.
De aanbeet kan onverwacht subtiel zijn van een dergelijk formaat steelhead.
Er zijn vele verschillende pools. Je hebt pools die diep en heel erg langzaam stromen tot pools die ondieper zijn en net wat sneller stromen. De, in mijn ogen, ideale pool is een pool die ongeveer een metertje of 2 diep is met een stroming van loopsnelheid, zeg maar een 4km per uur.
Wat ik merk is dat vroeg in het seizoen de vis in de “head of the pool” ligt, waar het snelle “white water” de pool in komt. Dat is in mijn optiek omdat daar de meeste zuurstof aanwezig is en het van ondiepe white water naar het diepe rustige water gaat, het is als het ware een talud. De vis ligt er onder. De stroming gaat over ze heen en hebben meer voordelen dan nadelen.
Head of the pool en de tail out kunnen ook zeer productief zijn.
Als het kouder wordt zie ik dat de vis steeds meer naar het midden van de pool trekt, het stuk waar het minste stroomt. Als het water onder de 5°C komt vis ik uitsluitend de meest rustige gedeeltes af van de pool. Als het water warm is vis ik alleen de head en de tail outs van de pool. Zo spaar ik veel tijd uit door specifieke plekken te bevissen naar gelang de omstandigheden in plaats van alles te pakken. Nu kan ik 6 superplekken bevissen in plaats van 3 op een dag!
Wanneer het echt koud wordt is het rustigste gedeelte van de pool de beste plek.
Als het warm is vis ik ook eerder de ondiepere pools af en als het dus kouder is de diepere. De reden daarvoor is dat de ondiepe pools harder stromen en meer zuurstof bevatten dan de diepere pools.
Dan heb je tenslotte nog pools met zandbodem en pools met stenen en grind. De pools met zandbodem zijn in 9 van de 10 gevallen minder productief dan de pools die uit grind bestaan.
Volgende keer de run en de stroomnaad.