Succesvol vissen op de zeeforel in Denemarken: De vier jaargetijden (deel 5)

Succesvol vissen op de zeeforel in Denemarken: De vier jaargetijden (deel 5)

Door : Ron Smits

In de vroege lente start de trek vanuit de rivieren naar de zee. Baaien met brak water zijn ware trekpleisters voor de zeeforel.

Het zoutgehalte is lager dan van de open zee. Brak water is lichter dan zout water, dus het brakke water bevindt zich in de bovenste laag (oppervlakte). Als het kustwater een temperatuur bereikt van ca. 4°C, dan komen de zeeforellen in grote getale naar de kust.

De exacte tijd wanneer de trek gaat beginnen, is moeilijk te voorspellen. Dit hangt af van de temperatuur van het water en het zoutgehalte. Na een strenge winter zal de trek naar zee later maar heel plotseling starten. Het einde van de trek  is ook heel snel. Als de winter lang heeft geduurd en het water bevroren is, kunt u, zodra het ijs ontdooit is, geweldige vissport beleven.

De zeeforellen, die zich massaal hebben verzameld in het brakke water zijn heel erg hongerig. Het vinden van voedsel is heel moeilijk en u raadt het al de forellen zijn “gemakkelijk” (beter gezegd: niet zo heel moeilijk) te vangen. Helaas zijn deze eerste zeeforellen vaak graat mager door het kuitschieten, met uitzondering van de “springers”. Dus onthoudt dat wanneer de lente plotseling invalt dat de trek naar de zee ook snel plaatsvindt en ook weer snel eindigt.

Als de winter mild was zal de trek geleidelijk aan plaatsvinden en zal ook wat langer duren.. Dat wil zeggen dat er meer vissen gedurende een langere periode naar zee trekken en daardoor moeilijker te lokaliseren zijn en derhalve ook wat moeilijker te vangen zijn.

Na het kuitschieten gaan de zeeforellen zich massaal voeden en zullen zij pas na de zomer weer op gewicht zijn. De eerder genoemde Groenlanders hebben geen kuit geschoten en zijn weliswaar kleiner maar wel moddervet. Helaas hebben deze vaak net niet de minimum maat van 40 cm. en moeten teruggezet worden. Maar ook de zogenaamde “springers” zijn moddervet. Deze laten zich echter niet zo gemakkelijk vangen als de zeeforellen die net gepaaid hebben en dus zeer veel honger hebben.

Strik-Denemarken_2013_012
De eerder genoemde Groenlanders hebben geen kuit geschoten en zijn weliswaar kleiner maar wel moddervet.

Maar houdt echter wel rekening met “voedselnijd”. Als een zeeforel eigenlijk geen honger heeft (Groenlanders en springers), maar ziet dat een zeeforel achter een mogelijke prooi aanjaagt, is de kans heel groot dat hij alsnog aanzet om deze prooivis te bemachtigen, vaak is het een reflex. Deze voedselnijd maakt zeeforellen extra onvoorzichtig.

Hij wordt als het ware extra geprikkeld en getergd. U zult dit veelal zien als de zeeforellen zich verzameld hebben. Vergelijk dit maar met onze makreel, maar ook de geep heeft dit heel sterk. Als er sprake is van voedselnijd moet u proberen daar gebruik van te maken. Trek gerust het kunstaas ruw weg van de vis, deze is ook getergd door de vluchtende prooi en gaat er achteraan.

Hierdoor worden de omstanders ook weer extra geprikkeld omdat het is net alsof de zeeforel achter een prooi aanjaagt. Dit is voor die omstanders het sein om ook een poging te wagen, maar ook de eerste zeeforel kan door de medestanders aangezet worden tot aanbijten. U zult zien dat of de oorspronkelijke vis het aasje pakt of een ander. Het is zelfs heel goed mogelijk dat u tijdens deze aanslag meerdere zeeforellen ziet wegschieten.

In de lente is de zeeforel zeker aanwezig op plaatsen waar veel voedsel te vinden is (mosselbanken, plaatsen waar zich veel kleine vis ophoudt, krabbetjes, garnalen, vlokreeftjes, etc.). Zoek vooral naar kleine baaien in “zonnig” water en zorg ervoor dat u ook het ondiepere (warme) water goed afvist.

Strik-Denemarken_2013_002
De zogenaamde badkuipen zijn in de lente heel goede stekken.

De zogenaamde badkuipen zijn in de lente heel goede stekken, daar het water in de badkuip sneller opwarmt dan het water uit de omgeving, zeker als de badkuip ook nog een donkere ondergrond heeft. Zoek naar plaatsen waar meerdere badkuipen achter elkaar liggen. De tussenliggende ondiepere zandgronden warmer nog sneller op.

Ook hier kan de zeeforel te vinden zijn. Zeker als er ook nog scholen zandspiering aanwezig zijn. Zodra de watertemperatuur tussen 5°C en 7°C is, zal de zeeforel de gehele dag actief naar voedsel zoeken, 6°C is in de lente de ideale water temperatuur voor de zeeforel. De meest ideale watertemperatuur voor de zeeforel  is tussen 7°C en 12 °C. De vroege ochtend en de avond zijn vaak ongekend goed. Heel belangrijk is waar de wind vandaan komt, in combinatie met de watertemperatuur.