Succesvol Reservoirvissen - deel 3

Succesvol reservoirvissen (deel 3)

Door Arjan Maat

De leader

De leader is één van de belangrijkste onderdelen van ons vliegvismateriaal en helaas gebeuren hier nog wel eens vervelende dingen mee waardoor we leaderbreuk hebben of we windknopen gooien.

Over windknopen gooien kunnen we nog hele verhalen schrijven, maar de makkelijkste en snelste manier om ze te ontlopen is de leader korter maken, of met minder of zelfs geen droppers te vissen. Zeker als het een beetje harder waait is het met een heel lange leader en droppers niet simpel werpen. Ga er dan vanuit; beter één vlieg in het water dan 3 of 4 in je handen tijdens het ontwarren van de knopen of pruiken .


De perfecte situatie; beetje wind voor een kabbeltje, het juiste materiaal gekozen… én succes!

Leaderopbouw

Mijn eigen leaders voor het reservoirvissen zijn eigenlijk heel simpel. Enkel bij het vissen met een droge vlieg vis ik met een mooi opgebouwde, tapse leader. Dit om te zorgen dat de leader mooi overslaat om een zo goed mogelijke presentatie van de vlieg te krijgen (net als op stromend water). Echter bij het vissen onder het wateroppervlak met een intermediate vliegenlijn, start ik met een meter of twee 25/00 en al naar gelang het water het toelaat, het resterende deel tussen de 16/00 en 21/00. Als ik echt dieper wil vissen met een Di3, Di5 of Di7, dan volstaat een ‘leader/ tip’ van anderhalve meter tussen de 18/00 tot 21/00, dit ook weer naar gelang het water het toelaat.

Co-Polymeer

Co-Polymeer is één van de leader- of tippetmaterialen die ik gebruik, MAAR… ik gebruik alleen Co Polymeer bij het vissen met één of meerdere droge vliegen. Co-Polymeer heeft namelijk de eigenschap dat het blijft drijven. Daardoor heeft het voor het vissen met de droge vlieg de perfecte eigenschap dat het de vlieg niet naar onderen gaat trekken.

Zorg dat je de Co-Polymeer een beetje ontvet met mud zodat het net door het wateroppervlak breekt, maar niet gaat zinken. Dit is het meest optimale om de dikwijls schuwe forel toch droog te kunnen vangen. Let op, je krijgt vaak maar één kans om een forel op een droge vlieg te laten bijten.

Fluorocarbon

In alle gevallen dat ik niet droog vis, vis ik met fluorocarbon in de sterktes van 4lb, 6lb en 8lb. Persoonlijk vind ik fluorocarbon één van de beste ontwikkelingen op vliegvisgebied van de laatste 10 jaar. Fluorocarbon heeft, als je het goed gebruikt en bewaart, een aanzienlijk langere houdbaarheid, is sterker en een heeft een betere knoopsterkte. Zeker bij knalharde aanbeten is dit heel belangrijk, het zou maar je persoonlijk record zijn dat je mist en nog eens een aantal vliegen meeneemt de diepte in!

Er zijn verschillende merken fluorocarbon op de markt, ook in verschillende prijsklassen. Controleer uw aankoop goed. Goed fluorocarbon is niet het goedkoopste, maar hoe test je dat nu? Goed fluorocarbon kuan je testen door een stuk van ongeveer 50cm van het spoeltje af te nemen en deze dan tussen je handen te verfrommelen.

Pak dan een leaderstrekker, of gebruik je duim en wijsvinger, en trek de fluorocarbon met dezelfde druk van je vingers of leaderstrekker in één beweging strak. Een goede fluorocarbon is in één keer weer strak, bij een slechte variant moet je dit meermaals herhalen of de lijn/ tip maar gewoon weggooien.

Knopen voor droppers

Dit onderstaande plaatje toont heel eenvoudig hoe je de dropperlijntjes kunt monteren. Let er wel op dat de dropper naar ‘boven’ staat. Dit voorkomt beter het achter de lijn blijven haken van de vlieg!


Info van salar.dk

Knopen voor streamers

Jarenlang knoopte ik mijn streamers met een bloedknoop aan de tippet. Dit ving wel oké dacht ik, totdat ik mensen streamers zag vissen met een lusknoop (loop knot). Uiteraard wilde ik hier ook het nodige van weten, want ik begreep dat de streamer dan natuurlijker zou bewegen. Dit werkt trouwens ook super bij het knopen van zeeforelvliegen als garnalen en streamers. Onlangs heb ik van een heel goede collega geleerd hoe eenvoudig dit wel kan zijn, en ja, het werkt!


Maak gewoon op 2,5 cm van het eind van je tip of dropperlijntje een klein knoopje (enkele steek), maar trek hem niet geheel aan. Haal de resterende tip nu pas door het haakoog tot het knoopje het oog raakt.


Draai nu een viertal wikkelingen om de hoofdlijn.


Haal dan het eindje door het knoopje in plaats van het oog. Trek de boel nu nat gemaakt aan, knip het uiteindje af, en klaar is kees.


Het is oersimpel zo, en uiterst effectief!

Tot volgende week, Arjan Maat - www.pro-flyshop.com

Eerder verschenen: deel 1 en deel 2.


ANDEREN LAZEN OOK