Succesvol Reservoirvissen (deel 1)
Door Arjan Maat
‘Put and Take’, voor veel vliegvissers is dit een vieze woordcombinatie, althans dat hoor je uit vele monden, maar in een aantal gevallen is het Put and Take veranderd in Put and Release. Put and Release water kennen we allemaal, het OVM is voor de meeste lezers het meest bekende, maar kennen we niet allemaal De Blauwe Hoef nog, De Kool en De Ronde Bleek (onlangs gedoopt tot ‘klein Oostvoorne’) en zoveel ander Nederlands water waar Salmoniden zijn uitgezet om met de vliegenhengel te belagen.
De kreet “putvissen” is hier denk ik niet echt van toepassing.
Voor heel veel startende vliegvissers is dit een uitgelezen manier om met het vliegvissen te starten en ook nog een bereikbaar resultaat te hebben, maar inmiddels komen ook meer en meer doorgewinterde vliegvissers wel eens een dagje vissen op een reservoir. In België zijn er ook mooie locaties en semi Put and Release wateren, mooi gelegen reservoirs in de Ardenne waar je ook nog eens een visarend of een vos kunt spotten en in kristalhelder water mooie forellen kunt vangen. Je waant je hier niet meer op ‘betaalwater’, maar een dagje op een reservoir, in de buitenlucht waar je soms net even iets harder moet werken voor je welverdiende resultaat.
Over dit soort water wil ik voor diegenen waarvoor dit onbekend terrein is, een tipje van de sluier oplichten. De wateren waar ik in België van dit soort visserij nog wel eens enorm kan genieten zijn La Strange in Hompre, het reservoir van Freux te Freux (mooi belly-boot water) en Lac de Rabais in Virton.
Voor de geïnteresseerden wil ik in een viertal stukjes deze toch mooie en spannende tak van het vliegvissen een beetje toelichten.
Het Materiaal:
⇒ Hengel
Het meest gebruikte materiaal voor deze manier van vissen is een Aftma #6- en #7-hengel met een lengte van 9,6 tot 10 ft. Reden van deze lengte is de soms enorme lange leader van wel 24ft (7,3 meter) of nog langer. Je kunt deze leader net iets beter ‘handelen’ dan met een 9ft hengel en je hebt ook regelmatig te maken met hogere begroeiing of kanten achter je. Op open water is het gebruik van een hoger Aftma in combinatie met de wind soms noodzakelijk om een groot aantal meters lijn weg te kunnen zetten. Maar ook met een 9ft kun je starten met reservoirvissen, heel veel plezier beleven, maar bovenal genieten!
⇒ Reel
Hiervoor is een Large Arbour reel met een goed werkende slip een heel goede keuze, zeker op water waar echte ‘torpedo’s’ zwemmen. Denk aan forellen van 6lb tot 8lb die gezond en doorvoed zijn. Deze kunnen nog wel eens wat metertjes van de reel aftrekken. De reden van de goedwerkende slip is dat we met een zo dun - als toelaatbaar is - mogelijke tippet vissen, en dan volledig op een juist werkende slip moeten kunnen vertrouwen.
Een goede Large Arbour reel maakt soms het verschil tussen het wel of niet landen van je PR!
⇒ Vliegenlijnen
Dit is iets dat heel belangrijk kan zijn voor succes of een groot succes. Veel van ons vinden het kicken om vanuit de wateroppervlakte de vis te kunnen vangen, dit is ook zo, maar productief gezien moeten we eens door de bril van een wedstrijdvisser kijken. Die zegt namelijk keihard: “Leuk die paar kringen in de oppervlakte, maar daar onderin, daar zit nog veel meer vis, dus vis ik diep.” Onmisbaar voor het productief reservoirvissen zijn minimaal 3 lijnen: een drijvende, een hoover of intermediate en een zinkende lijn.
Tegenwoordig zijn er een aantal lijnproducenten die ‘low stretch’ lijnen op de markt brengen. Zelf ben ik daar enorm tevreden over. Door de minimale rek in de lijn werkt dit op twee vlakken van het vliegvissen positief. Ten eerste vind ik persoonlijk dat het directer werpt, al ben ik niet zo’n werpkanon. Men gaat er vanuit dat je met een vliegenlijn, die minder of nagenoeg geen stretch in de core heeft, minder energie verliest tijdens het werpen en je daardoor dus verder werpt.
Vandaar dat bijna het gehele wedstrijdcircuit er momenteel mee vist. Ten tweede voel je de aanbeten directer. Door de strakkere kern is het gevoel dat je hebt met de vlieg directer. Persoonlijk ervaar ik met die lijnen minder missers, je haakt sneller de bijtende vis.
De zinkende lijnen heb je in verschillende typen; een Di3, Di5 en Di7. Voor de reservoirs in de Ardenne die over het algemeen niet zo diep zijn, is een Di3 vaak de juiste oplossing. Kom je ook vaak op dieper water zoals bijvoorbeeld De Ronde Bleek, dan is de meest allround zinklijn een Di5. Deze zakt 5 inch per seconde en daar kun je met een beetje tellen snel genoeg op diepte je vlieg presenteren.
⇒ Vliegen
Droog, verzopen, nimf, streamer, flash, buzzer, cruncher en blob. Hier zal ik in een volgend deel verder over uitweiden.
Tot volgende week, Arjan Maat - www.pro-flyshop.com
Klik hier voor deel 2 van Succesvol Reservoirvissen