Succesvol dropshotten (deel 1)
Door Niels Patijn
Dat dropshotten de laatste jaren een uitermate populaire én succesvolle techniek is om rovers te verleiden is inmiddels bewezen. Dropshot heeft een aantal grote voordelen tegenover het vissen met een jigkop, maar heeft ook zo zijn gebruiksaanwijzing.
Met de dropshot wordt het aas net boven de bodem gepresenteerd. Onder de haak wordt een speciaal dropshotloodje in de lijn gehangen waardoor je gemakkelijker in een water met obstakels kunt vissen. Een jigkop wordt net zo goed regelmatig ingezet vanaf de kant. Hiermee wordt er rechtstreeks tegen de bodem aangevist, op bepaalde dagen kan dit zeker ook een voordeel zijn.
Toch verkies ik de dropshot boven het vissen met een shadje op een jigkop. Daarom zal ik in verschillende delen de door mij gebruikte techniek beschrijven. Als jeugdig sportvisser vis ik regelmatig vanaf de kant op roofvis. Baars krijgt bij mij al snel de voorkeur, vooral omdat je deze rover op ontzettend veel manieren kunt bevissen.
Wel zal ik me beperken tot de materialen die ikzelf voor het dropshotten gebruik.
Baars, mijn favoriete vis.
Dropshotvissen is in principe niet moeilijk, maar je moet wel de techniek op een bepaalde manier toepassen in dergelijke omstandigheden. Dat vraagt om de nodige uitleg, maar we gaan eerst eens kijken naar de montage.
Onder de haak wordt een speciaal dropshotloodje in de lijn gehangen…
Als onderlijn gebruik ik fluorocarbon, deze lijn wordt bijna in het geheel uit het zicht onttrokken in het water. Iets wat naar mijn mening vooral bij snoekbaars het verschil kan maken. Snoekbaars is vergeleken met de baars toch net wat schuwer.
Dropshot is in een groot aantal verschillende wateren prima in te zetten. Denk hierbij van kanalen, havens en vaarten tot het grote water en de rivieren. In deel vijf ga ik verder hier op in. De keuze voor een bepaalde dikte hangt af van het water waar je vist en op welke soort.
Bevinden zich in het water waar je vist bijvoorbeeld veel (scherpe) obstakels, zal je sneller geneigd zijn voor een hogere diameter te kiezen. Uiteraard, fluorocarbon is een stuk slijtvaster en harder dan nylon, maar toch is het wel aan te raden wat rekening te houden met obstakels.
Een ander positief kenmerk van fluorocarbon tegenover nylon is dat er veel minder rek op de lijn zit. Dit komt ten gunste van de beetregistratie en het zetten van de haak. Let wel op dat je kiest voor een 100% fluorocarbonlijn wil je de voordelen hier van hebben. Er zijn namelijk ook lijnen op de markt met enkel een coating van fluorocarbon.
Een voorbeeld van een fluorocarbonlijn.
Dan ligt het er ook aan welke vissoort je wilt belagen. Mocht je op snoekbaars vissen moet wel worden meegenomen dat ze wel degelijk over vlijmscherpe tanden beschikken. Snijden gebeurt zelden, maar het kan wel de nodige beschadigingen op je montage opleveren.
Dit geldt nog meer wanneer er zich veel snoek in het water bevind wat je bevist. Kies dan in ieder geval voor een hoge diameter, maar ook op het gebied van staaldraad liggen er mogelijkheden.
Hoe dunner de lijn is, des te soepeler het kunstaasje kan worden aangeboden. Ook geeft een dunnere lijn het gevoel iets beter door, wat bij het ultra licht vissen wellicht belangrijk is. Zelf kies ik meestal voor een fluorocarbonlijn tussen de 0.18 en 0.30 mm variërend op bovenstaande omstandigheden.
Als beginnend dropshotvisser kun je ook eerst eens wat experimenteren met nylon. Dit lukt in principe ook nog wel. Fluorocarbon is relatief gezien wat duurder als nylon. Nu beschikt een jeugdig sportvisser vaak niet over zo’n groot budget en om te beginnen kun je nylon als, al dan niet tijdelijk, alternatief gebruiken.
In het tweede deel zal de keuze van een dropshothaak aan bod komen.